Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 30-09-1995, Pagina 11, Kunst, Niet bekend

Valeri Gergjev en RPhO gaan eindelijk hun echtverbintenis aan

'I hoped I could escape this', erkent Valeri Gergjev. De nieuwe chef van het Rotterdams Philharmonisch is inderhaast teruggehaald vanachter het podium. Hij wordt immers geacht tijdens zijn eigen inwijdingsconcert een woord van dank uit te spreken, een verplichting waaraan hij eerder trachtte te ontkomen door zonder blikken of blozen het openingsdeel van Mendelssohns Italiaanse Symfonie in te zetten.

Voor Gergjev is het Rotterdams Philharmonisch een 'familie', zijn familie. Hij spreekt de hoop uit dat het jaarlijkse festival waarop hij zijn zinnen gezet heeft zal uitgroeien tot een 'symbool van Rotterdam'. Waarna hij om zijn dank te onderstrepen een beroep doet op Moesorgski en achtereenvolgens een hut op kippepoten en een titanische poort van Kiev op het Doelenpodium laat verrijzen.

Zeven jaar lang heeft het RPhO Gergjev het hof gemaakt en uiteindelijk heeft de wederzijdse liefde geleid tot een heuse echtverbintenis. De 42-jarige Gergjev, die zich in minder dan tien jaar wereldfaam heeft verworven, blijft uiteraard trouw aan de Kirov Opera in St. Petersburg waarvan hij sinds 1988 artistiek directeur is, maar het Rotterdamse orkest is het enige andere gezelschap waarmee hij een dergelijk innige relatie onderhoudt.

Dit seioen zal Gergjev minimaal negen maal optreden met het RPhO, maar dat moet later zo'n 25 keer per jaar worden. Minstens even belangrijk is zijn plan om Rotterdam nog verder op te stoten in de vaart der volkeren met behulp van het 'Rotterdam Philharmonic Gergjev Festival', dat met ingang van september 1996 elk jaar zal worden gehouden. In dit festival, waarin ook de musici van de Kirov Opera een belangrijk aandeel zullen hebben, zal niet alleen symfonisch repertoire maar ook kamermuziek en opera worden uitgevoerd.

In de eerste aflevering wordt uitgebreid aandacht geschonken aan het werk van Prokofjev, Debussy en Stravinsky, met een concertante uitvoering van Verdi's Don Carlos als meest opvallende uitstapje en een opvoering van Prokofjevs komische opera De verloving in het klooster als grootste trekpleister. Beide evenementen komen overigens voor rekening van de Kirov.

Ook het Rotterdams Philharmonisch zelf wil meer aan opera gaan doen. Het orkest zal behalve produkties van de Nederlandse Opera en de Nationale Reisopera vermoedelijk ook specifiek Rotterdamse operaprodukties in de Schouwburg en Ahoy' gaan begeleiden. Naast Gergjev zullen ook een vaste gastdirigent en een assistent-dirigent worden benoemd. Deze laatste functie zal waarschijnlijk toevallen aan de winnaar van een in november te houden dirigentenconcoursje.

Het publiek in de Doelen reageert vooralsnog met een typisch Rotterdams flegma: het enthousiasme kan alleen worden afgemeten aan de lengte van het applaus en een ietwat besmuikt bravootje. Na de pauze krijgt men Gergjev frontaal in close up te zien, want het concert wordt besloten met de voorvertoning van de documentaire Valeri Gergjev, portret van een bevlogen dirigent, die op 25 oktober wordt uitgezonden op Nederland 3.

'Ik ben een soort monster, als je de pers moet geloven', zijn Gergjevs eerste woorden in de film. 'Een workaholic, die zestien uur per dag in touw is, en nergens anders tijd voor heeft. Dat is niet waar.' Vervolgens doet de film er alles aan om deze bewering te ontzenuwen. Maar de makers, Rob van den Berg en Paul van Koelen, hebben naast Gergjevs ogen, handen en levenswandel ook in beelden weten te vangen wat hem drijft: de schitterende momenten tijdens repetities waarin hij als een regisseur poetst aan het karakter van de muziek.

Maar wat dit tot een diepgravend document maakt is vooral de onverbloemde manier waarop Gergjev zelf zijn ziel openlegt, althans dat deel dat zich met muziek bezighoudt: 'Sjostakovitsj heeft het over de schoonheid die je in je hart moet bewaren, temidden van alle ellende, oorlogen en narigheid.' Zo'n opmerking is natuurlijk niet voldoende om het mysterie van Gergjevs vertolkingen te verklaren, maar werpt er wel nieuw licht op.


© Frits van der Waa 2006