Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 28 februari 1994, Kunst, recensie

Fletse Falstaff zonder humor bij Opera Zuid

Falstaff van Giuseppe Verdi, door Opera Zuid, o.l.v. Christof Loy en Lucas Vis. Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Elders t/m 19 maart.

Zo te zien heeft de Duitse regisseur Christof Loy zich twee weken geleden in het Maastrichtse carnaval gestort en dat zo leuk gevonden dat hij er de slotscène van Falstaff - immers ook een massale verkleedpartij - naar heeft gemodelleerd. Het resultaat, een podium vol quasi-dronken zangers die zich stroef door het confettistrooien en een polonaise heenwerken, ziet er althans uit alsof er weinig meer voorbereiding aan te pas gekomen is.

Falstaff is Verdi's zwanezang: een wervelende komische opera over het complot van vier Engelse dames, die zowel de vette verleider Falstaff als de jaloerse echtgenoot Ford voor het lapje houden. Het is de tweede van drie opera's die het ruim drie jaar geleden opgerichte gezelschap Opera Zuid dit seizoen op de planken brengt. De eerste, l'Etoile van Emmanuel Chabrier, is goed ontvangen en zal waarschijnIijk door enkele Franse theaters worden overgenomen. Eind april voigt Puccini's La Bohème, een enscenering van de Glyndebourne Touring Opera.

Met deze Falstaff maakt Opera Zuid evenwel niet zo'n beste beurt. Dat heeft maar zeer ten dele te maken met de noodzaak te woekeren met het huishoudgeld. Dat de zanger van de titelrol, de Engelse bas John Rawnsley, een aardige buik heeft, maar in vocaal opzicht magertjes voor de dag komt - zand erover. En dat het multifunctionele decor (een serre-achtige achterwand en een van links naar rechts scheef oplopende vloer, met daarvoor een modderslootje) in het slotbedrijf van Falstaff niet wil functioneren als bos - alla. Maar dat het geheel zo flets aandoet is toch wel een flinke teleurstelling.

Regisseur Loy, dat is klaar als een klontje, heeft geen gevoel voor humor. Zijn pogingen om er iets grappigs van te maken zijn even wanhopig als vergeefs. Dronken mensen zijn niet leuk. Het is niet leuk dat Falstaff zich krachtdadig tussen de benen van de door hem begeerde dames neervlijt. Het is niet leuk dat zijn dienaren Dokter Caius door de kamer heen sleuren. Ja, dat hij zich, om niet betrapt te worden, in een wasmand moet verstoppen en dan, bekneld 'Aiuto, aiuto! ' roept, dat is bijzonder geestig. Maar dat heeft Verdi bedacht, of eigenlijk zijn librettist, Arrigo Boito, en die had het weer van Shakespeare.

De enige zanger die blijkbaar van nature komisch talent in huis heeft is de Zwitserse Bruno Balmelli (Ford). Het is een verademing om hem bezig te zien, temeer daar hij ook nog over een goede strot beschikt. Hoewel Valerie Masterson in de belangrijke rol van Alice Ford af en toe wat beslagen aandoet, wekken de geluiden uit de zangersploeg veel sympathie. Het Nederlandse contingent (Ans van Dam, James Doing en Caren van Oijen) komt niet slecht voor de dag.

Hoezeer allen ook hun best doen, met uitzondering van Balmelli slaagt niemand er in een geloofwaardig personage neer te zetten. Dat heeft ook weer te maken met de timing van de regie die bij vlagen uitgesproken zwak is. Soms loopt de handeling achter op de tekst, wat door de boventiteling nog sterker in het oog springt.

Het Limburgs Symphonie Orkest, aangevoerd door Lucas Vis, is behoorlijk bij de pinken, maar de coördinatie met de vocalisten laat te wensen over. Het is misschien overdreven te eisen dat de flitsende ensembles volmaakt synchroon klinken, maar ook in rustiger vaarwater zwemmen er zangers onbekommerd achter de tel aan.

Hoewel het verhaal zich hoort af te spelen aan het begin van de vijftiende eeuw situeert Loy de opera, te oordelen naar de kostuums, in de tijd waarin ze ontstaan is, namelijk het einde van de vorige eeuw. Ook die keus lijkt volstrekt willekeurig, en de aanblik die de voorstelling biedt wordt er in elk geval niet kleurrijker op.


© Frits van der Waa 2006