de Volkskrant van 17-03-1995, Pagina 11, recensie
PLATEN: KLASSIEK
Cello-solisten tussen boenwas en vanillevla
Haydn: celloconcerten en Symfonie no. 104 door Pieter Wispelwey en
Florilegium. Channel Classics CCS 7395.
Vanaf komende dinsdag verzamelt zich in Scheveningen weer een keur aan
cellisten, belust op een eervol plaatsje in het Scheveningen Internationaal
Muziekconcours.
Wie weet nog dat Pieter Wispelwey, de Nederlandse wondercellist, er die
eerste keer, in 1987, al in de voorronde uitgeknikkerd werd? Wispelwey is
sindsdien bezig te bewijzen dat de concours-jury er faliekant naast heeft
gezeten, hierin krachtig gesteund door het label Channel Classics. Aan zijn
al hooggeprezen discografie (Beethoven, Bach, Vivaldi, Brahms) heeft hij nu
een cd met de twee celloconcerten van Haydn toegevoegd. Uiteraard bedient hij
zich hierbij, net als de leden van het Britse ensemble Florilegium, van een
achttiende-eeuws instrument.
Het is echter te betwijfelen of ze in de achttiende eeuw ook zo speelden. Dat
wil zeggen: misschien kwamen Joseph Franz Weigl en Anton Kraft, de twee
cellisten voor wie Haydn zijn concerten schreef, in de buurt van wat
Wispelwey er mee doet. Zijn interpretatie maakt de indruk dat zijn geest nog
leniger is dan zijn vingers. Zijn spel is tegelijkertijd flamboyant en
ingetogen. Elke frase krijgt zijn eigen spanningsboog en die spanningsbogen
sluiten zich aaneen tot een speels, maar dwingend betoog, in een nauwe
samenhang met het weerwerk van het ensemble. Het samenspel tussen solist en
orkest wordt nog benadrukt door de perfecte opname, waarin de argumenten van
de twee (ongedirigeerde) gesprekspartners innig verstrengeld, maar toch
discreet en helder naar voren komen. Alleen al de cadenzen, merendeels door
Wispelwey zelf en voorzien van stijlzuiver stuntwerk, maken deze registratie
uniek. Vergeleken daarbij maakt het derde werk op de plaat, een transcriptie
voor strijkkwartet, fluit en pianoforte van Haydns Symfonie nr. 104, toch een
ietwat spichtige indruk, al ligt dat meer aan de aard van het beestje dan aan
de behartigenswaardige uitvoering van Florilegium.
Ginastera, Fortner, Henze, Beck, Dutilleux, Lutoslawski, Berio, Halffter,
Britten, Huber, Holliger, Boulez: 12 hommages à Paul Sacher pour
violoncelle, door Patrick en Thomas Demenga. ECM New Series ECM 1520/21.
Het ECM-label, dat zich via Arvo Pärt en Keith Jarrett geleidelijk naar
minder zweverige sferen begeeft, wijdt een dubbel-cd aan een bijzondere
collectie cellomuziek; de twaalf werken die op instigatie van Mstislav
Rostropovich gecomponeerd werden ter gelegenheid van Paul Sachers zeventigste
verjaardag, op 18 april 1976. Wat de twaalf stukken tot een collectie maakt
is dat ze alle gebaseerd zijn op het zelfde thema, afgeleid van de naam van
Zwitserse maecenas: eS-A-C-H-E-Re (wat wij B noemen heet in het Duits H).
Met de uitvoering door Thomas en Patrick Demenga (van wie ik maar aanneem dat
het broers zijn) heeft ECM al deze stukken voor het eerst op een cd
bijeengebracht. De Demenga's hebben niet de enorme joie de vivre van een
Wispelwey, maar hun interpretaties zijn eersterangs. Hun krachtige, gave spel
ontloopt elkaar nauwelijks, en hun glanzende toonvorming wordt door de net
niet te gulle akoestiek nog eens extra in de boenwas gezet.
Rostropovich had niet de eerste de besten uitgenodigd, en een aantal van dit
dozijn stukken hoort inmiddels ook tot de bekende celloliteratuur, met name
Messagesquisse van Pierre Boulez. Andere grootheden zijn Benjamin Britten
(die het met een werkje van één minuut zeer kort hield)
Lutoslawski, Berio, en Dutilleux, die met zijn 3 Strophes sur le nom de
Sacher een van de fraaiste stukken bijdroeg. Verrassingen zijn het vlammende
Puneña no. 2 van Alberto Ginastera, en een Thema met variaties,
waarin Wolfgang Fortner een betrekkelijk zakelijk, maar gewiekst spel met de
noten speelt.
Tavener en Bloch, door Steven Isserlis en de Moscow Virtuosi o.l.v. Vladimir
Spivakov. RCA Victor. 09026 61966 2.
De twintig minuten durende cd-single die de Engelse cellist Steven Isserlis
samen met de Moscow Virtuosi heeft opgenomen is voor de helft gevuld met de
vanillevla-muziek van John Tavener. Eternal Memory heet dit werkstuk, waarvan
vooral het middendeel vrij onuitstaanbaar is. Ernest Blochs From Jewish Life,
oorspronkelijk voor cello en piano, hier in een bewerking voor cello en
strijkers, is een wat substantiëler stuk, maar ook deze uitvoering neigt
naar het larmoyante. Hoewel zijn hoge tonen iets benepens hebben speelt
Isserlis innig cantabile. Hij zal wel wat meer in zijn mars hebben, maar over
zijn smaak valt te twisten.
© Frits van der Waa 2006