de Volkskrant van 28 april 1989, Kunst, recensie
Nieuw werk Xenakis sullig en snijdend
Xenakis-programma door het Asko Ensemble o.l.v. David Porcelijn. Paradiso, Amsterdam. Herhaling en
Radio 4: Utrecht, 28 april, 20.00 uur.
Een aardige vraag voor het panel van het NOS-programma Discotabel: van wie is dit stuk? Het
heet Echange en het is van componist X. Dat is een harde noot om te kraken, zelfs voor de
hedendaagse-muziek-expert in het forum. Want componist X, 66 jaar oud, expert in de muzikale toepassing
van mathematica en computer, en wereldwijd vermaard, is de laatste jaren anders gaan componeren.
Soberder. Geconcentreerder. Intuïtiever. Romantischer?
Echange beleefde deze week in Paradiso zijn wereldpremière onder handen van het Asko
Ensemble, basklarinettist Harry Sparnaay en dirigent David Porcelijn, en in tegenwoordigheid van de
componist aan wiens werk het programma geheel gewijd was, Iannis Xenakis.
Xenakis heeft Echange speciaal voor het Asko Ensemble geschreven, in opdracht van het
Amsterdams Fonds voor de Kunst. Het is jammer dat het resultaat van die opdracht, de eerste die het
Fonds ooit aan een buitenlandse componist verleend heeft, niet zo overweldigend is als men
waarschijnlijk verwacht heeft.
Niet dat Echange een slecht stuk is.
Xenakis is nu eenmaal een groot componist. Maar het klinkt wel of hij zich slecht op de hoogte heeft
gesteld van de formidabele capaciteiten van dit ensemble en deze solist. Naar Asko-maatstaven en ook
vergeleken met andere composities van Xenakis is het een tam werk. Tussen het razende granaatvuur
van stukken als Evryali (1973) en Eonta (1963), beiden met pianist Claude Helffer in de
geschutskoepel, deed Echange (1989) aan als een beschaafd divertimento.
Je kunt het natuurlijk beschouwen als een verdienste dat Xenakis Sparnaay niet voor de zoveelste
keer al zijn duivelskunsten laat vertonen. Maar daarvoor is veel van het materiaal dat de basklarinet
aandraagt net iets te sullig. Het ensemble (vijf strijkers, vier hout- en vier koperblazers) stelt daar
snijdende, complexe akkoorden tegenover, in een aanvankelijk simpele ritmische layout, die geleidelijk
aan onregelmatiger en spannender wordt, maar aan het slot
vervlakt tot het pompadompadom van volgehouden gepunkteerde figuren. De ontwikkelingen komen
traag op gang: Echange duurt ongeveer veertien minuten, maar voor het zich losmaakt uit wat
klinkt als inleidende terreinverkenningen is het al half voorbij.
Xenakis' recente muziek roept regelmatig reminiscenties op aan het werk van andere componisten, en
dat is bij een componist uit wiens noten jarenlang zo'n onvervreemdbare vulkanische persoonlijkheid
naar voren kwam een veeg teken. Het vorig jaar gecomponeerde Waarg bevat Stravinsky-echo's, en
de voortschrijdende, metaalachtig geïnstrumenteerde blokakkoorden van Echange doen denken
aan de muziek van Olivier Messiaen.
Al die bedenkingen nemen niet weg dat menig componist er ziel en zaligheid voor over zou hebben om
een stuk als Echange te kunnen maken. En evenmin deden ze iets af aan de verpletterende indruk
die het concert als geheel maakte. Onder Porcelijns nogal zakelijk ogende directie kwam het Asko vooral
in Akanthos en Palimpsest tot elektriserende interpretaties.
Het Asko herhaalt vier van de zes stukken in dit programma (waaronder Echange) vrijdagavond
in het Utrechtse Muziekcentrum, als onderdeel van een dag met Griekse muziek, die op zijn beurt deel
uitmaakt van een driedaags NOS-Lentefestival. Het concert wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4.
Als de kabels het houden tenminste.
© Frits van der Waa 2006