Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26 oktober 1992, Kunst, recensie

Maksymiuk gedreven maar oppervlakkig

Ravel, Szymanowski en Tsjaikovski, door het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Kaja Danczowska o.l.v.Jerzy Maksymiuk. De Doelen, Rotterdam.

Een orkest dat een bassist nodig heeft zet een advertentie en dan mag er een rijtje van die bromberen opdraven om proefspel te leveren. Maar voor dirigenten en solisten bestaat er geen proefspel. Althans, voor hen bestaat het proefspel uit het geven van een concert.

Het Rotterdams Philharmonisch Or kest heeft dit seizoen een meer dan gewone portie nieuwe, deels onbekende dirigenten uitgenodigd. Waarschijnlijk is er sprake van een talentenjacht. Dringend nodig is die niet: met een vaste gastdirigent als de fenomenale Valeri Gergjev kan het gezelschap nog jaren voort.

Van de Pool ]erzy Maksymiuk, die het orkest de afgelopen week aanvoerde, zal het verse bloed niet komen. Maksymiuk (56) heeft een achtenswaardige staat van dienst. Hij heeft het door hem opgerichte Pools Kamerorkest tot een gevierd ensemble gemaakt. Tegenwoordig is hij chefdirigent van het BBC Scottish Symphony Orchestra.

Maksymiuks Rotterdamse verrichtingen waren evenwel niet opmerkelijk, afgezien van de grote gebaren waarmee hij onophoudelijk energie in het orkest lijkt te willen pompen. Zijn interpretaties zijn emotioneel van toonzetting.

De grote lijnen zijn er en de orkestklank is lekker smeuïg. Maar voor details en inwendige contrasten heeft hij weinig aandacht, en zijn gedreven gezwaai is kennelijk niet altijd even helder. Het was meer dan eens hoorbaar dat de musici moeite hadden hun front gesloten te houden.

Vooral in het doorzichtige en dus kwetsbare lijnenspel van Tsjaikovski's Serenade voor strijkorkest vielen saillante middenstemmen onder tafel en klonk er in het doorgeven van vliegensvlugge motiefjes een lichte paniek door. Gelukkig wist Maksymiuk de gevoelslading van het stuk overeind te houden, waardoor vooral het slot deel toch nog een weldadige uitwerking had. Ook Ravels Valses nobles et sentimentales beleefden een stuwende en elastische, maar wat oppervlakkige uitvoering.

Daarentegen bleek Maksymiuk het Eerste vioolconcert van zijn landgenoot Karol Szymanowski beduidend beter in de vingers te hebben. Het stuk stamt uit 1916 en is geschreven in een kameleontisch idioom. Tussen de caramelkeurige samenklanken, oplaaiende uitbarstingen, ultrachromatische en soms ietwat pathetische verwikkelingen is er één constante factor: het cantabile van de solopartij, waarin Kaja Danczowska schitterde met haar kaarsrechte, maar intense en gloedvolle toongeving. Haar meesterschap is van een niveau dat alleen al de gedachte aan termen als proefspel buitengewoon laag-bij-de-gronds maakt.


© Frits van der Waa 2006