de Volkskrant van 05-11-1994, Pagina 11, Kunst, recensie
Gedreven Pogorelich doorklieft het klavier
Moesorgski en Chopin, door Ivo Pogorelich. De Doelen, Rotterdam.
Herhaling: Amsterdam (7/11); Den Haag (8/11),
Scherp als staal en stug als steen kwamen woensdag onder handen van Ivo
Pogorelich de tien schilderijen tot klinken die Moesorgski honderdtwintig
jaar geleden op muziek zette. De nog altijd jonge, maar niet meer zo jeugdig
ogende pianist blijft een meester die beurtelings streelt en tegen de haren
in strijkt. De laatste gewaarwording werd nog in de hand gewerkt door
Pogorelich' eerder flegmatische dan charismatische presentatie.
De ietwat ruwgebolsterde muziek van Moesorgski werd onder zijn handen extra
stekelig, met nadrukkelijk neergezette melodielijnen en hier en daar
eigenaardige accenten in de middenstemmen. Wat gewoonlijk wordt aangeduid met
toucher kreeg hier het effect van een soort gespijker, zo ongenaakbaar en
eenzijdig dat het zinderend legato waar Pogorelich naar leek te streven
volstrekt stukliep op de harde attaques. Het kan zijn dat het instrument van
de Doelen niet geheel naar zijn zin was: het jankte een beetje. Geen wonder.
Wanneer de volumemetertjes niet meer in het rood sloegen, zoals in de
ondergrondse catacomben, waarin Moesorgski verwijlt bij de geest van de
overleden schilder, realiseerde Pogorelich daarentegen een diafaan en
ongeforceerd klankbeeld. Op zulke momenten trad kortstondig de magie in die
alleen de fusie tussen intelligentie en intuïtie kan bewerkstelligen.
Met de vier Scherzi van Chopin, voorafgegaan door de koel en toch dromerig
gespeelde Prelude nr. 25, kwam Pogorelich tot innemender resultaten, al
kliefde hij ook hier van tijd tot tijd het klavier. Zijn Chopin is onrustig,
maar gedreven en vlindervlug, met opnieuw eigenaardige, maar veel
overtuigender insinuaties tussen hoog en laag. Vooral in het tweede Scherzo,
vol ragfijn opgerakelde rimpelingen en fascinerende timbre-schakeringen, wist
hij het onderste uit de kan te halen. Maar al werden de momenten waarop een
zekere geestdrift zich van Pogorelich meester maakte steeds talrijker, toch
maakte zijn optreden als geheel een ietwat onderkoelde, afstandelijke indruk.
© Frits van der Waa 2006