Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 10 februari 1992, Kunst, recensie

Vader Andriessens eeuwfeest in het spoor van Mozart


Wat Mozart vorig jaar voor de wereld was, dat wordt Hendrik Andriessen in 1992 voor Nederland. Het grote Hendrik Andriessen Eeuwfeest – een ware muziekmarathon – is vrijdag ceremonieel geopend in Haarlem, de stad waar Andriessen geboren werd en een belangrijk deel van zijn loopbaan doorbracht. Zeven orkesten schenken het komend jaar aandacht aan zijn werk, er komen orgel- en korenconcoursen, een opera, CD-project, orgelserie, concerten, symposia, een tv-documentaire en een biografie.

"De muziek is een vrije gave van de natuur aan alle liefhebbers", noteerde Andriessen in een van zijn vele beschouwingen. Het is een typerende uitspraak. De liefde voor de muziek was wat Andriessen bewoog, maar de vrijheid – dat wil zeggen, afkeer van dogma's en respect voor andermans opinies – was voor hem minstens zo belangrijk. Kritisch, dat was hij zeker, maar venijnig was hij nooit. En dat weerklinkt in zijn muziek, over de tweehonderd werken, waarvan dit jaar ruwweg twee-derde deel wordt uitgevoerd.

Een veelzijdig begaafd man: Andriessen was componist, organist, schrijver, docent. En dat veel van zijn talrijke kinderen en kleinkinderen een muzikale loopbaan hebben gekozen mag niet alleen aan erfelijke eigenschappen worden toegeschreven, maar evenzeer aan het talent van Papa Andriessen om zijn muziekliefde over te dragen.

Als componist was Andriessen niet werkelijk progressief, ook al heeft hij de katholieke kerkmuziek in Nederland belangrijke nieuwe impulsen gegeven. Zijn muzikale voorgangers zijn Franse componisten als Franck en Roussel. Wel wist hij nieuwe principes met zijn eigen idioom te vervlechten. In verschillende van zijn latere composities speelt bitonaliteit (het gelijktijdig gebruiken van twee verschillende toonaarden) een rol, en thema's die opgebouwd zijn uit alle twaalf tonen van het octaaf verraden dat Schönbergs ideeën hem niet volledig onberoerd hebben gelaten. Niettemin klijnkt zijn muziek of de muzikale aardschokken die Stravinsky, Schönberg en Bartok en zelfs Debussy deze eeuw teweegbrachten haar onberoerd hebben gelaten.

Wat dat betreft was Andriessen een typisch Nederlands componist. Praktisch, ambachtelijk, gezellig ook. De verbetenheid, het fanatisme van tijdgenoten als Willem Pijper (een eeuwfeest in 1994?) of Matthijs Vermeulen (geen eeuwfeest in 1988) waren hem vreemd. Zijn muziek stond midden in de maatschappij, net als hij zelf.

Dat verklaart ook waarom de festiviteiten rond zijn honderdste verjaardag zo'n hoge vlucht hebben kunnen nemen. Het veelzijdige oeuvre van Andriessen weerspiegelt al bijna een eeuw Nederlandse muziek – hij overleed in 1981, 88 jaar oud – en zijn verhaal wordt in zekere zin vervolgd met het werk van zijn zoons Jurriaan en Louis.

Vandaar dat niet minder dan zeven orkesten aandacht aan Andriessen zullen besteden, vandaar het orgel- en het korenconcours deze zomer, vandaar de opvoering van de opera De Spiegel uit Venetië, cd-projecten, een orgelserie, kamermuziekconcerten, symposia, een tv-documentaire en een biografie.

En vandaar ook dat het Haarlemse Concertgebouw verrijkt is met een borstbeeldje van Andriessen op 19-jarige leeftijd, destijds vervaardigd door Jan Bronner, en vrijdag met vastberaden hand onthuld door de Haarlemse burgemeester Schmitz.

De acht Andriessen-composities in het daaropvolgende openingsconcert, uitgevoerd door het Noordhollands Philharmonisch Orkest onder de Russische dirigent Alexander Vakoulsky, brachten weinig onthullingen, al vormde het programma een aardige staalkaart. Sopraan Miranda van Kralingen leverde eerst opvallend vlakke bijdragen in Miroir de peine en Magna res est amor, stukken die sterk tegen de kerkmuziek aanhangen, maar verraste vervolgens met haar genuanceerde vertolking van de cyclus L'attente mystique.

Andriessens Tweede Symfonie verraste aanvankelijk door zijn schrijnende, bitterzoete samenklanken, die in het jaar 1937 behoorlijk modern moeten hebben geklonken. Helaas heeft Andriessen dit idioom zo strak in de hand gehouden dat het werk er een beetje in blijft steken – wat ook in de zeer chromatische Symfonische Etude uit 1952 gebeurt. Het Nederlands Theaterkoor rondde het concert krachtig af met de Due Madrigali uit 1940 en de twintig jaar later gecomponeerde Hymne Veni Creator, stukken die getuigen van een sterk, soms heel oorspronkelijk harmonisch besef.

Tot 16 februari doet ook het Brabants Orkest een handvol duiten in het eeuwfeest-zakje, onder andere met een symfonisch programma waarin het naast Andriessens Derde Symfonie en het Te Deum ook vroege werken van Louis en Jurriaan Andriessen ten gehore brengt.

Wat in dit concert opviel is dat de beide jongere Andriessens veel meer kwinkslagen in hun muziek hebben gestopt dan hun vader, die getuige tal van verhalen toch ook veel gevoel voor humor had. Vooral Anachronie II, gecomponeerd in 1969 door de toen 30-jarige Louis, blijft een geestige pastiche van verschillende muzieksoorten. De Berkshire Symphonies van zijn oudere broer Jurriaan is een feestelijke hommage aan Stravinsky, die voor een stuk uit 1949 behoorlijk up to date klinkt en voor het werk van een 24-jarige verrassend en veelbelovend. Toch gaat het stuk iets te lang door, datzelfde bezwaar geldt voor de Derde Symfonie van Vader Andriessen.

In dit stuk was opnieuw duidelijk waarneembaar met hoeveel liefde en aandacht de muziek gestalte is gegeven, maar ook dat het parcours daarbij toch dikwijls al te voorspelbaar wordt. Het is eigenaardig dat de door-en-door katholieke componist Andriessen op zo'n strenge, calvinistische manier met zijn materiaal omging. Toch is ook dat weer zeer Hollands.

Het staat buiten kijf dat dit jubileum gevierd dient te worden. Maar op deze schaal? Mozart heeft zijn tweede eeuwfeest glansrijk doorstaan; het gevaar dat men de muziek van Hendrik Andriessen over een jaar geheel beu zal zijn, dat is helaas levensgroot aanwezig.

Concerten in het Hendrik Andriessen Eeuwfeest: Noordhollands Philharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Vakoulsky. Concertgebouw, Haarlem; Het Brabants Orkest, Frank van Koten en het Philips Philharmonisch Koor o.l.v. Heinz Friesen. Schouwburg, Eindhoven. Herhaling: Den Bosch, Breda en Tilburg. Radio 4: 22/2, 20.00 uur.


© Frits van der Waa 2006