de Volkskrant van 20-05-1996, Pagina 11, Kunst, recensie
Marcel Reijans wint Deutekom Concours met te veel tenorisme
Finale Cristina Deutekom Concours, m.m.v. Henk Poort, Sylvie Valayre
en het Orkest van het Oosten o.l.v Gabriele Bellini. Muziekcentrum, Enschede.
Jongens waren het. Aardige jongens, en, wat meer is, aardige zangers.
Ongeveer even aardig zelfs. Maar een van de drie moest de beste zijn. En zo
werd Marcel Reijans de winnaar van het vijfde Cristina Deutekom Concours,
gevolgd door Patrick Henckens en Peter Bording.
De finale van het Cristina Deutekom Concours, een competitie die
uitdrukkelijk bedoeld is voor jong Nederlands operatalent van onder de
vijfendertig jaar, moest het stellen zonder de naamgeefster, die met griep te
bed lag. Staatssecretaris Nuis nam bij het prijsuitreiken de honneurs waar en
beschreef een toekomstdroom waarin de drie finalisten aantraden voor een
optreden in het nieuwe Ajax-stadion, 'wanneer FC Twente de Champions League
heeft gewonnen'. Het Concours wordt immers gehouden in Enschede.
De drie finalisten stonden elk een klein kwartiertje op het podium. Het hing
niet alleen daar vanaf, want ze werden tevens beoordeeld op hun verrichtingen
in de voorronde en de halve finale. Alle drie zongen ze, begeleid door het
Orkest van het Oosten, een aria van Mozart en één uit het
romantische repertoire.
Verdi, Donizetti en Tsjaikovski leverden geen problemen op, maar Mozarts
muziek bleek een buitengewoon gevoelig meetinstrument, dat met genadeloze
precisie de kwaliteiten en gebreken van stem en interpretatie blootlegde.
Derde-prijswinnaar bariton Peter Bording kroop in de huid van Graaf Almaviva
uit Figaro, een partij waarin zijn karaktervolle tekstexpressie goed uitkwam,
maar die toch iets te groot is voor zijn bescheiden volume. Patrick Henckens
stapte in Belmonte uit Die Entführung, en hoewel die zijn prachtige stem
als gegoten zat, bleef het parcours dat hij ermee aflegde wat aan de vlakke
kant. Behalve de tweede prijs behaalde Henckens op basis van zijn
verrichtingen in de halve finale tevens de publieksprijs. Daarmee komt hij op
hetzelfde 'eindbedrag' uit als Reijans, die 15 duizend gulden mag spenderen
aan hooggekwalificeerde zanglessen. Reijans toetste zijn gaven aan Tamino's
Bildnis-aria uit Die Zauberflöte, die hij stuwend en met veel aandacht
voor de tekst uitvoerde, maar waarin toch meer negentiende-eeuws tenorisme
binnenkroop dan ondergetekende lief was. Niettemin bewees hij met een lichte
voorsprong de meest volgroeide zanger van het drietal te zijn.
Het finaleconcert werd opgeluisterd met een komisch intermezzo door
'oud-sopraan' Miss Emily Barlaston en optredens van de Franse sopraan Sylvie
Valayre en bariton Henk Poort, die acht jaar geleden de eerste winnaar van
het concours was. Valayres stem heeft de ietwat beangstigende schoonheid van
een vlammenwerper, terwijl die van Poort een zekere eeltvorming verried. Maar
in het duet van Violette en Germont uit La Traviata lieten ze op meeslepende
wijze horen (en zien) dat opera ook theater is. Dirigent Gabriele Bellini en
het orkest, hierdoor aangestoken, vertoonden zich in een der meest glorieuze
van de vele gedaantes waarin ze zich die avond hadden laten horen.
© Frits van der Waa 2006