Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 17 maart 1992, Kunst, recensie

Wolfs Der Corregidor is feest met een anticlimax

Afmattend slot bederft komedie over ontrouw

Der Corregidor, opera van Hugo Wolf (concertant) door het Radio Filharmonisch Orkest, Nederlands Concertkoor en solisten o.l.v. Kenneth Montgomery. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Radio 4: 21 maart, 20.02 uur.

"Als je iemand ziet flaneren, met een grote groene snor, en een hoofd vol wuivende veren, dan is het een orrekiedor", dichtte Annie M.G. Schmidt ooit. Zou De Orrekiedor iets met Hugo Wolfs opera Der Corregidor te maken hebben? Het moet haast wel, ook al is het werk tot afgelopen zaterdag nooit in Nederland te horen geweest.

Dat dat bijna een eeuw geduurd heeft is niet zo'n wonder. Der Corregidor staat bekend als een problematische opera, en de Utrechtse concert-uitvoering – onderdeel van de KRO-serie Acht bijzondere concerten – bevestigde die reputatie.

Had Hugo Wolf in 1895 maar een librettist van het kaliber Annie M.G. gehad. Dan was de opera niet geëindigd als een soort oratorium waarin voornamelijk wordt uitgelegd wat er in de voorgaande drie bedrijven precies gebeurd is. Maar zelfs dan had een anticlimax waarschijnlijk niet voorkomen kunnen worden. Het eindeloos voortborduren op dezelfde Leitmotive brengt reeds in het derde bedrijf een zekere afmatting teweeg. Jammer. Na de eerste helft, een feest van haast over elkaar tuimelende taferelen, vraag je je af waarom de opera geen repertoire heeft gehouden. De tweede helft geeft daarop het antwoord.

Wolf is maar 42 jaar oud geworden en was par excellence een componist van liederen. Der Corregidor is, afgezien van enkele onvoltooide fragmenten, zijn enige opera. Het verhaal van Der Corregidor, gebaseerd op Alarcós novelle El sombrero de tres picos (later vooral bekend door De Falla's balletmuziek), is een komedie met een tragische ondertoon. De corregidor (de plaatselijke magistraat) stelt met zijn escapades de echtelijke trouw van de molenaar Tio Lucas en zijn vrouw Frasquita danig op de proef. Maar aan het slot van het verhaal blijft hij zitten met het vermoeden zelf de bedrogene te zijn. Ten onrechte, want er is – voorzover het vreemdgaan betreft – niets gebeurd.

De opera verraadt dat Wolfs muziekdramatisch instinct zijn beperkingen had. De opbouw van het geheel is aan de kortademige kant; de humor (hik, hatsjoe) is nogal banaal; en de ensembles, die veelal een episode afsluiten, doen dat onverhoeds en lijken bovendien allemaal op elkaar.

Maar Wolf was nu ook weer niet de eerste de beste. De kunst om gevoelens en personages te karakteriseren beheerste hij volkomen. Zijn behandeling van het orkest was meer dan vakkundig – zij het soms overenthousiast; en zijn gevoel voor melodische declamatie was buitengewoon. Voor de solisten moet het een dankbare opgave zijn geweest hun soepel neergelegde lijnen leven in te blazen.

Het was een illuster gezelschap, die negenkoppige zangersploeg. Gabriele Lechner zette een formidabele Frasquita neer, ook in fysiek opzicht: Alexander Oliver (de corregidor) en Katsunori Kono (Lucas) reikten amper tot haar schouders, en dat klopte wonderwel, want ook in het verhaal zijn dat maar onaanzienlijke mannetjes. Oliver, befaamd om zijn Mime-vertolkingen in Wagners Ring, is met zijn snijdende, lenige tenorgeluid geknipt voor de titelrol. Al is de bariton van Kono iets minder krachtig, zijn voordracht is des te expressiever.

Al met al is Der Corregidor een intrigerend stuk: reden genoeg om zaterdagavond op tijd de radio aan te zetten – en hem desgewenst voortijdig weer uit te draaien.


© Frits van der Waa 2006