de Volkskrant van 29 november 1993, Kunst, recensie
Muziek die eeuwig zou mogen duren
Monteverdi betovert met innige, expressieve en meeslepende melodieën
Monteverdi-programma's, door Hesperion XX en La Capella Reial de
Catalunya o.l.v. Jordi Savall en door Guillemette Laurens en Capriccio
Stravagante. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4 (Hesperion): 3 december, 20.02.
Vandaag is het precies 350 jaar geleden dat de wereld een van haar
grootste componisten verloor, om hem vervolgens niet minder dan 250
jaar lang ook uit het oog te verliezen. Maar inmiddels is Claudio
Monteverdi, die, 76 jaar oud, op 29 november 1643 overleed, weer
volledig in ere hersteld.
Vooral de opera-componist Monteverdi hoort er helemaal bij. Bij
de Nederlandse Opera, die net een reeks opvoeringen van L'incoronazione
di Poppea heeft afgesloten, staat zijn werk gewoon naast dat van
Gluck en Verdi. Zijn overige muziek is vooral te horen in de kerken
en zalen van het oude-muziekcircuit. Terecht, want een grote zaal als
die van het Amsterdamse Concertgebouw is niet de ideale omgeving
voor zijn subtiele madrigaalkunst, en zelfs niet voor zijn groter
bezette kerkmuziek.
Van de twee programma's waarmee zaterdag in dat gebouw Monteverdi's
sterfdag werd herdacht was het optreden van sopraan Guillemette
Laurens en Capriccio Stravagante in de Kleine Zaal daarom het meest
iridringend. Het niet minder illustere spel van Jordi Savall en zijn
keurtroepen ging in de Grote Zaal toch een tikje teloor. Mogelijk
zal dat bij de radio-uitzending van komende vrijdag beter tot zijn
recht komen.
Monteverdi heeft vrijwel uitsluitend vocale muziek geschreven:
opera's, kerkmuziek en madrigalen, Maar dit laatste genre omspant
bij hem een menigte aan stijlen en bezettingen, en reikt van iets wat
we nu liedkunst zouden noemen tot werken die de allure en de bezetting
van een cantate hebben. Het karakter van de teksten - doorgaans
sterk beeldende liefdespoëzie - is nog de
meest constante factor.
De Spaanse gambist Jordi Savall had voor het gezamenlijk optreden
van zijn ensembles, Hesperion XX en La Capella Reial de Catalunya,
een keus gemaakt uit het rijkst bezette werk van Monteverdi, stukken
waarin vocale texturen elkaar dramatisch afwisselen in hun plastische
uitbeelding van de tekst en waarin trombones en cornetten hun
vorstelijke klankenpracht tentoon kunnen spreiden.
Toch hechtten juist de twee wat spaarzamer bezette werken zich
steviger in het oor dan de overige zes. In de Sonata sopra Sancta
Maria ora pro nobis, een onderdeel van de bekende Maria-vespers,
hult Monteverdi één enkel, voortdurend terugkerend, subtiel
gevarieerd melodiefragment in een opeenvolging van instrumentale
gewaden en enerverende maatwisselingen. Zijn Lamento delle ninfa,
hier met de warmbloedige, zij het ietwat dominante Montserrat
Figueras als hoofdrolspeelster, is een al even schitterend staaltje
van variatiekunst. Boven een voortdurend herhaalde baslijn
ontvouwt zich een weelde van melodieën, alle even innig,
expressief en meeslepend. Het is muziek die je doet wensen dat
er nooit een eind aan komt.
Ook Tempro la cetra, waarmee Guillemette Laurens diezelfde
zaterdag haar optreden besloot, is zo'n schier onuitputtelijk
ostinato-stuk. Het solo-madrigaal is een genre dat Monteverdi
naar verhouding weinig beoefend heeft, maar wat hij heeft nagelaten
liegt er niet om. Het zijn werken die zich bewegen
tussen een Schubertiaanse intimiteit en de extraverte felheid en
bravoure van een opera-aria.
In de vijf solo-madrigalen en het
befaamde opera-restant Lamento d'Arianna wist Laurens die twee
aspecten glansrijk met elkaar te verenigen. Hoewel haar
sopraangeluid helder en onopgesmukt is, soms zelfs onverwacht
diep en krachtig, en haar begrip van de tekst tot in elke
syllabe naar voren komt, is haar voordracht ietwat over-intens,
niet het minst door de al te heftige en ongedurige gestes en
bewegingen waarmee ze haar muzikale expressie kracht bijzet.
Niet minder treffend was het aandeel van het zeskoppige ensemble
Capriccio Stravagante, dat de zangeres ondersteunde en omlijstte
met sonoor, haast rinkelend samenspel. De manier waarop de musici
de tekst accentueerden, en de zwier en de spontaniteit waarmee ze
de muziek losspeelden van de maatstrepen bewees dat Monteverdi's
muziek, ook na drieëneenhalve eeuw, niet alleen actueel maar zelfs springlevend is.
© Frits van der Waa 2006