Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 01-10-1994, Pagina 11, Kunst, recensie

Voegzame geluiden en knekelige attaques

Maarten Altena Ensemble, Steve Martland en Derek Bailey: Albion. Zaal de Unie, Rotterdam. Herhaling: 1 oktober, Amsterdam.

Zou Maarten Altena het wagen de titel Albion aan te houden wanneer hij komend voorjaar met zijn jongste programma naar Engeland trekt? Wat in Nederland Albion heet zou in Engeland wel eens Lowlands of iets dergelijks moeten heten. Want wat er klinkt in Albion is bovenal een wisselwerking tussen Britten en Nederlanders; tussen de negen spelers van het Maarten Altena Ensemble en de twee gasten, de oude rot Derek Bailey en de weliswaar 36-jarige, maar nog altijd jonge hond Steve Martland.

Het programma had nog spannender kunnen zijn als Bailey, de voor-de-vuist-weg-improvisator en Martland, de recht-voor-zijn-raapcomponist, ook samen in het strijdperkje van de Rotterdamse Unie waren getreden. Dan was Albion misschien wel Babylon geworden. Nu was er in het optreden een duidelijke tweedeling waar te nemen. Tegenover strakomlijnde composities van Martland en Altena stonden twee 'comprovisaties' waarin het ensemble met door Altena in stelling gebrachte codes, raamwerken en muzieken in de weer ging en waarin Baileys gitaar meesnabbelde als een vreemde eend in de bijt, maar toch telkens weer voegzame geluiden uit de diepte opwoelde. Karakteristiek voor Baileys spel is - naast het volstrekte impromptukarakter - de zonderlinge schijnsplitsing tussen de knekelige attaque van elke toon en zijn ijle, etherische voortzetting. Samen met de zelfregulerende kracht van de musici leidde dat tot een nauwsluitende, soms bijna te sterk gefilterde samenspraak, een avontuurlijke luisterervaring die vanavond als onderdeel van de Greatest Hits nog eens in kort bestek wordt herhaald.

Altena's Cantus, een nagenoeg volledig uitgecomponeerd werk, begint met een percussief akkoord dat het midden houdt tussen het begin van A hard day's night en dat van De Tijd van Louis Andriessen. Die akkoorden blijven klinken, en die laatste reminiscentie blijft zich opdringen, hoe kien Altena hun massa en samenklank ook weet te doseren. Toch is Cantus in de eerste plaats een aria voor trombonist Wolter Wierbos, die spetterend en snorkend altijd de roos weet te raken en daarmee het stuk bewaart voor wijdlopigheid.

Steve Martlands stukken, met kwieke slag gedirigeerd door de componist zelf, zijn alle vier scherp van snit, te bondig haast. Principia en The Perfect Act bewegen zich tussen popsong en Purcell. Mr. Anderson's Pavane, dat in dit concert zijn première beleefde, is een in memoriam voor filmregisseur Lindsay Anderson, de maker van If. . ., en minder lichtzinnig van toon. Uit zware basnoten en schrijnende harmonieën vormt zich een energieke treurmars en vervolgens een soort van koraal, tot er ten slotte gaten in het geluid vallen en de muziek dreunend tot stilstand komt.


© Frits van der Waa 2006