de Volkskrant van 15-04-1996, Pagina 10, Kunst, recensie
Duimschroeven en een dialoog met de duivel
Doopsgezinde muziek uit de 16e en 17e eeuw, door Camerata Trajectina.
Doopsgezinde Kerk, Zaandam. Tournee.
Een van de problemen waar beoefenaars van oude muziek mee te maken kunnen
hebben is de vraag waar de grens ligt tussen kunst-, gebruiks- en
volksmuziek. Dit leidt soms tot de aanblik van een stel keurig in rok
gestoken musici die met grote eerbied iets spelen wat nog het meest weg heeft
van geitenwollensokkenmuziek.
Het Utrechtse gezelschap Camerata Trajectina heeft van meet af aan raad
geweten met dit vraagstuk. Ja, de musici zitten netjes in het pak, en wat ze
laten horen zijn dikwijls maar 'liedjes', maar van overdreven eerbied is geen
sprake, en die liedjes zijn altijd zo gekozen dat ze werken als een muzikale
schijnwerper op een bepaald aspect van onze Vaderlandse Geschiedenis.
In de afgelopen twintig jaar heeft het gezelschap een keur aan - onder andere
- geuzenliederen en Muiderkring-muziek aan de vergetelheid ontrukt. Daar kan
iedereen zich wat bij voorstellen, maar niet elke geschiedenisleraar zal het
gehad hebben over de 'dopersen' en hun leidsman Menno Simonsz (1496-1561).
In de doopsgezinde kerken echter wordt Simonsz' 500ste geboortejaar uitvoerig
herdacht, wat voor Camerata aanleiding was om een nieuw programma plus een
dubbel-cd met 'doperse' muziek samen te stellen. De concertreeks leidt het
gezelschap langs een groot aantal kerken, en vervolgens naar de V.S. en
Canada.
Moord en doodslag is slecht voor de mens, maar goed voor de muziek, zo blijkt
weer eens in dit programma. Naast stichtelijke rijmen klinken hier al even
stichtelijk bedoelde, maar daarom niet minder plastische beschrijvingen van
de martelingen waaraan de dopersen werden onderworpen. Fraai is ook het stuk
waarin sopraan Suze van Grootel als gelovig meisje een muzikale dialoog voert
met de duivel.
Het repertoire uit de 17de eeuw is, wat de tekst aangaat, minder spannend: de
stijl is gekunstelder en de strekking moralistischer. Een lustige 'ballade'
over de dopersleider David Joris biedt enig tegenwicht.
Wat de composities hier en daar aan kwaliteit te kort komen winnen ze door de
uitvoering, de kleurrijke arrangementen en de bloemrijke afwisseling in het
programma. Puur eenstemmig gezongen stukken staan naast madrigalen en
chansons met een al even gevarieerde begeleiding van gamba, vedel, blokfluit,
cither en luit, aangevuld met instrumentale stukken als Souterliedekens en
Variaties over de Lofzangh Marie van Jacob van Eyck.
© Frits van der Waa 2006