de Volkskrant van 26-09-1994, Pagina 9, Kunst, recensie
Roberta Alexander onnavolgbaar in halsbrekende Vierde van Ives
Ives, Wagemans en Lang, door het Radio Symfonie Orkest en Roberta
Alexander o.l.v. Kees Bakels, en Orkest De Volharding o.l.v. Jurjen Hempel.
Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 30/9, 20.02 uur. Herhaling (alleen
Volharding): Amsterdam (27/9), Groningen (28/9), Rotterdam (30/9), Leeuwarden
(11/10) en Den Bosch (16/10).
Charles Ives, hondertwintig jaar geleden geboren, veertig jaar geleden
gestorven en eigenlijk pas toen ontdekt als grootste en meest oorspronkelijke
componist van de Nieuwe Wereld, is de hoofdpersoon van de 'Amerikaanse'
component in de VARA/VPRO/NOS-Matinee. Dat spreekt vanzelf. Evengoed is het
bijzonder, want Ives' werk wordt hier te lande niet veel gespeeld. Bepaald
niet makkelijk, die muziek van Ives.
Bekijken we de acht Amerikaprogramma's die Jan Zekveld, inmiddels gewezen
programmeur van de Matinee, ons tot in februari voorzet, dan zien we een
klein peloton (waarin Gershwin, Carter en Bernstein) en twee koplopers, de
oude Ives en de jonge John Adams. De twee zullen in februari samen aan de
finish verschijnen (met onder andere Ives' gigantische, halsbrekende Vierde
Symfonie), maar afgelopen zaterdag al verschenen ze als tandem aan de start.
Adams' orkestratie van een vijftal Ives-liederen was een van de hoogtepunten
van het concert, vooral dank zij het aandeel van sopraan Roberta Alexander,
die het intieme, maar toch weidse karakter van deze liederen met onnavolgbare
ongekunsteldheid gestalte gaf.
Het was hoe dan ook een perfect programma, met zijn representatieve keus uit
Ives' werk: het knetterende jeugdwerk Variations on 'America', waarin Ives'
avontuurlijke geest al menigmaal op de voorgrond treedt; de struisgebouwde
Tweede Symfonie, vol reflecties van Brahms en Beethoven en doorspekt met
allerlei Americana; en de veellagige, volslagen buiten de oevers van de
traditie tredende Ouverture, Browning.
Het korte optreden van Orkest De Volharding, dat daar tussenin gekneld zat,
bleek wonderwel een toepasselijk intermezzo - niet alleen als echo van de
luide blaasmuziek die bij Ives een wezenlijk ingrediënt is, maar vooral
omdat Peter-Jan Wagemans in zijn jongste werk net zo eigenzinnig omspringt met
het erfgoed uit de Romantiek als Ives. Met zijn Fantasieën over
Erlkönig, een vierluikje met een lengte van een kwartier, geeft Wagemans
eens te meer een krachtig gesigneerd visitekaartje af. Ook De Volharding, die
het stuk de komende weken in zijn eigen programmma zal herhalen, kan er
trouwens goed mee voor de dag komen.
Wagemans' Erlkönig is een soort van noodlots-muziek, die aanvankelijk
voortjaagt in onstuitbare, opgestapelde bewegingen die in tegenspraak lijken
met de trage harmonische golfslag. Die tegenspraak wordt voortgezet in een
zonderling trio, waarin een trage trombone omringd wordt door ritselende
nootjes van de piano en de piccolo, hier en daar afgewisseld met cadenserende
akkoorden - de enige openlijke referentie aan de muziek van Schubert. Dan
stolt de muziek in de afwisseling van een mineur-drieklank en een schrammend
akkoord, waarna het slotsegment Opstanding ('Im Volkston') losbarst, een met
veel lawaai uit de rails lopende triomfmars.
Zo was Wagemans verantwoordelijk voor het tweede hoogtepunt van het concert,
dat voor het overige een lichte teleurstelling opleverde. Dat de samenwerking
tussen het Radio Symfonie Orkest en zijn vorig jaar benoemde chefdirigent
Kees Bakels in de Ouverture, Browning tot een ietwat onhelder klankbeeld
leidde was nog acceptabel, gezien de diffuse aard van het stuk. Maar ook de
veel scherper gesneden contouren van America en de Tweede Symfonie wilden
maar niet onverbloemd uit de verf komen en bleven hangen in tempi, contrasten
en curven die zich voornamelijk profileerden als een soort bas-reliëf,
in ietwat waterige strijkers en in veel goede bedoelingen - wat gelukkig niet
wezenlijk afdeed aan de intrigerende uitwerking van het innerlijk universum
dat Ives in zijn muziek verklankt heeft.
© Frits van der Waa 2006