de Volkskrant van 25 januari 1993, Kunst, recensie
Rumori in greep van de liefde
Rumori: Arthur Sauer, Ivo Janssen en het Michiel Scheen Sextet in Frascati, Amsterdam.
Een kunstenaar die niet loskomt van zijn materiaal, dat is zoiets als iemand die
een liefdesverklaring doet maar aldoor blijft steken in de woorden - waarmee meteen
gezegd is hoe moeilijk het is om kunstenaar te zijn.
Nu draait het bij de concertcyclus Rumori juist om fusies tussen improviseren en componeren,
tussen muzikanten en elektronika, kortom: om nieuwe verhoudingen tussen componist en materiaal.
Het is een proefterrein. Het is geen schande om daarin vast te lopen. En omdat elke aflevering
van Rumori minstens twee, liefst zeer uiteenlopende optredens bevat, zijn de concerten nooit
vervelend.
Toch was het jammer dat zondagmiddag, geen van de drie onderdelen er volledig in slaagde de
gedane investeringen volledig in klinkende munt om te zetten. Hard & Snel, het solo-optreden
van componist/gitarist Arthur Sauer, ging na een wervelende start geleidelijk onder in een stroom
van knetter, fuzz en vervorming, waarin Sauers pluk- en strijkwerk op de gitaar en diverse
andere elektrisch versterkte snaren slechts minimale draaikolkjes teweegbracht. Wel weet punky
Sauer de elektrische gitaar te raken waar hij wil, en wanneer hij de muziek strak in de hand houdt,
zoals in de razende computergestuurde riffs aan het begin of in de zonderlinge geluidscollages
aan het slot, is zijn werk heel overrompelend.
Het Michiel Scheen Sextet bracht onder de titel De Archipel een non-stop-suite waarin
improvisatie en compositie nauwelijks waarneembaar in elkaar overgaan. Naast het aandeel van
pianist/componist Scheen is vooral dat van saxofonist en spraakkunstenaar Jaap Blonk sterk bepalend
voor het karakter van de muziek. Maar Archipel is lang, bijna een uur, en de hand vol muzikale
gedragstypes die Scheen hanteert - zoals jachtige passages, koraalachtige akkoord-opeenvolgingen, en
vrijwel lege, slechts met geritsel gevulde ruimtes - raakt op den duur uitgeput.
Het meest geslaagde onderdeel van het programma, Blend, gecomponeerd door Martijn Padding
en trefzeker uitgevoerd door pianist Ivo Janssen, heeft de muziek van Thelonious Monk tot onderwerp.
In dit stuk drijft Padding Monks brokkelige, maar trefzekere pianistiek steeds verder op de spits
in een aaneenschakeling van wringende akkoorden, stuiterende bassen, en kenmerkende licks.
Toch blijft het stuk, al is het een sluitend betoog, op een of andere manier om zijn eigen as
draaien. De oorzaak kan zijn dat Padding de grammatica van Monks muziek weliswaar diepgravend
heeft aangetast, maar het materiaal zelf, met name de samenklank, ternauwernood. En daardoor
houdt Monk Padding in zijn greep, in plaats van andersom.
Maar zo werkt liefde nu eenmaal.
© Frits van der Waa 2006