de Volkskrant van 29-09-1995, Pagina 11, Kunst, recensie
Volharding verkent hoekstenen
Laman, Kulenty, Tickmayer, Adriaansz en Torstensson door Orkest de
Volharding. De IJsbreker, Amsterdam.
Wie had gedacht dat zulke potige knuisten ooit nog eens gestalte zouden geven
aan de subtiele verlokkingen van schuiffluit en melodica? Orkest de
Volharding blijkt altijd weer bereid de uithoeken van zijn eigen, van oudsher
militante sound te verkennen - ditmaal aan de hand van de verdroomde
klanktransformaties in Orphic Drones & Pagan Beats, een nieuwe compositie van
Stevan Kovacs Tickmayer.
Het is een landschappelijk stuk, dat zich voortspint als een vanuit een trein
waargenomen aaneenschakeling van taferelen en nu eens uitzicht biedt op
idyllisch natuurschoon, dan weer op industrieterreinen. Tickmayer weeft de
verschillende klankkleuren met een scherp gehoor dooreen, maar werkelijk
meeslepend wil de reis niet worden. Misschien is het juist die
continuïteit, de mee-evoluerende, maar in wezen ononderbroken ondergrond
van doorklinkend geluid dat, weer als in een trein, een zekere
afstandelijkheid in de hand werkt.
Vergeleken daarbij drukt de andere première in dit
Volharding-programma je voortdurend opnieuw met de neus op de feiten: Barrier
Music van Peter Adriaansz, beduidend pakkender, met zijn discontinue
montage-vorm waarin de beurtzang tussen verschillende instrumentengroepen een
essentiële rol speelt. Ook Adriaansz laat de muziek evolueren, maar deze
evolutie is eerder een survival of the fittest, het verhaal van door
obstakels gedwarsboomde noten, die zich voortdurend moeten aanpassen om te
overleven. Pas aan het slot wordt er zoiets als een vreedzame
coëxistentie bereikt. Barrier Music is De Volharding op het lijf
geschreven, met zijn bitse, machinale klankmateriaal, een genetische code die
ook besloten blijkt te liggen in de zoete tertsklanken die onverwacht hun
intree maken en langzaam uitgewalst worden tot dissonanten. Adriaansz neemt
er de tijd voor, ruim twintig minuten. Hij zou er waarschijnlijk geen kwaad
aan doen hier en daar wat weg te snoeien, maar in de grond is het een
overtuigend stuk, met zijn sluitende proces van contrast, ontwikkeling en
combinatie.
Als derde première in dit concert was een stuk van voormalig
Volhardingtrombonist Toon van Ulsen aangekondigd. Untitled, luidde de
werktitel, die door het orkest met al even grote oorspronkelijkheid van geest
tot motto van het programma is verheven. Uitgesteld was misschien een wat
veiliger werktitel geweest. In plaats daarvan nam het orkest nu Hanna
Kulenty's monolithische Air in reprise.
Het optreden werd geschraagd door twee imposante hoekstenen uit het
Volharding-verleden, Vortex van Wim Laman en Järn van Klas Torstensson,
stukken die het orkest mede dank zij de coördinerende activiteiten van
dirigent Jurjen Hempel meer dan ooit de scherpte van een oorverscheurend
ploegijzer weet te geven.
© Frits van der Waa 2006