de Volkskrant van 09-09-1996, Pagina 9, Kunst, recensie
Iedereen is winnaar bij Gaudeamus
Gaudeamus Muziekweek. Paradiso, Stedelijk Museum, Posthoornkerk,
IJsbreker; Amsterdam.
Gaudeamus probeert het elk jaar weer anders te doen, dus mocht de jury van
het concours voor jonge componisten zijn beslissing ditmaal toelichten in
een soort van mini-talkshow. Hetgeen leidde tot een hoop relativerende
bewoordingen. 'Zo'n prijs zegt niets over kunst', stelde het Franse jurylid
Christian Lauba. 'Kunst valt niet te meten.' Ook voor zijn Australische
collega Gerard Brophy is de Gaudeamus Muziekweek allereerst een trefpunt voor
componisten en musici: 'In die zin is iedereen een winnaar.'
Niettemin waren Lauba, Brophy en hun Nederlandse vakbroeder Theo Loevendie
unaniem in hun waardering voor Commedia, een werk voor 19 instrumenten van de
28-jarige Fransman Regis Campo. Daar valt weinig op af te dingen, want
Campo's muziek kan dan weliswaar niet beschouwd worden als een staaltje van
vernieuwingsdrang, maar een fantasierijk en gaaf afgewerkt stuk is het zeker.
Commedia beleefde vrijdag in Paradiso zijn wereldpremière onder handen
van het Radio Kamerorkest, aangevoerd door de Noor Rolf Gupta, een van de
deelnemers aan de Kirill Kondrashin Dirigentenmeesterklas die bij deze
gelegenheid hun krachten mochten beproeven op een kersvers stuk muziek.
De in hemdsmouwen en bretels gestoken Gupta toonde zich een kwiek dirigent,
die de flonkerende toonslierten van Campo's prijscompositie zowel vaart als
evenwicht wist te geven. Commedia is een transparant stuk, dat in zijn idioom
aan Berio en in zijn instrumentatie aan Boulez doet denken. In wezen is het
een eenstemmig stuk, maar door het beklemtonen of aanhouden van bepaalde
tonen ontstaat er een boeiende wisselwerking tussen een melodische voor- en
een harmonische achtergrond.
Behalve de Gaudeamusprijs - een bedrag van tienduizend gulden plus de
opdracht een stuk voor de volgende Muziekweek te componeren - kende de jury
twee eervolle vermeldingen toe. De ene was voor Escalade van de Duitser
Markus Schmitt, een curieus en bij uitstek postmodernistisch werk, waarin
Stravinsky, Offenbach, China, Ravel en Ligeti als snippers langs komen
waaien; de andere ging naar de Koreaanse componiste Sooran Jeong, voor haar
slagwerkerskwartet Cell, een met beproefde middelen maar daarom niet minder
voortreffelijk opgebouwd parcours langs vel, hout en metaal.
Het waren uitschieters in een competitie waarin minder sprake was van
wisselvallige kwaliteiten dan van onvergelijkbare grootheden. Zelfs in het
beperkte kader van de koormuziek bleken de stilistische verschillen enorm,
zoals het Kamerkoor Nieuwe Muziek zaterdag in de Posthoornkerk liet horen.
Daar stond een tumultueus, als theatermuziek geconcipieerd werk van de in
Macedonië geboren Canadees Z. Chesky Neceski tegenover een stuk als
Carlo Carcano's Epifonema-Memoria, dat zich deels op de grens van het
hoorbare afspeelt.
Maar de Gaudeamus Muziekweek is veel meer dan alleen een competitie.
Workshops, een project voor aankomende componisten, en een omvangrijk
nevenprogramma met elektronische muziek maakten de afgelopen week tot een
ware bazaar voor moderne muziek. Helemaal stil is het nog niet rond
Gaudeamus: NPS en VPRO doen in drie maandagavonduitzendingen van Supplement
verslag van de Muziekweek.
© Frits van der Waa 2006