de Volkskrant van 31 januari 1989, Kunst, recensie
Spook van de operette waart door Mozarts Entführung
Die Entführung aus dem Serail van W. A. Mozart door Opera Forum o.l.v. August Haltmayer en Vittorio
Patané. Stadsschouwburg Utrecht. Herhalingen: Apeldoorn (1), Leeuwarden (3), Leiden (13),
Hengelo (15), Breda (17), Amsterdam (19 februari), in april en mei nog 8 voorstellingen. Radio 4: 6
februari 13.30 uur.
Hoe je Mozarts Entführung aus dem Serail ook ensceneert, zonder een ladder gaat het niet.
Het is een essentieel attribuut, door de nobele Belmonte en zijn dienstknecht Pedrillo gebruikt om de
nobele Konstanze en d'r dienstmaagd Blonde uit de harem van Bassa Selim te bevrijden. De vluchtpoging
of liever: het mislukken ervan is de sleutelscène van de intrige.
De Nederlandse Opera heeft vorig jaar mei een tot in de hemel reikende jacobsladder op het podium
gezet, waarlangs harembewaker Osmin als een soort Spiderman naar beneden werd getakeld.
Opera Forum doet het met een simpel trapleertje, dat door Osmin al even simpel wordt opgevouwen en
weggedragen. Klaar is Kees.
Forums Entführung is als een pleister op de wonde, na de vrijwel dodelijke steek die de
Nederlandse Opera Mozarts innemende Singspiel toebracht. Waarmee niet gezegd is dat het een
kreukvrije voorstelling is. Want ais Forum eens iets voor de volle honderd procent voor elkaar had, zou
Forum Forum niet zijn.
De Italiaan Vittorio Patané, verantwoordelijk voor regie, kostuums en decor, is Forums vaste
Mozart-man. Eerder deed hij Cosi fan tutte, La finta semplice, en La clemenza di Tito,
en voor 1991/92, Mozarts tweehonderdste sterfseizoen, staat er nog meer op stapel. Patané is een
erudiete analyticus, die in zijn ensceneringen graag commentaar levert op de denkbeelden en de
kunsthistorische achtergrond die de opera-inhoud mede bepalen. Zo stelde hij La finta semplice
voor als een voorstelling van een commedia dell'arte-groep, waarmee hij de wortels van de
komische opera liet zien, en tegelijkertijd het oude, geïmproviseerde tegenover het nieuwe,
gecomponeerde muziektheater stelde.
Patané is echter scherpzinnig genoeg geweest om die Entführung niet met dat soort
listige constructies op te zadelen. Hij neemt het verhaal voor wat het is: een lichtelijk naïef,
exotisch getint avontuur, met goed uitgewerkte, zij het weinig dubbelzinnige karakters en een afgewogen
combinatie van ernst en luim (dat laatste was trouwens anno 1782 een revolutionaire vernieuwing).
Dat uitgangspunt resulteert in een enscenering die op het eerste gezicht weinig oorspronkelijks te
bieden heeft. Het bescheiden speeloppervlak is omlijst door een symmetrische, multifunctionele
zuilengang, met onmiskenbaar Turks/Arabisch ornamentiek (mogelijk stijlgetrouwer dan men in Mozarts
tijd wist te realiseren). Ook de kostumering is precies wat je verwacht: Selim en Osmin in lange, wijde
gewaden, Belmonte en Pedrillo in achttiende-eeuws herentenue, en de beide dames in smaakvol Oosters
haremgoed.
De vele goede dingen zijn zo eenvoudig en vanzelfsprekend dat je ze eigenlijk niet opmerkt. Maar in
dat vanzelfsprekende schuilt juist het bijzondere. Neem dat trapje. Iedereen kan zoiets bedenken, maar
het klopt volkomen met het onhandige gedoe van de twee tot falen gedoemde helden. De afwisseling tussen
muzikale en gesproken fragmenten, die zo menig Singspiel tot een hotsend hoorspel maakt, is hier
opvallend natuurlijk en daardoor juist weer onopvallend vormgegeven.
Met dat al balanceert Patané dikwijls op het randje. Uit zijn regie komt duidelijk naar voren
dat hij theater, en opera dus ook, benadert als iets kunstmatigs. Hij deinst er niet voor terug om zijn
zangers zich rechtstreeks tot de zaal te laten wenden, maar toch gebeurt het dan gauw te vaak. En
hoewel hij beweging en muziek gewoonlijk subtiel coördineert, is soms de choreografie
overnadrukkelijk aanwezig (bijvoorbeeld in het te leuke en eensgezinde dronkemansduet tussen Osmin en
Pedrillo). De vondst ligt op zulke momenten niet ver van het gezochte, en dan waart opeens het spook
van de operette door Die Entführung.
"Ik wil graag dat een aria een zanger volmaakt past, als een goed gesneden kostuum", schreef Mozart
eens. Het probleem voor latere generaties is dat ze nieuwe dragers voor Mozarts maatkostuums moeten
vinden. Forum is daar niet goed in geslaagd. Want de Amerikaanse tenor Donald George is voor de partij
van Belmonte te mager, met zijn gering bereik in het lage en zijn geforceerde behandeling van het hoge
register. En sopraan Barbara Carter, afkomstig uit Canada, heeft wel alle noten van de Konstanze-partij
voorhanden, maar erg mooi zingt ze niet, en haar voordracht is zo vlak dat je je afvraagt of ze weet
wat ze zingt.
Hierdoor overschaduwen Hans Jürgen Lazar en Cornelia Wosnitza, inde minder belangrijke rollen
van Pedrillo en Blonde, bijna de beide hoofdrolspelers. Wosnitza is een fascinerende Blonde, met een
stralend jong stemgeluid en een vlinderachtige dartelheid, die, hoewel ze op den duur wat gemaakt
aandoet, de razernij en frustratie van Osmin (fraai gezongen en geacteerd door de Pool Janusz Monarch)
meer dan begrijpelijk maakt.
Lazar is goed berekend op zijn partij, maar zijn zwaar-karikaturale Pedrillo-interpretatie (waarmee
hij de sfeervolle ballade In Mohrenland gefangen war volkomen om zeep helpt) draagt aanzienlijk
bij tot de verschijningen van het operettespook.
Het Forum-orkest, aangevoerd door August Haltmayer, is bepaald niet de zwakste schakel in het
geheel, ook al reageert het soms wat traag. Spijtig alleen dat het koor erg flets klinkt, waardoor de
slothymne de mist ingaat. Zo gaat deze zeer wisselvallige Entführung, die overigens,
gemeten naar Forum-maatstaven een geslaagde voorstelling genoemd kan worden, als een nachtkaars uit.
© Frits van der Waa 2006