Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 4 oktober 1993, Kunst, recensie

Ongebreidelde experimenteerdrift van Ives

Ives, Messiaen, De Leeuw en Padding, door René Eckhardt, in de IJsbreker, Amsterdam.

Noten als aardkluiten, ritmes als graafmachines, motieven als scherven en melodieën als half-uitgewiste voetsporen: het pad dat Charles Ives aan het begin van deze eeuw met zijn muziek baande is niet eenvoudig te volgen, maar kan tot onvermoede vergezichten leiden.

Ives moet niet alleen over een ongebreidelde experimenteerdrift, maar ook over een geduchte klaviertechniek hebben beschikt. Muzikanten die het aandurven zich in dit labyrint vol lichamelijke en spirituele hindernissen te begeven zijn nog steeds weinig talrijk.

Pianist René Eckhardt echter draait er zijn hand niet voor om. De Eerste Sonate, die Ives in 1910 voltooide, rolde vrijdag onder zijn vingers vandaan alsof het een menuetje van Mozart was. In zijn onopgesmukte interpretatie ontwarde hij de kluwens van noten en legde het raderwerk ervan bloot zonder het ruim een half uur durende stuk iets van zijn stootkracht te ontnemen. Vreemde, grillige, meeslepende muziek is het, met zijn flarden van Amerikaanse hymn tunes en gospelmuziek die telkens weer opduiken boven de woelingen van dissonante akkoorden, met zijn dolgedraaide ragtimes, en met zijn beukende bassen die onverwacht verdampen tot geheimzinnige klankfloersen.

In de verre van panoramisch werkende akoestiek van de IJsbreker had Eckhardt wellicht de ruimtelijke suggestie die dikwijls meespeelt in Ives' muziek iets kunnen aanscherpen. Deze uitvoering was (voorlopig) eenmalig, maar wel gaat Eckhardt nog met het stuk de studio in. Het zal dan samen met de al eerder opgenomen Tweede, de nog veeleisender en omvangrijker 'Concord'-Sonate, op cd verschijnen.

Eckhardt had een perfect programma samengesteld, dat in enkele passen een hele eeuw doorliep. De na de pauze gespeelde stukken van Olivier Messiaen, Ton de Leeuw en Martijn Padding (en zelfs het korte, kervers door Ron Ford gecomponeerde toegiftje Piano Thing) hebben, hoe verschillend ook, toch een ding gemeen met dat van Ives: de nadruk op de elementaire stuwkracht van het ritme. Het is een ritmische complexiteit die voortkomt uit het aaneenschakelen van dikwijls uiterst diverse componenten en enigszins verschilt van die van Ives, omdat die zijn ritmes ook nog eens in lagen stapelt.

Opnieuw leverde Eckhardt transparante en enerverende interpretaties. In de motorische struikelpartijen in Paddings uit Monk-muziek losgebikte Blend en de soms hardhandige mystiek van twee delen uit Messiaens Vingt Regrads sur l'Enfant Jesus stelden zijn krachtexplosies het instrument hoorbaar op de proef. De cyclische patronen in de drie korte, nu bijna veertig jaar geleden gecomponeerde Afrikaanse Etudes van Ton de Leeuw bieden interessante voorafschaduwingen van diens recente werk. De briljante, verfijnde onschuld van deze muziek staat lijnrecht tegenover de titanische krachten die Ives oproept. Maar ook hier liet Eckhardt horen dat analytische precisie en het ontsluieren van spirituele dimensies elkaar bepaald niet uitsluiten.


© Frits van der Waa 2006