de Volkskrant van 14-03-1996, Pagina 16, Kunst, recensie
Rosdjestvenski voert werk uit dat voorbij gaat aan goede smaak
Alles onder controle met slechts een elleboog
Gade en Haydn, door het Radio Kamer Orkest, Groot Omroepkoor en
solisten olv Jos van Immerseel. Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 15 maart,
20.02 uur. Nederland 3: 24 maart, 13.00 uur.
Haydn, Hindemith en
Sjostakovitsj door het Radio Filharmonisch Orkest olv Gennadi Rosdjestvenski
mmv Vadim Repin. Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht.
Haydn, radio-orkesten, en twee kleine mannetjes die grote musici zijn, meer hadden de twee concerten die zaterdag in het Amsterdamse
Concertgebouw en het Utrechtse Muziekcentrum werden gegeven niet gemeen. En
zelfs die twee stukken van Haydn hadden welhaast door twee verschillende
componisten geschreven kunnen zijn. Weliswaar is de 35ste Symfonie uit 1776
maar een jaar later ontstaan dan de Cäcilienmesse, maar in de symfonie
is Haydn zijn tijd vooruit, terwijl hij in de mis teruggrijpt op het
verleden.
Toch is de muziek van deze imposante lofzang allerminst belegen, en zeker
niet wanneer ze onder handen wordt genomen door een dirigent als de Vlaming
Jos van Immerseel. Onder zijn bezielende leiding drenkten het Groot
Omroepkoor en het Radio Kamer Orkest het Amsterdamse Matinee-publiek een uur
lang in Haydns jubelkoren, die slechts af en toe onderbroken worden door
momenten van ingetogenheid.
De zangers van het Omroepkoor kweten zich glorieus van deze reuzenklus, al
was de behandeling van de fugatische onderdelen met hun verstrengelde
melodieën aan de rechtlijnige kant. Van de vier solisten trokken vooral
de twee jonge Engelse zangers de aandacht. Sopraan Susan Gritton blonk uit in
acrobatische lenigheid en tenor Ivan Sharpe in fijngevoeligheid.
Als voorafje fungeerde de Derde Symfonie die de Deense componist Niels Gade
in 1847 componeerde, een wonderlijk mengsel van epigonisme en
oorspronkelijkheid. Het eerste deel is vrijwel puur Mendelssohn, de finale is
vrijwel geheel inhoudsloos, maar beide tussendelen, vooral het speelse
Allegretto, zijn een lust voor het oor. En als er één dirigent
in staat is dergelijke onder het stof geraakte muziek goed te laten klinken
is het wel Van Immerseel.
Gennadi Rosdjestvenski heeft ongeveer hetzelfde postuur als Van Immerseel,
maar hij heeft meer charisma - getuige de schijnbaar anarchistische manier
waarop hij diezelfde avond Haydns 35ste Symfonie dirigeerde. Het maakt niet
uit of hij de inzetten nu met zijn ellebogen, zijn wenkbrauwen of in het
geheel niet aangeeft, hij heeft alles onder controle. Zijn Haydn was scherp
van snit en een beetje vrijpostig, wat vooral tot uiting kwam in enkele
brutale hoorn-interrupties.
Alle vier composities die hij als onderdeel van de EO/TROS-serie Muzikale
Meesterwerken uitvoerde met het Radio Filharmonisch Orkest gingen trouwens,
elk op hun eigen manier, voorbij aan goede smaak. Hindemiths Symfonische
Dansen bevatten misschien nog de meest beschaafde noten, maar die zijn weer
zo robuust en georkestreerd dat de grens met het bombastische menigmaal wordt
overschreden. De muzikale perspectieven die Rosdjestvenski hier aanbracht,
boden zelfs ruimte aan een dergelijke overmaat aan klank.
De echte hoofdpersoon van dit programma was Dmitri Sjostakovitsj, van wie
Rosdjestvenski op 14 en 15 maart, eveneens met het Radio Filharmonisch, de
Zevende Symfonie uitvoert, voorafgegaan door Schuberts Onvoltooide. Ook
Sjostakovitsj' muziek heeft iets onbetamelijks, zozeer drijft de componist de
muzikale expressie op de spits. Hoewel de noten van het Vioolconcert, zoals
wel vaker bij de veelschrijver Sjostakovitsj, niet altijd even interessant
zijn, is de grote lijn van een onverbiddelijke zeggingskracht. De solopartij,
fenomenaal uitgevoerd door Vadim Repin, begint bescheiden, maar zuigt ten
slotte alles met zich mee in een muzikale draaikolk, een danse macabre.
Het contrast met de drie deeltjes uit De Bout die als 'uitsmijter' fungeerden
was pijnlijk groot. Want hoe kon de bedenker van deze uitzinnige
circusmuziek, die uit 1931 stamt, in zeventien jaar tijd veranderen in de
componist van een zo uitzinnig wanhopige muziek als die van het Vioolconcert?
Rosdjestvenski weet er vast meer van. Weinigen immers zijn zo vertrouwd met
menselijk leed als juist clowns.
© Frits van der Waa 2006