de Volkskrant van 23 mei 1991, Kunst, recensie
Landerige luisteraars
in therapie bij Cage
Europera V van John Cage, door Yvar Mikhashoff, Martha Herr, Gary Burgess e.a. Frascati. Amsterdam.
Het werk van de componist John Cage is een soort ideeënkunst. Het heeft veel gemeen met dat wat
Marcel Duchamp in de beeldende kunst deed: net als Duchamp heeft Cage nagenoeg alle gevestigde waarden
en normen onderuit gehaald, en daardoor tegelijkertijd belangrijke, invloedrijke vernieuwingen tot stand
gebracht.
Het aardige aan Duchamp is alleen dat die elk idee slechts één keer uitvoerde. Elk stuk
uit Duchamps bescheiden oeuvre is een unieke flits. Bij Cage krijg je nogal eens de indruk dat hij
invuloefeningen zit te maken.
Zo voegt Europera V, het stuk dat hij (mede) in opdracht van de IJsbreker heeft geschreven,
en dat maandag in Frascati zijn Europese première beleefde, bitter weinig toe aan wat we al
wisten van Cage, en na het lezen van de programmafolder en besprekingen van eerdere
Europera-afleveringen zelfs helemaal niets.
Europera V is natuurlijk geen opera, maar een licht geënsceneerd concert
van precies een uur lang, met muziek die geheel bestaat uit een door toevalsoperaties geregisseerde
collage van ready-mades. Een zanger en een zangeres zingen, nu eens op, dan weer achter het
podium, en onbegeleid, stukjes uit opera's van onder anderen Mozart, Bizet en Puccini. Een pianist
speelt uit een groen boek met Liszt erop, alleen houdt hij zijn handen een centimeter te hoog, zodat er
slechts af en toe een noot doorkomt. Een assistent draait 78-toeren-aria's op een prachtige oude
toetergrammofoon. De twee andere technici doen hier en daar spots, een radio en een televisietje aan
en uit.
Twee dingen zijn aardig. Het ene is en dat verraadt toch weer de vaardige hand waarmee Cage
het toeval bestuurt dat het door elkaar lopen van die ingrediënten nooit tot overdoses
leidt. Het andere is de paradoxale, maar slechts schijnbare orde die af en toe optreedt, zoals wanneer
twee muzikale lagen in elkaar lijken te schuiven, of zoals die stilte met daarin, duidelijk hoorbaar,
het commentaar van de deejay: "Het is pretentieloze amusementsmuziek." Cage, Les Een: de schoonheid van
het toeval.
Maar is deze presentatie van bekende stof leuk, verfrissend, prikkelend, of, zelfs maar,
onderhoudend? Nee, dat is het allemaal niet. Het is meer een soort bezigheidstherapie voor landerige
luisteraars.
© Frits van der Waa 2006