Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 15 november 1990, Kunst, recensie

Wisselvallig verjaarsfeest ter ere van de saxofoon

Berlioz, Ibert, Lauba, Webern, Babbitt en Van Norden, door het Nederlands Blazers Ensemble o.l.v. Mark Wigglesworth. Paradiso, Amsterdam. Herhaling: Rotterdam, 27/11.

Bij een verjaardag hoort een feestje. Maar bij het 150ste verjaarspartijtje van de saxofoon, aangericht door het Nederlands Blazers Ensemble, werd de jarige eerst pootje gehaakt, daarna zonder veel animo op de stoel met slingers gezet, om na enige tijd pruilend in een hoek te hebben gezeten, pas in de laatste fase in het middelpunt van de feestvreugde te belanden. Nu is dat conform de geschiedenis, want de toenadering tussen de sax en de "serieuze" componisten is altijd wat schoorvoetend verlopen. En dat een bloemlezing uit anderhalve eeuw saxofoonmuziek wisselvallig uitvalt is waarschijnlijk onvermijdelijk. Maar dat de protagonist bij drie van de zes gespeelde stukken niet het achterste van zijn tong kan laten zien is een gemiste kans.

Met het enige negentiende-eeuwse werk in dit concert, een "reconstructie" van een Hymne Sacré, vervaardigd door de Franse saxspeler Jean-Marie Londeix, is de sax evenmin gediend als de oorspronkelijke maker, de meesterinstrumentator Hector Berlioz. Een vervalsing, in de meest letterlijke zin.

Jacques Ibert leverde met zijn Concertino uit 1935 de stoel met slingers. De slingers waren prachtig, dankzij Arno Bornkamp, aanstormend meestertalent op de alt- en tenorsax. Maar de stoel, vooral de poot van de enkelvoudig bezette strijkers, was een beetje zwakjes, al hield dirigent Mark Wigglesworth de zaak goed overeind.

In Jeux van Christian Lauba heet een saxofoonkwartet het hart van het ensemble te vormen, maar had iemand me wijsgemaakt dat het twee jaar oude stuk een contrabasconcert is, dan had ik het ook geloofd. Desondanks en de vele exotische effecten en een zekere spring-in-het-velderigheid ten spijt is Jeux een stuk met veel stuwkracht. Wel werd de piano er erg jengelig van. Dat kwam de overigens vlekkeloze uitvoering van Weberns Kwartet op. 22 (een meesterwerk met 25% sax, maar verre van typerend voor het instrument) niet ten goede. De prikkelende twaalftoonsjazz van Milton Babbitts All Set uit 1957 voer er daarentegen wel bij.

De feestklapper – met, hoera, onverdund en extravert saxgeluid – kwam van Maarten van Norden, met Battle of the Saxes. De confrontatie tussen het Blazers Ensemble en het Aurelia Kwartet neemt velerlei gedaanten aan (is het toeval dat het kopmotief doet denken aan Satisfaction van de Stones en het slot aan de finale van Frank Zappa's 200 Motels?), maar het is een lekker ruig, knap gemaakt stuk. De toegift, Sealed with a kiss van Steven Galante, was vooral grappig en toonde de sax in zijn meest naakte gedaante: een buis om door te blazen.


© Frits van der Waa 2006