Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 29 januari 1994, Kunst, recensie

Diepgaand, flitsend filmverslag van het geluid

Frank Scheffer kruipt in Eclat helemaal in een compositie van Boulez

Openingsavond 'Jeux de Boulez', m.m.v. Irvine Arditti, Elmer Schönberger en het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. De Unie, Rotterdam.

De publieke figuur Pierre Boulez is voor Frankrijk zo'n beetje wat Reinbert de Leeuw is voor Nederland: een geniaal, veelzijdig dirigent en programmamaker, eens op de barricaden, en nu, zonder ooit de oude idealen verloochend te hebben, gelauwerd en tot aanzien gekomen. Maar componist Pierre Boulez verhoudt zich tot de muziekgeschiedenis als de atoombom tot de krijgskunde.

In 1951 schreef de toen 26-jarige Boulez zijn Structures voor twee piano's, waarin hij toonhoogte, tijdsduur, dynamiek en aanslag bepaalde aan de hand van een in een computer-achtige matrix ondergebrachte getallenreeks. De seriële muziek was een feit. Hierna kon niets meer hetzelfde zijn. 'De magie van het absoluut beheersbare is nog niet uitgewerkt', zei Elmer Schönberger donderdag in zijn inleiding op het Boulez-project van de Rotterdamse Kunststichting dat onder de woordspelige titel Jeux de Boulez tot in maart zal voortduren.

Met Structures zocht en bereikte Boulez wat Schönberger omschrijft als 'de nulgraad van het componeren', en alle muziek die hij daarna componeerde komt voort uit het streven 'via een proces van trial and error de barre wereld van Structures bewoonbaar te maken'. Dat hij daarin geslaagd is maakten het Nieuw Ensemble en violist Irvine Arditti die avond hoorbaar met hun uitvoeringen van Derive en Anthèmes, terwijl de film Eclat van Frank Scheffer aanschouwelijk maakte hoe het hem gelukt is.

De programma's van Jeux de Boulez maken deel uit van een omvangrijk Berlioz-Boulez-project, op touw gezet door het Rotterdams Conservatorium en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Dat laatstgenoemd gezelschap zich vooral ontfermd heeft over de negentiende-eeuwse vernieuwer is niet verbazend. Van de zeven over dit seizoen verspreide Berlioz-concerten zijn er inmiddels al vier achter de rug.

Het conservatorium doet echter diepgaand onderzoek in de zaak-Boulez. Naast uitvoeringen van grote werken als Le Marteau sans Maîitre en Pli selon pli zijn er workshops en masterclasses, waarin groten als pianist Claude Helffer en cellist Siegfried Palm verwacht worden.

De meester zelf zal er niet bij zijn. Dit gemis wordt echter grotendeels goedgewaakt door Scheffers diepgaande filmverslag, waarin het Nieuw Ensemble, dirigent Ed Spanjaard en de componist op de voet worden gevolgd tijdens het instuderen van diens Eclat uit 1965. Maar Scheffers film is meer dan een documentaire, omdat de structuur, de montage en de cameravoering gebaseerd zijn op de vorm van Eclat. Scheffer hanteerde dit uitgangspunt eerder in zijn films over Stravinsky en Schönberg, die komende week te zien zijn in het Amsterdamse Filmmuseum en bovendien op 6 en 13 februari worden uitgezonden door de AVRO. Eclat komt pas volgend jaar op de televisie.

Scheffer had geen beter uitgangspunt kunnen kiezen dan Eclat. Het stuk is allereerst een hoogtepunt in Boulez' oeuvre, maar bovendien is het stuk zo ingericht dat de dirigent tijdens een uitvoering binnen afgebakende marges tal van ingrijpende beslissingen moet nemen. 'Alsof je een klein beetje mag meecomponeren', zijn Spanjaards eerste woorden in de film. Dat noopt bij het instuderen uiteraard tot een buitengewoon gedetailleerde manier van werken.

In korte, snel opeenvolgende shots toont Scheffer hoe Spanjaard en Boulez overleggen over dergelijke details, en laat prompt daarop zien hoe datzelfde fragment wordt ingestudeerd. Maar dat is niet het enige niveau. De film bestrijkt het hele scala van het musiceren: hoe instrumenten versleept en gestemd moeten worden; het gepeins van de dirigent in zijn werkkamer; Boulez als luisteraar en bladomslaander; de flitsende blikken en gebaren van de rasmusicus Spanjaard - tot en met de meer abstracte aspecten van de muziek, door Boulez verhelderend geïllustreerd met voorbeelden uit schilderkunst en architectuur.

'Wat ik wil', zegt Boulez, 'is dat je het geluid hoort en dat het geluid je gidst. Je kijkt niet steeds naar de toekomst: je bent alleen in het moment dat je het geluid waarneemt.' De schitterende close-ups van hamertjes en snaren die daar direct op volgen zijn geen platte illustraties, maar laten zien dat Scheffer werkelijk 'in' de muziek is gekropen en dat hij onze ogen weet te gebruiken om onze oren daarvoor te openen.


© Frits van der Waa 2006