Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 03-02-1995, Pagina 11, Kunst, recensie

Ronald Brautigam speelt de complete pianosonates in kerkjes en kastelen Elk detail van Mozarts muziek komt tot leven

Mozart: complete pianosonates door Ronald Brautigam. Het Groene Kerkje, Oegstgeest. Herhaling: Utrecht (3/2), Amsterdam (4/2), Baarn (5/2). Radio 4: 8 april, 14.00 uur.

'Authentiek' is in muziekkringen een volstrekt versleten begrip. Toch is er voor de ervaring die pianist Ronald Brautigam teweegbrengt met zijn Mozartvertolkingen nauwelijks een ander woord te bedenken. Of Brautigam speelt als Mozart is uiteraard een onbeantwoordbare vraag, maar hij slaagt er in elk geval in de muziek te laten klinken of ze gisteren gecomponeerd is. Mede dank zij zijn 'authentieke' instrument, een excellent klinkende kopie van een fortepiano uit 1795, weet Brautigam hoorbaar te maken hoezeer Mozarts klaviermuziek vanuit het instrument is gedacht, en dat de traditionele concertvleugel zich verhoudt tot een Mozart-sonate als een Mercedes tot een bospad. Een mooi stuk gereedschap, maar niet geschikt voor het doel.

Brautigam heeft deze week een begin gemaakt met een integrale vertolking van Mozarts achttien pianosonates. Dat hij deze driedelige concertserie niet uitvoert in de gerenommeerde muziektenten, maar in drie kerken en een kasteel, past geheel bij zijn streven Mozarts muziek haar juiste proporties te geven.

Wat zich woensdag in het Groene Kerkje in Oegstgeest voordeed was niets minder dan een revelatie, zij het in een lichte overmaat, want zelfs een staat van genade laat zich niet zesmaal achtereen genieten zonder te slijten. Brautigam voert de sonates niet in chronologische volgorde uit, maar heeft ze in drie gelijksoortige tuiltjes KV-nummers verdeeld, zodat elk concert zowel veelgespeelde als minder bekende sonates bevat.

Eens te meer bleek in hoeveel gedaanten Mozart zich vertoont. Hier in een aristocratische vermomming, daar als flamboyante podiumverschijning, nu eens oplaaiend in aria-achtige melodieïn, dan weer streng en methodisch als een organist, een componist die zijn tonen lawaaiig aaneen weet te rijen, maar ze even geraffineerd op donzen voetjes laat langstrippelen.

Wat Brautigams interpretatie zo bijzonder maakt is de subtiele en toch doortastende manier waarop hij de kleurenrijkdom en de dynamische wendbaarheid van het instrument integreert in zijn muzikaal betoog. Elk detail komt tot leven, tot en met de simpelste toonherhaling toe. Quasi-mechanische figuren, toonladders en gebroken akkoorden worden ontdaan van hun rechtlijnigheid en krijgen de allure van rimpelende verkleuringen. Alleen al dat zorgvuldig uitgebalanceerde, transparante klankbeeld is iets om volledig in op te gaan, vooral in die delen en passages waar Brautigam met behulp van het sordino-effect (enigszins vergelijkbaar met het demppedaal) beeldschone, etherische klanksluiers ontvouwt. Maar zonder zijn greep op de affectieve en architectonische aspecten van de muziek zou die betovering niet blijven werken. Ook hier stelt hij harmonieuze proporties voorop, wat onder andere tot uiting komt in gematigde tempi. Ondanks bijna onbesuisd bochtenwerk in sommige snelle delen is hier - en ook dat hangt nauw samen met de klank van het instrument - geen sprake van slepende andantes of achtbaan-presto's. Ook in dat opzicht wekt Brautigam de indruk de ware Mozart heel dicht genaderd te zijn.


© Frits van der Waa 2006