Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 6 juni 1991, Kunst, recensie

Berio's Un re in ascolto is imposante toverkunst

Holland Festival. Un re in ascolto, opera van Luciano Berio, semiscenische uitvoering door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Koor van het Rotterdams Conservatorium en solisten o.l.v. Stephen Harrap. Enscenering: Franco Ripa di Meana. Concertgebouw, Amsterdam.

Horen en luisteren zijn niet hetzelfde, zo luidde het uitgangspunt waarmee componist Luciano Berio en schrijver Italo Calvino begonnen aan wat de opera Un re in ascolto zou worden. Het is een complex stuk, waarbij Berio aan het door Calvino geleverde materiaal nog allerlei betekenislagen en referenties heeft toegevoegd. De compositie beweegt zich op het snijpunt van muziek, theater en literatuur.

Dat zien en kijken evenmin hetzelfde zijn, bleek dinsdag in het Concertgebouw, waar Un re zijn eerste Nederlandse uitvoering beleefde. Niet, zoals aangekondigd, gedirigeerd door Berio zelf (ziek), maar door zijn assistent Stephen Harrap. "Semi-scenisch" heette het, maar dat was zwak uitgedrukt voor een opera die, al zat er dan een heel Rotterdams Philharmonisch Orkest op het podium en beperkte het decor zich tot enkele requisieten, net- en trommelvliezen van alle kanten leek te bestoken.

Naaisters, auditerende zangeressen, mimende acteurs, dansers, acrobaten, en, niet te vergeten, een keur aan operazangers, dikwijls driftig dooreen zingend, er was zo veel te zien en te horen dat werkelijk bewust, geabsorbeerd kijken en luisteren nagenoeg onmogelijk leek. Dat wil zeggen, aanvankelijk. Want geleidelijk maakt spektakel plaats voor soberheid en concentreert de muzikale mededeling zich meer en meer in het orkest, een eminente bijdrage van het Rotterdamse gezelschap.

De hoofdpersoon van Un re is de schouwburgdirecteur Prospero (Donald McIntyre), die luistert naar de repetitie van een voorstelling. Die voorstelling op zijn beurt gaat over een koning die slechts door te luisteren weet wat er omgaat in zijn rijk. De directeur tast rond in zijn herinnering en in zijn dromen. Waarnaar? "Ik zoek iets dat me tussen de geluiden wordt gezegd." De verhaalniveaus lopen door elkaar. De directeur is tegelijkertijd de koning, en op een gegeven moment meent hij ook de magiër Prospero uit Shakespeares The Tempest te zijn. Aan het eind van het eerste deel zakt hij in elkaar. Aan het eind van het tweede sterft hij.

McIntyre, gevierd Wagnerzanger, maakte niet alleen met zijn witte manen een werkelijk koninklijke indruk. Temidden van het onoverzichtelijk gezelschap dat om hem heen krioelde leverden vooral sopraan Kathryn Harries, tenor Peter Kazaras en de acteur Graham Valentine substantiële bijdragen. Kazaras, die in plaats van Peter Haage de partij van de regisseur zong, deed dat met overtuiging, al stak hij naast McIntyre wat bleekjes af. Dat hij met een partituur rondzeulde deed aan zijn geloofwaardigheid geen afbreuk: een regisseur mag nu eenmaal voortdurend zijn neus in het script steken.

Un re in ascolto is, bij eenmalige beluistering, wat veel om te verwerken en het blijft de vraag waar de opera nu precies over gaat en of ze de in de tekst verwoorde gedachten nu verheldert of verduistert. Maar dat het, zowel muzikaal als theatraal, een imposante, om niet te zeggen luister-rijke, constructie is staat buiten kijf. Het is als het ware een enorme rij panelen, telkens weer anders van karakter, nu eens bespiegelend, dan weer dramatisch, soms zelfs overvol, maar de hand die dit alles heeft gemodelleerd en ingekleurd met zwaartekrachtloze clair-obscur-harmonieën waaruit enkele tonen naar voren komen en zich aaneenrijgen (of andersom) is onmiskenbaar die van Berio. Als librettist misschien een goochelaar, als componist absoluut een tovenaar.


© Frits van der Waa 2006