de Volkskrant van 9 maart 1992, Kunst, recensie
Koppelconcert met Stravinsky en Ivens kan veel kruidiger
Ives, Stravinsky, Van Roosendael en Milhaud door het Nederlands Blazers Ensemble, Boris Berman en
Ivo Janssen o.l.v. Michael Zilm. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: vanavond, 20.02 uur.
Met De Koppeling heeft het Nederlands Blazers Ensemble een mooie formule bedacht. Het lijkt
simpel: een klassiek meesterwerk, een nieuw Nederlands werk dat daar iets mee te maken moet hebben,
en een gespecialiseerde dirigent, liefst eentje uit een onverwachte hoek.
Zo simpel is het echter niet. In januari kreeg de eerste aflevering van de concertserie (met
Mozart, Keuris, Rijnvos en Frans Brüggen) probleemloos zijn beslag. Maar Heinz Holliger, die
het tweede programma zou dirigeren, gooide roet in het eten: hij wilde pianist Alexander Toradze
niet, hij wilde het nieuwe stuk van Jan Rokus van Roosendael niet; kortom, hij wilde niet.
Dus werd het Blazers Ensemble zaterdag aangevoerd door de Duitse dirigent Michael Zilm, voorheen
assistent van Von Karajan en deskundig op het gebied der twintigste-eeuwse muziek. Sneu genoeg moest
ook voor de ziek geworden Toradze een vervanger gezocht worden. Dat werd Boris Berman.
Alle af- en aan-koppelingen ten spijt was het concert zeer genietbaar vooral dankzij het
uitgekiende programma, waaraan niet getornd was. De uitvoeringen waren onberispelijk, maar hadden
wat sjeuiger gekund.
Stravinsky's Concert voor piano en blaasinstrumenten, het uitgangspunt van de koppelgedachte,
kreeg onder handen van Berman scherp en secuur gestalte. Maar de bedekte knipogen naar Bach en Mozart
twinkelden niet werkelijk, en een wat trager tempo had het largo-middendeel waarschijnlijk aan spanning
doen winnen.
In de overige onderdelen nam niet Berman, maar Ivo Janssen de pianopartijen voor zijn rekening. Jan
Rokus van Roosendael schreef Events voor de bezetting van het Pianoconcert (plus een
tam-tam), maar reageert met dit stuk een uitwerking van een eerdere, gelijknamige
pianocompositie op een veel latere Stravinsky, die van het seriële pianoconcert
Movements uit 1959.
Events is een bondig werk, met een beheerste, doorgaande ontwikkeling, ook al zijn de
acht aaneengesloten segmenten vaak heel verschillend van karakter. Het stuk begint laag, met korte
gestes van dikwijls niet meer dan twee tonen, die in verschillende partijen aan elkaar gehaakt worden,
en soms even stuiterend blijven liggen. Geleidelijk aan worden de gebaren groter en het spectrum wijder.
Met een plotselinge overgang belandt de muziek in een hoger register en ontwikkelt zich een dialoog
tussen de pianist en het orkest. Tenslotte komt de muziek tot stilstand in een ijle, liggende
samenklank en percussieve, sonore akkoorden, waarboven de piano hoge, grillige figuurtjes uitstrooit.
Dat doet sterk aan Messiaen denken, maar floep, daar is opeens het slotakkoord, de enige openlijke verwijzing naar Stravinsky.
Een verbluffend stuk is Events niet, maar wel een helder geformuleerd muzikaal essay, waarin
Van Roosendael een kettingstructuur en een organische gedachtengang met succes weet te combineren.
Het was een vondst om Stravinsky's geciseleerde, maar weerbarstige Pianoconcert te
confronteren met een keuze uit de schijnbaar losgeslagen en niet minder weerbarstige composities
van zijn Amerikaanse generatiegenoot Charles Ives. Dichter bij huis ligt Milhauds
La création du monde, die echter onder de gedisciplineerd zwaaiende Zilm veel aan
Latijnse vurigheid inboette.
Bij het volgende, tevens laatste Koppeling-concert, op 10 mei in Paradiso, belicht het NBE
de Russisch-Nederlandse betrekkingen aan de hand van Moessorgski's Schilderijententoonstelling,
voor blazers bewerkt door Geert van Keulen, van wie tevens een nieuw werk wordt uitgevoerd. Dit alles
onder leiding van Valeri Gergjev, de hier te lande inmiddels befaamde Rus, die te hard werkt en daarom
soms verstek moet laten gaan. Hm. Even afkloppen.
© Frits van der Waa 2006