Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 6 september 1993, Kunst, recensie Festival Oude Muziek trekt record aantal bezoekers

Verhalen vertellen blijft een ijzersterk thema

Festival Oude Muziek, Utrecht.

Het twaalfde Holland Festival Oude Muziek Utrecht heeft naar schatting 68 duizend bezoekers getrokken. Dat betekent opnieuw een record. Weliswaar werd het festival van het Mozartjaar 1991 door 70 duizend mensen bezocht, maar die aflevering was vier dagen langer.

Het Festival van 1994 zal ruime aandacht schenken aan het werk van de dan 400 jaar overleden componist Roland de Lassus en aan de Franse Barokmuziek. Het festivalinstrument wordt de hobo. Het Orkest van de Achttiende Eeuw zal twee concerten geven onder aanvoering van Gustav Leonhardt. Niet-westerse muziek en 'story-telling' blijven ook volgend jaar vaste ingrediënten.

Het thema 'verhalen vertellen', vijf jaar geleden geïntroduceerd, is nog steeds een ijzersterk gegeven dat bovendien in alle geledingen van de muziekgeschiedenis toepasbaar is. Maar de meest natuurlijke omgeving ervan zijn de concerten met muziek uit de Middeleeuwen, waarin muziek en taal werden beschouwd als twee zijden van dezelfde medaille. Bovendien was deze periode dit jaar excellent vertegenwoordigd door Guillaume de Machaut. De Machaut, die leefde van ongeveer 1300 tot 1377, was zowel dichter als componist. Zijn Remède de Fortune en het Livre du Voir dit, twee lange verhalen in versvorm, zijn doorspekt met uitgeschreven composities. Hoofse liefde is het uitgangspunt van deze in ik-vorm vertelde verhalen. Zo kreeg de wat gecondenseerde Remède die het Ensemble Project Ars Nova ten gehore bracht bijna het karakter van een hoorspeI. Het Amerikaanse gezelschap heeft zich vrijwel volledig losgezongen uit de wollensokkerige devotie die het twee jaar geleden nog aankleefde. Zanger John Fleagle, tevens harpist, is een ware bard, wiens ietwat ongepolijst stemgeluid de gezongen en gesproken declamatie des te natuurlijker doet klinken.

Het Newberry Ensemble, eveneens afkomstig uit de VS, bracht een programma met laat-Middeleeuwse muziek die aan het hof van Gaston Febus geklonken heeft. Ook hier verstevigde het gesproken woord de muzikale rode draad; tussen de composities door las zanger Drew Minter - in hedendaags Engels - stukken voor uit het relaas dat de geschiedschrijver Froissart optekende na zijn bezoek aan Febus' hof.

De muziek van Machaut en zijn tijdgenoten is - zelfs na het twaalfjarig succes van het Festival Oude Muziek - nog steeds zelden te horen. Het is dan ook alles behalve eenvoudig repertoire. Vooral in ritmisch opzicht is het rijker en complexer dan muziek uit latere eeuwen. Zowel bij P.A.N. als bij het Newberry Consort viel op hoe soepel de musici deze ritmes realiseerden en zo relië in het vaak compacte weefsel van stemmen brachten.

Wel doen hun uitvoeringen soms naar wat meer dramatiek verlangen. Met name de Middeleeuwse luit, het hoofdinstrument van het Newberry Consort, werkt met zijn snel wegstervende geluid een zekere monotonie in de hand.

In dat opzicht gooide het Hilliard Ensemble, vast paradepaard in het festival, hogere ogen met een majestueuze uitvoering van Machauts Messe de Notre Dame. Het mannenkwartet klonk als een klok (hoewel het vertrek van bas Paul Hillier nog steeds een gevoelig verlies is). Door de vier partijen van de mis telkens anders te verdelen over de vijf zangers kregen de verschillende delen bovendien telkens een eigen klankkarakteristiek.

Veel dramatiek, maar uitzonderlijk weinig verhaal bood de enscenering van de Bordesholmer Marienklage door het gezelschap Sequentia. Dit 15de-eeuwse (maar in de geest nog volop Middeleeuwse) passiespel verbeeldt het lijden van Maria. bij het kruis. Het is een bijzonder werk, niet alleen omdat het, hoewel vrijwel geheel eenstemmig, in muzikaal opzicht veelzijdig is, maar vooral omdat het manuscript tal van nauwkeurige regie-aanwijzingen bevat. Regisseur F.-J. Heumannskamper heeft die gerespecteerd, waardoor de opvoering het karakter van een reconstructie heeft gekregen. Het is een sobere en sterk gestileerde voorstelling, gedragen door een volmaakte timing en prachtig gespeelde hoofdrollen. Barbara Thornton (Maria) waart ruim twee uur lang door smart verdoofd over het podium rond, en Benjamin Bagby (Johannes) verliest geen moment zijn waardigheid.

Toch zou deze voorstelling ondraaglijk lang zijn, ware het niet dat alle gesproken teksten in het Middelnederduits zijn, een taal die voor een Nederlands publiek vrijwel moeiteloos te verstaan is. Des te fascinerender is het dat met name Bagby de indruk wekt dat hij nooit iets anders gesproken heeft.

Of deze Maria-klacht een hedendaags publiek nog iets te zeggen heeft, blijft een vraag die alleen de bezoekers van het Festival Oude Muziek kunnen beantwoorden. Maar dat deze-enscenering verre te verkiezen is boven elke vorm van modernisering staat buiten kijf.


© Frits van der Waa 2006