Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 11-03-1996, Pagina 10, Kunst, recensie

Passie van Telemann is maar een curiosum

Die gekreuzigte Liebe, oratorium van Telemann, door het Utrechts Barok Consort o.l.v. Jos van Veldhoven. Nicolaïkerk, Utrecht. Herhaling: Den Bosch, 8 maart.

De Bijbel is een prachtig boek, maar hier en daar zou het wel wat sappiger kunnen. Had Bach aan Mattheus en Johannes stof te over, zijn tijdgenoot Georg Philip Telemann, die in totaal 44 passie-composities vervaardigde, bediende zich ook van vrijere parafrases van het lijdensverhaal. 'Wij willen u onderdanig begroeten als koning der Joden. Pak aan, een muilpeer', zingt het koor in Die gekreuzigte Liebe, oder Tränen über das Leiden und Sterben unseres Heilandes.

Telemann componeerde het werk in 1731, en sindsdien is het nooit meer gespeeld, tot Jos van Veldhoven van het Utrechts Barok Consort het uit de archieven opdiepte. Telemann was een heel andere componist dan Bach - naar verhouding een vlotte jongen, die het eerder zocht in een kernachtige expressie dan in bloemrijke taal. Toch blijft Bach, of je het wilt of niet, de maat van alle dingen, en dan blijft Telemann met zijn gekruisigde liefde nog weer net wat verder onder die maat dan te verwachten was, al bevat zijn partituur een paar schitterende onderdelen. Met het muzikale handwerk is natuurlijk niets mis - Telemann verstond zijn vak - maar wel met de manier waarop hij de tekst verklankt. In menige aria wordt de droeve stemming tenietgedaan door een al te monter tussendeel. Wanneer Christus de laatste adem uitblaast klinken er wegstervende hoornmotieven, een moment van grote schoonheid, waarvan niettemin de suggestie uitgaat dat de Heiland achter een konijntje aan naar de eeuwige jachtvelden verdwijnt. Het beeld zit er nét naast, en zo is het vaker: alsof de componist het eerste het beste wat hem inviel op papier heeft gezet.

Van Veldhoven verdedigde zijn vondst met de zwierige, maar zelden vlammende welsprekendheid die hem eigen is, hierin geschraagd door een zevental solisten, waaronder met name sopraan Johannette Zomer en tenor Bernard Loonen uitblonken. De instrumentalisten van het Utrechts Barok Consort, dat vele overlappingen vertoont met het eveneens door Van Veldhoven geleide koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging, hadden enigszins te kampen met stemmingsproblemen, maar musiceerden daarom niet minder gedreven.

Hoe behartigenswaardig iedere poging om het onmiskenbaar ietwat beperkte arsenaal aan Paasmuziek uit te breiden ook mag zijn, deze Telemann-passie ontstijgt toch niet aan het peil van een curiositeit.


© Frits van der Waa 2006