Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 26 maart 1994, Kunst, recensie

Fischer brengt matte Matthäus met zoekende Bachvereniging

Matthäus Passion, van J.S. Bach, door koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging, Koorschool St.Bavo en solisten o.l.v. Iván Fischer. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht. Herhaling: Aardenburg (26/3). Enschede (29/3). Utrecht (30/3). Naarden (27/3, 31/3, 1/4 en 2/4).

Van de Matthäus Passion zal iedereen wel een ideale gedroomde uitvoering in zijn hoofd hebben. En het zal ook wel nooit voorkomen dat een echte uitvoering die droom volkomen waar maakt. Toch zullen er donderdag, bij de uitvoering van de Nederlandse Bachvereniging, veel dromen in rook opgegaan zijn.

De Bachvereniging heeft dit jaar de Hongaarse dirigent Iván Fischer uitgenodigd om als opperwezen in het jaarlijkse paasgebeuren op te treden. Fischer is een gerenommeerd orkestdirigent en bovendien geruime tijd assistent van Nikolaus Harnoncourt geweest.

Fischer is niet voor een kleintje vervaard. Vooral de grote delen met dubbel koor en orkest - effectief uiterst links en rechts opgesteld klonken gloedvol. Maar de koralen schoor hij allemaal over één kam, en in de kleiner bezette delen liet hij de musici op eigen kompas varen - te veel misschien.

Zo kwam het dat er tussen het wat aarzelende begin en het slotakkoord, waarin de voorhouding zo lang bleef hangen dat de oplossing wankelmoedig vervuld werd, weliswaar veel moois passeerde, maar ook veel wat moeizaam en matjes, dan wel vlot maar vlak, naar voren kwam.

Te dikwijls verkeerden de zegeningen van het barok-instrumentarium in een vloek. Te dikwijls bleven de grote dramatische bogen en contrasten steken in stukjes en brokjes. Het kunnen kinderziektes zijn, en de Bachvereniging heeft nog zeven pleisterplaatsen voor de boeg; maar ook wanneer we de Utrechtse uitvoering beschouwen als een voorstudie is er nog veel werk aan de winkel.

De pijn zat hem vooral in het orkestgeluid. Fischer hield het dun en transparant, maar dat maakte het des te gevoeliger voor intonatieproblemen. Het aandeel van de vocalisten was heel wat bevredigender, met uitzondering van enkele kleine door koorzangers vertolkte solo-partijen, een onzekere bijdrage van alt Nele Gramß, en een nogal gruwelijke Geduld-aria van de Engelse tenor Angus Smith. Daartegenover stonden steunpilaren als evangelist Nico van der Meel en de oorstrelende Christusbas van Klaus Mertens, en niet te vergeten het betrouwbare en genuanceerde koren-fundament.

De alt van Xenia Meijer neigt voor sommige van haar aria's iets te veel naar mezzo, maar haar Erbarme dich deed zulke bezwaren vergeten. Dc beide sopranen, Caroline Stam en de Duitse Vasiljka Jezovsek, waren de enigen die het bij vlagen lukte om smart en schoonheid werkelijk samen te brengen tot ontroering. Uit Jezovsek, nog maar 23 jaar en zo te horen een natuurtalent, zou wel eens iets belangrijks kunnen groeien. In afwachting daarvan mag ze in mijn gedroomde Matthäus nog eens Aus Liebe will mein Heiland sterben zingen.


© Frits van der Waa 2006