de Volkskrant van 16-09-1996, Pagina 11, Kunst, recensie
Bloedstollende 'Don Carlo' van Reisopera
Don Carlo, van Verdi, door de Nationale Reisopera o.l.v. Hans Croiset
en Ed Spanjaard. Twentse Schouwburg, Enschede. Tournee.
Historisch bezien klopt er weinig aan Don Carlo, de opera waarin Verdi op
gezag van Schiller toont welke familieperikelen de Spaanse vorst Filips II
aan de vooravond van onze Tachtigjarige Oorlog het hoofd moest bieden. Toch
wordt met deze Don Carlo geschiedenis geschreven - operageschiedenis. De
voorstelling is de (wie weet, voorlopige) bekroning van de Nationale
Reisopera, twee jaar geleden als een Phoenix opgestaan uit de as van Opera
Forum.
Het voert te ver om de warboel van fictie en feiten waaruit het libretto van
Don Carlo is opgebouwd te ontwarren. Uitgangspunt is de onmogelijke liefde
tussen Filips' zoon Don Carlo en zijn even oude stiefmoeder Elisabetta di
Valois. Een extra complicatie ontstaat doordat prinses Eboli liefde voor
Carlo opvat. Het vader-zoon-conflict krijgt een politieke dimensie doordat
Carlo zich, samen met zijn vriend Rodrigo, aan de zijde van de Vlaamse
opstandelingen schaart. Ook inquisiteurs en ketterverbrandingen ontbreken
niet.
Decor/kostuumontwerper Rien Bekkers heeft de weelderige muziek voorzien van
een sober visueel contrapunt. Met weinig meer dan rechthoekige panelen en
diagonale of verticale lichtbanen suggereert hij een gevangenis, een paleis,
een zaal. De kostuums zijn van zestiende-eeuwse snit, maar met veelzeggende
variaties. Zo dragen de Spaanse hovelingen zwarte kanten kragen, terwijl de
mijter van de Grootinquisiteur een kwartslag gedraaid is, met punten als
satanshorens. Dat Prinses Eboli een piratenooglap draagt, lijkt een macaber
grapje, maar juist dat is historisch verantwoord - evenals de Rien
Poortvliet-achtige kaboutermutsen van de ter dood veroordeelden.
Het gedribbel dat regisseur Hans Croiset van deze gevangenen verlangt is een
faux pas in zijn overigens ingehouden regie. Er zijn nog een paar van die
machteloze missers. Kanonschoten kun je beter weglaten dan ze met een
klappertjespistool uit te beelden. En waarom moeten de hofdames nou en masse
hun schoenen uitschoppen, zodat het podium een Andersen-sprookje in
herinnering roept?
Maar dat zijn, net als de incidentele hoornhobbel of hoboknerp, kortstondige
ontsieringen in een voorstelling die tot het eind boeiend blijft. Dat is de
verdienste van dirigent Ed Spanjaard, die het Orkest van het Oosten het beste
van zijn in de afgelopen jaren opmerkelijk veel steviger geworden beentjes
laat voorzetten. Maar het is bovenal de verdienste van de zangers.
Een goede hand van casting is het sterkste punt van Reisopera-intendant
Louwrens Langevoort en zijn team. Deze Don Carlo heeft, van bij- tot
hoofdrol, een droombezetting. Als deze zangers op een enkel detail
tekortschieten is dat rechtstreeks terug te voeren op hun naar verhouding
jonge jaren. De bas van Jaco Huijpen klinkt al als een klok, maar hij zal
over een jaar of wat vast een nog overtuigender Grootinquisiteur neerzetten.
De Russische tenor Mikhail Davidoff (Carlo) verliest het soms van het
fortissimo uit de bak, maar vergoedt dat weer met zijn lenige voordracht. De
Duitse mezzo Kerstin Witt (Eboli) en haar landgenoot Wolfgang Rauch (Rodrigo)
zijn kanonnen van welsprekendheid, terwijl de Nederlandse bas Harry Peeters
de getourmenteerde Filips II indringend gestalte geeft (al staat me bij dat
hij negen jaar terug bij de Nederlandse Opera in dezelfde rol imposanter
was).
Maar de vorstin van het toneel is Miranda van Kralingen, die met de rol van
Elizabetta haar debuut maakt als Verdi-zangeres. De allerlaagste tonen - die
typische, rauwe borststem waarvan Verdi zo'n dramatisch gebruik maakt - zijn
bij haar nog zwakjes, maar dat maakt haar optreden niet minder adembenemend.
Want Van Kralingen, die zeker met een rossige pruik op frappant veel op Meryl
Streep lijkt, weet wat acteren is. Met minieme middelen - een oogopslag, een
trek om haar mond - weet ze Elizabetta's minimale emoties vorm te geven. Als
die ten slotte doorbreken is de uitwerking des te aangrijpender. Van
Kralingen heeft de afgelopen jaren al in menige opera opgetreden. Deze Don
Carlo markeert haar ware geboorte als operazangeres.
© Frits van der Waa 2006