Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 01-04-1995, Pagina 11, Kunst

Jonge meestercellist verovert Kurhaus

SCHEVENINGEN

Anderhalve avond lang zag het er naar uit dat het Scheveningse Internationaal Muziek Concours een mager jaartje zou beleven. Maar de laatste finalist, Claudio Bohórquez, was nog maar nauwelijks begonnen of de aandachtige stilte die tot dusverre in het Kurhaus geheerst had maakte plaats voor een ademloze. Toen de achttienjarige cellist zich stormenderhand op de razende nootjes van Sjostakovitsj' eerste celloconcert stortte was het duidelijk dat de kaarten geschud waren.

Helemaal onverwacht was dat niet. Bohórquez, de op een na jongste onder de eenendertig deelnemers, heeft een mooi lijstje achter zijn naam, waarop de naam van zijn leermeester David Geringas wordt gevolgd door een aantal andere grootheden, en dat melding maakt van de prijzen die hij eerder in de wacht sleepte bij het Moskouse Tsjaikovski Concours en het Parijse Rostropovich Concours. Zo iemand mag in staat geacht worden Scheveningen even in zijn zak te steken. Wat niet wegneemt dat Bohórquez er een makkie aan heeft gehad, want als het concours dit jaar niet door een sponsorwisseling geplaagd was, was het vast gelukt om meer cellotalent van zijn kaliber te mobiliseren.

De jury, een uitgelezen gezelschap van vijf cellisten, zal meer moeite hebben gehad met de rangorde van de overige vier spelers die, hoewel bepaald niet gespeend van talent, toch maar zelden boven de materie uitstegen. De twee Nederlandse deelnemers, Maarten Jansen en Eveline Prakke, waren al tijdens de halve finale afgevallen.

Vooral Eschers solosonate, het verplichte werk, stelde de finalisten zowel in technisch als in muzikaal opzicht zwaar op de proef. De Oostenrijker Bruno Weinmeister (22), die als tweede eindigde, bewees zijn capaciteiten net als Bohórquez aan de hand van Sjostakovitsj' celloconcert, een hordenloop die hij met verve aflegde, maar niettemin: een hordenloop. Voor de 24-jarige Jadranka Gasparovic uit Kroatië is de derde prijs misschien een aardig opstapje naar een beter instrument. Met haar houten Ohropax bereikte ze nauwelijks de achterkant van de Kurzaal. Met haar ranke toon kwam ze desondanks tot een zeer innemende interpretatie van Dvoraks celloconcert, die bovendien opviel door een uitstekende samenspraak met dirigent Lucas Vis en het Noordhollands Philharmonisch Orkest.

Hetzelfde stuk klonk de avond tevoren in de heel wat ruigere lezing van de Fransman Bertrand Raynaud (24), wiens gejakker goed was voor een vierde plaats. Het liefdevol spel van de 26-jarige Finse Susanna Mälkki was beduidend aangenamer, maar schoot in technisch opzicht ietwat tekort, wat haar de hekkesluitersplaats bezorgde.

Zo stond Bohoäquez onomstreden aan de top. Alleen al de licht gedekte timbres die hij uit zijn instrument haalt zijn opmerkelijk. De klankkleur heeft in eerste instantie het effect van een con sordino, alsof hij met een demper speelt, maar dat wordt prompt weersproken door de ver-dragende, warme gons.

Hoewel hij in Duitsland geboren en getogen is, getuigt niet alleen het uiterlijk maar ook het temperament van de jonge meestercellist van zijn Spaanse afkomst. Het vuur dat hij Sjostakovitsj aan de schenen legde deed zelfs enigermate afbreuk aan het Russische sarcasme dat ook in dit werk telkens weer doorschemert. Intenser nog dan het furieuze gemoker waarmee het stuk opent en besluit was de ellenlange spanningsboog daartussenin die culmineert in een halsbrekende tweestemmige acrobatiek in het hoogste register. Bohórquez was ook de enige die werkelijk recht deed aan de minutieus aangegeven articulatie en dynamische schakeringen in Eschers sonatedeel.


© Frits van der Waa 2006