de Volkskrant van 26-03-1996, Pagina 14, Kunst, recensie
Dikke akkoorden en leuke onzin in twee versies Stabat Mater
Szymanowski en Rossini, door het Brabants Orkest, het Brabant Koor en
solisten o.l.v. Ed Spanjaard. Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven.
Met het oog op de naderende Paasdagen bracht het Brabants Orkest de afgelopen
week een programma met twee Stabat Maters, het ene van de Poolse componist
Karol Szymanowksi, het andere van de Italiaan Gioacchino Rossini. Dit laatste
werk had misschien beter omstreeks carnaval uitgevoerd kunnen worden, het
eerste zelfs beter helemaal niet, maar alles bijeen was het goed door te
komen.
De tekst van het Stabat Mater stamt uit de Middeleeuwen en beschrijft de
smarten die de Moeder Gods doormaakt bij het aanschouwen van haar aan het
kruis genagelde Zoon. In zijn op Poolse volksmuziek geïnspireerde
zetting uit 1926 heeft Szymanowski deze treurnis vervat in dikke, eensgezind
voortploegende akkoorden, die zich doorgaans over een vlak landschap van
aangehouden bastonen of -patronen voortbewegen. Dat leidt, mede door een
ongeïnspireerde behandeling van de trocheïsche pendelverzen, tot
een klein half uur buitengewoon oninteressante muziek, waarin de enkele op
elkaar stotende dissonanten nog misplaatst lijken ook.
Rossini's Stabat Mater, dat hij in zijn nadagen componeerde, is dubbel zo
lang en beduidend onderhoudender, al wijkt de gewijde stemming om de
haverklap voor sjeuïg opera-bravoure en lustige deunen. Als muzikale
uitwerking van de tekst is het grotendeels onzin, maar dan wel leuke onzin.
Achter een paar stierenvechters à la Carmen, de stenen gast uit Don
Giovanni en enkele monologen over minnepijn duikt af en toe een vergezicht op
Golgotha op.
Dat dit alles toch een vanzelfsprekende bezieling kreeg was vooral te danken
aan de gedreven directie van Ed Spanjaard, die de soms massaal optorenende
klanken van het orkest en het Brabant Koor tot vloeiende lijnen boetseerde,
en aan de bijdragen van de vier solisten, waaronder vooral die van bas Jaco
Huijpen en mezzosopraan Alison Browner naar meer smaakten.
© Frits van der Waa 2006