de Volkskrant van 4 juli 1988, Kunst, recensie
Brain herhaalt geschiedenis met 'klanklab'
Vuk van Arthur Sauer en Paul de Jong (The Brain). Het Rotterdams Conservatorium.
Na twee uur muziek vlijde de bombardonspeler zich neer achter de piano voor een tukje. Terwijl
snerpende geluiden uit een met strijkstok bewerkte vogelkooi zich mengden met elektrisch versterkte
cello-flageoletten verscheen op het plafond een projektie: Pernis bij avond.
De orgelzaal van het Rotterdams Conservatorium was herschapen tot een krankzinnig klanklaboratorium
vol pauken en piano's, conga's, koekblikken en koelkastrekken, monitors, microfoons en mengpanelen. Zes
uur lang stond alles, luxaflex en cv-radiatoren incluis, in dienst van Vuk, een compositie-proef,
uitgevoerd door het componistenduo The Brain en trawanten.
Arthur Sauer (gitaar), onlangs als componist afgestudeerd aan het Haags Conservatorium, en Paul de
Jong (cello) spelen en componeren al geruime tijd samen als The Brain. Hun muziek is elektrisch en
anti-academisch. Onderlinge afspraken over structuur en karakteristieken van het klankmateriaal spelen
daarin een belangrijker rol dan nauwkeurig uitgeschreven noten.
In Vuk is die manier van muziekbedenken toegepast op een groep van gastspelers met zeer
uiteenlopende achtergronden. Uit verschillende repetities hebben Sauer en De Jong hun materiaal
gedestilleerd, en dat vervolgens op een rijtje gezet. De musici krijgen niet meer dan globale
instructies. Vuk is eerder een voorgestructureerde improvisatie dan een uitgewerkte compositie.
Het lijkt er een beetje op dat The Brain bezig is de geschiedenis over te doen. Het experiment is niet
nieuw. En vooral de buitenissige instrumenten wekken associaties met muziek uit de jaren '60. Het stuk
prikkelt tot nadenken: over de behoefte het componeren met noten en maatstrepen aan de kaak te stellen,
over de essentie van vorm en inhoud, en over de plaats van de creativiteit op de lijn tussen orde en
chaos. Is een geluidsplan een muziekstuk? Voor Sauer en De Jong is het misschien genoeg. Maar in Vuk
is de collectie op zichzelf uitstekende musici te bont, en de omschrijving van de
handelingen kennelijk te ruim geformuleerd. Om van de uitputtende, al te ambitieus gekozen tijdsduur
twee delen van elk drie uur maar te zwijgen.
Het pleit voor The Brain dat de gigantische uitdragerij van instrumenten en geluiden niet dan bij
uitzondering ontaardt in de warwinkel van een jamsessie. Maar verder heeft Vuk veel weg van een
Molotov-cocktail waarin de benzine vergeten is. Hier en daar smeult een vlammetje, maar, hoe raar het
ding ook rolt, ontploffen, nee.
© Frits van der Waa 2006