Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 19 mei 1989, Kunst, recensie

Violist Shlomo Mintz duelleert met Brahms in laaiende spanning

Brahms-sonates, door Shlomo Mintz en Yefim Bronfman. Concertgebouw, Amsterdam.

Als een schermer staat hij op het podium, één voet voor de andere, de stok geheven als een rapier. Alleen dat schrapgezette been verraadt iets van het gevecht dat zich binnenin Shlomo Mintz, 32-jarig meesterviolist, afspeelt. Want de inzet van het duel is juist dat niemand mag horen dat het een duel is.

Mintz en zijn begeleider Yefim Bronfman zijn naar het Concertgebouw gekomen met drie sonates van Johannes Brahms. Ze zijn gekomen, en dat is al heel wat. De zesdelige serie Recitals door grote solisten is minder flamboyant uit de verf gekomen dan de bedoeling was, doordat sterspelers als Serkin en Rostropowitsj verstek hebben laten gaan. Maar met Mintz' optreden heeft de serie in elk geval een waardig sluitstuk gekregen.

Al bij de schuchtere entree van de viool in de sonate in A, op. 100, blijkt dat Brahms' herfstige, donker getinte muziek Mintz op het lijf geschreven is. De vervoering die hij in het slotdeel bereikt is bescheiden, maar innig. De warme, volle toon van Mintz en de ronde, scherp gedoseerde pianoklank waarmee Bronfman de dooreenrimpelende lijnen van zijn partij verheldert, vullen elkaar excellent aan. Vooral in de sonate op. 108, met zijn abrupte tegenstellingen tussen lyriek en agitatie, doet hun hogeschool-samenspel de spanning hoog oplaaien.

Niet-minder intens is Mintz' altvioolspel in de Sonate in f, op. 120 nr. 1 (oorspronkelijk voor klarinet), waarin hij de lange melodie-lijnen een subtiele geleding in hoofd- en bijzinnen weet te onttrekken. De klankkleur van de alt beklemtoont de naar binnen geslagen emotie die de violist en de componist met elkaar delen. Slechts af en toe werpt Mintz een blik in de zaal, als om zichzelf er aan te herinneren dat hij voor publiek speelt.

Die wat stuurse inslag van zijn presentatie is in merkwaardige tegenspraak met de directheid waarmee hij de luisteraar deelgenoot weet te maken van zijn bevlogenheid, en van zijn volledige dienstbaarheid aan de muziek. Want Mintz speelt geen viool, maar hij speelt Brahms.


© Frits van der Waa 2006