de Volkskrant van 23-01-1995, Pagina 8, Kunst, recensie
Opera Holland verhuist van platgetrapt gazon naar echt podium
Aankleding met hoog Pipo-gehalte
Die Entführung aus dem Serail, van Mozart door Opera Holland, o.l.v.
Frank van Koten en Pieter van Empelen. Stadsschouwburg, Haarlem. Tournee tot
2/3.
Van de achtertuin naar de schouwburg is een hele stap, al is het begrijpelijk
en terecht dat hoboïst Frank van Koten, wiens in eigen huis
georganiseerde Zomeropera-voorstellingen hem al meer dan tien jaar lang een
platgetrapt gazon bezorgen, zijn werkterrein wat heeft willen uitbreiden.
Het peil van de Zomeropera, die zich vooral heeft geconcentreerd op opera's
van Haydn, is al lang niet meer dat van een huisvoorstelling. Van Koten en
zijn team hebben altijd een neus gehad voor aardige jonge zangers en
ontwerpers, terwijl het Esterhazy Orkest, deels gerecruteerd uit Van Kotens
collega's bij het Radio Filharmonisch Orkest, kwaliteiten heeft die te hoog
zijn om uitsluitend aan de open lucht prijs te geven.
De Zomeropera heet nu Opera Holland en trekt het land door met Mozarts
Entführung aus dem Serail, een voorstelling die in charme zeker niet
onderdoet voor de vorige produkties. Toch maakt de ambiance veel uit: wat op
een houten vlondertje imponerend is, kan op een echt podium wat onbeholpen
aandoen. En misschien neem je bij een onbekend operaatje van Haydn meer voor
lief dan bij een veelgespeelde Mozart-opera.
De huisbakken elementen in deze Entführung komen voor rekening van de
regie en de kostumering. Regisseur Pieter van Empelen heeft de Turkse couleur
locale zichtbaar willen maken, compleet met de romantische associaties die
Mozart en zijn tijdgenoten er op na hielden.
De decorontwerpers, Birgit Scheulen en Inge Brouwer, zijn er in geslaagd met
huizen van lappen en een prachtige, voortdurend aanrollende plastic zee de
operette-exotiek op afstand te houden. Daarentegen is zowel de aankleding als
het optreden van de personages en het koor van figuranten van dien aard dat
het nauwelijks verbazing zou wekken als Pipo de Clown en Mammaloe opeens met
hun woonwagen het toneel op zouden komen rijden.
Niet dat dat zo ver van Mozart afstaat: Osmin de harembewaker, de knecht
Pedrillo, zijn liefje Blondchen en al het onhandige gedoe om de gevangen
dames uit het paleis van Bassa Selim te bevrijden zouden het niet slecht doen
op de kindertelevisie. De nobele Belmonte en zijn geliefde Konstanze zijn uit
een iets volgroeider hout gesneden.
Binnen deze conventies is het een alleraardigste voorstelling. Dat de
overwegend jonge zangers hier en daar nog wat pril klinken doet niets af aan
hun vocale en technische kwaliteiten (overigens kunnen latere opvoeringen
afwijken van de hier beschrevene, omdat Opera Holland met een dubbele cast
werkt).
In de rollen van de beide jonge edellieden zag ik Harald Quaaden en Nienke
Oostenrijk, die hun partijen innemend en adequaat vertolkten. Hoewel
Oostenrijk opvlamde in de aria Martern aller Arten kwam het stel, dat
kennelijk de opdracht had gekregen maar goed de zaal in te zingen, dramatisch
niet erg uit de verf. De Osmin (Julian Hartman) was lang, dun en in belangrijke mate
verantwoordelijk voor het Pipo-gehalte, maar bepaald niet slecht bij stem.
Het komische knechtenkoppel kon merkwaardigerwijs als personages het meest
serieus genomen worden. Sylvia Leentvaar was een felle Blondchen, en James
Doing was als Pedrillo niet alleen onverwacht koddig, maar stal ook in vocaal
opzicht de show. De figuur van Bassa Selim (een gesproken partij) kreeg in de
doorrookte dictie van Davis Vos een grimmige gestalte.
Vanuit de diepe, dempende Haarlemse orkestbak kon het Esterhazy Orkest,
aangevoerd door Van Koten, niet helemaal het achterste van zijn tong laten
zien, maar leverde niettemin puntig spel met fraai gedoseerde
timbreverhoudingen. In muzikaal opzicht laat de voorstelling weinig te wensen
over. En de manier waarop Van Empelen Mozarts wervelende eindsprint heeft
weten bij te benen maakt de nu eens te statische, dan weer te overladen
scènes die daaraan voorafgingen weer bijna helemaal goed.
En wat zou het trouwens? Zolang er in Nederland geen andere organisatie is
die aankomende zangers de mogelijkheid biedt om praktische opera-ervaring op
te doen zijn de verrichtingen van Opera Holland boven elke kritiek verheven.
© Frits van der Waa 2006