de Volkskrant van 11-12-1995, Pagina 9, Kunst, recensie
Renes landt na duikvlucht veilig op de grond
Dvorak en Tsjaikovski, door het Nederlands Philharmonisch Orkest
o.l.v. Lawrence Renes, m.m.v. Pieter Wispelwey. Muziekcentrum Vredenburg,
Utrecht. Herhaling: Amsterdam (11, 12 en 13 dec.)
Het is nog te vroeg om de jonge Nederlandse dirigent Lawrence Renes een grote
toekomst te voorspellen, maar een aardige carrière zit er zeker in. De
25-jarige maestro-in-de-dop staat deze week nog drie maal voor het Nederlands
Philharmonisch Orkest, in het Amsterdamse Concertgebouw. Zaterdag dirigeerde
hij hetzelfde programma, bestaand uit Dvoraks Celloconcert en Tsjaikovski's
Vierde Symfonie, in Utrecht.
Renes weet wat hij wil, al is zijn benadering bij tijd en wijle wat recht
voor zijn raap. Forte is forte, piano is piano, en in het parcours daartussen
heeft hij de neiging de bochten af te snijden - al kan dat ook aan de
Utrechtse zaal liggen, waar de manoeuvreerruimte niet overmatig groot is.
Dvoraks celloconcert klonk als nieuw. Cellist Pieter Wispelwey vlocht ranke
zilveren tonen door de orkestklank die zelfs op fluistersterkte nog hun
intensiteit behielden. Het samenspel tussen orkest en solist deed vooral in
het Adagio denken aan een pas-de-deux, waarin elk der beide partners
beurtelings de dans leidde. Met deze uitvoering, die door Channel Classics op
cd zal worden vastgelegd, lieten ze horen hoe je van bekende kost een gerecht
voor fijnproevers kunt maken.
In Tsjaikovski's Vierde kwam Renes, in wiens stijl van dirigeren tot dan toe
een lichte hang naar het hypercorrecte te bespeuren was, geleidelijk helemaal
los. Ongedwongen loodste hij het orkest door de stroomversnellingen en
tegendraadse ritmes van het eerste deel. Hij hield de tegenkrachten die zelfs
de betoverende pizzicati van het derde deel ondermijnen scherp in evenwicht.
In de Finale belandde hij, na een overrompelende, bijna roekeloze duikvlucht
in de diepte van de orkestklank, zonder één misstap met beide
benen op de grond.
Een ware prestatie, waaraan het Nederlands Philharmonisch Orkest, dat meer en
meer oprukt naar de voorhoede van het Nederlandse orkestwezen, met een
volledige inzet een essentiële bijdrage leverde.
© Frits van der Waa 2006