de Volkskrant van 1 juni 1987, Kunst, recensie
Donemus viert jubileum zonder componisten en opschudding
AMSTERDAM - Het concert waarmee de stichting Donemus zaterdagavond in het Concertgebouw zijn
veertigjarig bestaan vierde, is verlopen zonder opschudding. En vrijwel zonder componisten.
Wel met een halve zaal vol musici, bestuurders, knikkebollende notabelen en andere leden van de
inner circle van het Nederlands muziekleven. Het aantal aanwezige componisten was op de vingers
van één hand te tellen. De liefde voor de muziek woog bij die enkelingen kennelijk
zwaarder dan het verzoek van het Genootschap van Nederlandse Componisten (Geneco) om het feest te
boycotten.
Het Geneco stelde afgelopen woensdag dat bestuur en directie van Donemus de klachten van het
Genootschap over het functioneren van de stichting en directeur R. Starreveld niet serieus nemen en dat
er geen reden was tot feest. Donemus maakte vervolgens bekend het Geneco niet meer als serieuze
gesprekspartner te beschouwen.
In de veertig jaar van zijn bestaan is Donemus uitgegroeid tot een essentieel onderdeel in de
machinerie van het Nederlands muziekleven. De stichting is zowel documentatiecentrum, uitgeverij als
promotie-instituut van Nederlandse muziek. Ze verzorgt de aanmaak van uitvoeringsmateriaal voor
orkesten en ensembles. Jaarlijks worden er meer dan elfduizend pagina's muziek door copiisten
uitgeschreven, waarmee de componisten een onaangenaam en tijdrovend karwei uit handen genomen is.
Veertig jaar geleden was dat een godsgeschenk, voor de huidige generatie is het bijna een
vanzelfsprekendheid. Maar een luxe blijft het, want vergeleken met aanverwante instellingen in het
buitenland is Donemus, met zijn uitgebreide dienstverlening, enig in zijn soort. De stichting heeft een
jaarbudget van 1,8 miljoen, waarvan eenderde terugverdiend wordt uit de opbrengst van partituren,
partijen en platen. De overige 1,2 miljoen wordt gefinancierd door het ministerie van WVC.
Bij de oprichting waren er 91 componisten aangesloten bij Donemus. Nu zijn dat er 446. Ruim de helft
daarvan is nog in leven. Het documentatiefonds van Donemus bevat ruim zevenduizend muziekstukken, van
Diepenbrocks Academische feestmars (gearrangeerd voor piano) uit 1882 tot Otto Kettings Ithaka
uit 1986. Al die stukken kunnen direct gereproduceerd worden. Daarnaast bestaat er een select fonds van
gedrukte uitgaven.
Donemus brengt een engelstalig tijdschrift uit, getiteld Key Notes. Bekender is het eigen
platenlabel, Composers' Voice, waarop de belangrijkste voortbrengselen van de Nederlandse
muziekcultuur worden uitgebracht. Buiten het vaste jaarprogramma van vier platen verschijnen er
regelmatig speciale edities. Zo werden er in de afgelopen jaren vier dubbel-lp's gewijd aan het
complete oeuvre van Matthijs Vermeulen. Hoewel de distributie van de serie aanmerkelijk professioneler
is geworden, zal Donemus de Top-40 niet snel halen. Het succesnummer is De Staat van Louis
Andriessen met (tot nog toe) 5000 verkochte exemplaren.
Dat Donemus niet uitsluitend naar het heden kijkt, bleek ook uit het jubileumprogramma, dat behalve
het werk van Emmer en Van Rossem ook de Derde Symfonie van Hendrik Andriessen (1892-1981, de
vader van Louis) en de Hymne an die Nacht van Alphons Diepenbroek (1862-1921) vermeldde.
Andriessens werk uit 1946 is met zijn degelijk, maar allerminst hemelbestormend compositorisch
handwerk representatief voor veel Nederlandse muziek uit de eerste helft van de eeuw, waarin de meeste
toondichters zich wankelmoedig bewogen tussen het Franse en het Duitse idioom. Zo lonkt de ouverture
naar Roussel, en de finale, een grillige dubbelfuga, naar Bach of Reger. Een onderhoudend stuk muziek,
daar niet van.
Diepenbrocks Hymne uit de jaren 1899/1902 is ruim veertig jaar ouder, maar maakte een veel
actuelere indruk. In de langgerekte spanningsbogen klinken na-echo's van Wagner, voor-echo's van Mahler,
en toch is er sprake van een eigen muzikale uitdrukkingswijze. Het Radio Filharmonisch Orkest onder
Sergiu Commissiona gaf het werk een wat lijzige uitvoering, maar de warme altstem van Margareth
Beunders vergoedde veel.
De titel van Huib Emmers The Reel World, gecomponeerd in 1984, verwijst naar aan de film
(en aan Stravinsky) ontleende montage-technieken. Er zit zelfs een duidelijk hoorbare slow-motion-replay
in. Het is een hermetisch geconstrueerde, droge klankwereld, waarin verschillende elementen aan elkaar
gelast, hergebruikt en aan een steeds extremere fragmentatie onderworpen worden. Maar de instrumentatie
is haast te beschaafd, waardoor het stuk naast Emmers andere werk nogal zachtaardig aandoet.
Escape van Andries van Rossem bracht, met zijn worstelend rukken en trekken aan zich
vertakkende melodielijnen en akkoorden, nagejaagd door nerveus kwetterende klankwolken, toch nog
opwinding teweeg. Het enige opbeurende kwartier van een overigens matte avond, waar niemand de domper
die op de feestvreugde rustte openlijk durfde te erkennen.
Het volgende festijn vindt plaats op 21 juni. Dan vieren Donemus en het Holland Festival hun beider
veertigjarig bestaan met het rechtstreeks op de televisie uitgezonden Gala van de Nieuwe Nederlandse
Muziek. Tot nader aankondiging mét componisten.
© Frits van der Waa 2006