Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 25 september 1992, Kunst, recensie

Flauwekul Forum is de nekslag voor De Parelvissers

Les Pêcheurs de Perles, opera van Georges Bizet, door Opera Forum o.l.v. Cyril Diederich en Corina van Eijk. Twentse Schouwburg, Enschede. Tournee.

Bij Opera Forum moet iemand rondlopen die De Parelvissers een geweldige opera vindt. Het moet iemand zijn bij wie gebrek aan dramatisch of muzikaal inzicht gepaard gaat met een ongewone overredingskracht. Want ongetwijfeld hebben andere leden van het Forum-gezelschap tegengeworpen dat De Parelvissers een zwak werk van Bizet is; dat het stuk, in 1863 al geen groot succes, ook een revival dertig jaar later niet heeft doorstaan; dat niet voor niets alleen dat ene succesnummer, het duet Au fond du temple saint, nog wel eens te horen is; en dat je, kortom, een briljant regisseur moet zijn om uit dit onevenwichtige werk nog iets te maken.

Maar die iemand heeft toch zijn zin gekregen. Forum doet nu De Parelvissers, twintig keer maar liefst. Het is een aangrijpende voorstelling. Al na de eerste akte slaat de aandrang om gillend de zaal te verlaten toe.

Dat ligt niet aan Bizet, en zelfs niet aan het onmogelijke libretto. Het verhaal gaat over de priesteres Léïla die een kuisheidsgelofte heeft afgelegd, en over haar twee vrijers, Nadir en Zurga, die ook, aan elkaar althans, hebben beloofd hun handen thuis te houden. Nadir doet dat niet. Natuurlijk wordt het stel betrapt en daarna door Zurga achtereenvolgens vergeven, ter dood veroordeeld en weer gered. Het verhaal rammelt van de loszittende drijfveren. Een goede verstaander zou er uit kunnen opmaken dat nobele geloften en edele liefdes geen stuiver waard zijn, maar dat hebben Bizet en zijn librettisten vast niet bedoeld.

De destijds 25-jarige componist heeft dit ongeloofwaardig muziekdrama bovendien ontsierd door spanningsbogen op het verkeerde moment af te snijden en het te doorspekken met hergebruikt materiaal uit eerdere opera-ondernemingen. Maar lelijke muziek is het niet. En de Franse dirigent Cyril Diederich, ingevallen voor Dietfried Bernet, weet het Forum-orkest menige fraaie kleurschakering – maar weinig stuwkracht – te ontlokken. Dat de violen soms angstig klinken en de hoorns bouwvallig is bij Forum niet ongewoon.

Zo mag je bij dit gezelschap ook geen wereldschokkende vocale prestaties verwachten. Toch is de rampspoed die de Amerikaanse bariton Patryk Wroblewski teweegbrengt met zijn Zurgapartij nog onverwacht groot. Wroblewski zingt veel valse noten en maakt de indruk geen syllabe van de tekst te begrijpen. Des te meer sympathie wekt de Engelse tenor Adrian Martin (Nadir), een haarscheurtje in zijn timbre ten spijt. De Nederlandse sopraan Monique Krüs gooit zich met hart en ziel in haar Léïla-partij, maar haar stem is nogal klein en voor het gekir iets te donker. Bovendien zingt ze door haar neus.

Maar het is de theater-component die de nekslag levert. Regisseuse Corina van Eijk, die met haar eigen opera-produkties in het Friese plaatsje Spanga enige naam heeft gemaakt, heeft geprobeerd de zwakheden van de Parelvissers te compenseren door er allerlei wanstaltige flauwekul bij te fantaseren. De arme Adrian Martin moet na het mooie duet in de hoek een plasje gaan doen. De beklagenswaardige Patrick Vilet (priester Nourabad) is aangekleed als een kwijlende, vette wellusteling met een blote papbuik. Deze bijfiguur is zo zwaar aangezet dat er van de drie toch al fletse hoofdpersonen niets overblijft. En het Forum-koor heeft het bevel gekregen om doodstil te blijven staan, wat de tekst ook uitdrukt.

In Bizets tijd speelde de opera zich af op Ceylon, bij Forum zo te zien ergens in de Stille Zuidzee. Er zitten grotesk dikke vrouwen op paaltjes. Aardig, maar volledig afgekeken van Maguy Marins ballet Groosland. Er is een object dat het midden houdt tussen een grootzeil en een Fiji-wigwam, in de tweede akte uitgekleed tot een vervaarlijk wiebelende draadstellage. Er is een onrustige belichting die op de knulligst denkbare manier parallel loopt met de muziek en daarmee Bizets knip-en plakwerk nodeloos onderstreept.

En toch ontstijgt de voorstelling hier en daar aan onmacht en onbegrip – uitsluitend dankzij Bizet. Op die momenten gloeit er al iets van het vuur dat hij later, in Carmen, zo fel heeft laten oplaaien.


© Frits van der Waa 2006