de Volkskrant van 23 juli 1993, Kunst, recensie
Hilliard Ensemble slechts goed voor kortademig concert
Connections: music of twelve countries and five centuries, door het Hilliard Ensemble. Concertgebouw, Amsterdam.
Menig concertganger zal dinsdagavond naarstig hebben zitten tellen in zijn
programmablaadje. Muziek uit twaalf landen en vijf eeuwen: dat laatste
klopte als je goed keek. De dertiende tot en met de zestiende, drie eeuwen
overslaan, en dan als hekkesluiter de twintigste eeuw. Hoe het Hilliard
Ensemble tot twaalf landen komt is onduidelijk, zelfs als je Engelse muziek
op een Japanse haiku-tekst en een Franse klaagzang op de val van Constantinopel
dubbel telt. Om de statistieken compleet te maken: het optreden
van de vier zingende heren omvatte (inclusief toegift) maar liefst achttien
composities met een gemiddelde lengte van vier minuten.
Wat je noemt een kortademig programma.
Deze potpourri werd volgens de toelichting bijeengehouden door een
menigte kruisverbanden. Ook die werden niet alle duidelijk, aangezien
het programma geen ruimte bood om de teksten af te drukken. Maar goed,
als je 's werelds meest vooraanstaande vocaal ensemble kunt beluisteren
voor een geeltje mag je niet mopperen. Temeer daar er tussen de
vliegepoepjes ook flonkerende juwelen te vinden waren, zoals Gomberts
motet Diversi diversa orant en de Constantinopelklaagzang van Dufay.
Hoewel de twintigste eeuw goed vertegenwoordigd was, kon een aanzienlijk
deel van de acht hedendaagse stukjes gerangschikt worden in de categorie
neo-mediaevistiek. Vooral Engelse componisten wanen zich graag in de
Middeleeuwen. Het Boombox Virelai van Stephen Montague, een troubadourslied
met rap-begeleiding, was een aardige uitschieter, en tegelijkertijd het
enige werk dat niet echt fantastisch werd uitgevoerd. Het mechanische en
agressieve van de rap ligt de vier zangers niet zo.
Veel interessanter waren Jisei 1 van Heinz Holliger en Sharp thorne van
John Casken, sombere stukken met griezelige glissandi en wringende
akkoorden. Het Hilliard Ensemble is in dergelijke idiomen even goed thuis
als in die van het oude repertoire. Karakteristiek voor de sound van het
ensemble is de fluwelen, van ingehouden hartstocht zwangere countertenor
van David James; maar ook in de momenten dat die er het zwijgen toe doet
handhaven de overige drie leden het versmolten karakter van de klank.
Een onderhoudende avond, dat wei, maar toch jammer dat het Hilliard
Ensemble niet een iets steviger kost te bieden had. Daarvoor moeten we na de
vakantie toch weer naar het Festival Oude muziek, waar de Hilliards ander andere
Machauts Messe de Notre Dame zingen - natuurlijk weer op een moment dat normale
mensen aan de warme hap zitten.
© Frits van der Waa 2006