Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 02-05-1994, Pagina 11, Kunst, recensie

Puccini's Bohème listig aangepakt door Opera Zuid

La Bohème, van Giacomo Puccini, door Opera Zuid, o.l.v. Aidan Lang en Ed Spanjaard. Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Tournee t/m 26 mei.

Puccini's opera La Bohème, dezer dagen te zien in een serie opvoeringen van Opera Zuid, is een staalkaart van verleidingskunsten. Lyrische, tragische en komische elementen zijn listig verweven met spektakel en couleur locale, in dit geval ontleend aan het lichtzinnige leven van de bohémiens in het vroeg-19de eeuwse Parijs. Dit lustig bestaan wordt tegengas geboden door het opvoeren van een geliefde sopraan die aan het eind van de opera bezwijkt aan een slepende ziekte.

Zonder uit het oog te verliezen dat tbc destijds nog een belangrijke doodsoorzaak was bespeuren we hier toepassing van een beproefd recept. Had Puccini er niet zulke geraffineerde, sprankelende en aanstekelijke muziek bij geschreven, dan had de opera vast en zeker de nauwelijks te verdragen allure gehad van een partijtje pootjebaden in het ondiepe.

De Bohème-enscenering van Aidan Lang, artistiek leider van Opera Zuid, is een overname van de Glyndebourne Touring Opera, waar Lang regie-hoofd is. Bij zo'n koppeling zou je bedenkingen kunnen gaan koesteren, ware het niet dat Langs vormgeving, hoewel geenszins nieuw of avontuurlijk, net zo verleidelijk is als de opera zelf. Met listige beweegbare panelen en trappetjes weet Lang de toneelruimte optimaal te gebruiken, en in het tweede bedrijf in een oogwenk een straatbeeld te veranderen in een café-interieur. Dat het heen en weer krioelen van personages op het toneel af en toe op het hinderlijke af is kan hem niet aangerekend worden, want zo staat het in de partituur. Puccini is een meester van de gelijktijdige ontwikkeling. Zo is het slotkwartet van het derde bedrijf een combinatie van een kibbelend paartje en een liefdesduet.

Lang heeft bovendien zijn zangers zo ver gekregen dat ze geloofwaardig zijn als personages. Weliswaar is Miranda van Kralingen in de hoofdrol van Mimi aanvankelijk wat lijzig van verschijning en erg fors van stem, maar naarmate ze de dood dichter nadert wordt haar optreden steeds genuanceerder. Haar tegenspeler Rodolfo, de Urugayaan Antonio Leonel, is niet helemaal de soepele tenor waar de partij om vraagt, maar toch innemend, al streeft de Italiaanse bariton Piero Guarnera, als zijn makker Marcello, hem wel enigszins voorbij met zijn ongedwongen optreden. Het aandeel van diens tegenspeelster Musetta zweeft ergens tussen hoofd- en bijrol, en de Zweeds-Hongaarse sopraan Clarry Bartha sluit zich daar in haar karaktertekening bij aan.

Alleen al op grond van Langs regie zou deze voorstelling kunnen worden aanbevolen als een aangenaam avondje uit, maar er is meer. Want het Limburgs Symfonie Orkest overtreft zichzelf in een ode aan de aantrekkingskracht van Puccini. Vanuit de orkestbak parelt, voetzoekert, fluweelt en botert het dat het een lieve lust is. Ed Spanjaard is, om kort te gaan, een groot dirigent.


© Frits van der Waa 2006