de Volkskrant van 24-03-1997, Pagina 9, Kunst, recensie
Lof, eer en dank voor Bachs Passionen die als nieuw klinken
Johannes- en Matthäus-Passion van J.S. Bach, door de Nederlandse
Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven. Laurenskerk, Rotterdam, 12 maart;
Grote Kerk, Naarden, 21 maart. Herhaling (Matthäus): Utrecht (25 en
26/3), Naarden (27, 28 en 29/3). Nederland 1: 28 maart.
Het is werkelijk een louterende ervaring die de Nederlandse Bachvereniging de
trouwe luisteraar heeft bereid met haar successieve uitvoeringen van Bachs
drie grote passie-composities. De marathon, die drie weken terug begon met
een aantal uitvoeringen van de apocriefe Markus Passion en tien dagen later
voortgezet werd met een indringende Johannes Passion, vond vrijdag zijn
bekroning in een sublieme vertolking van het lijdensverhaal volgens Bach en
Matthaeus.
Nog vijf maal komt de Matthäus deze week tot klinken. De uitvoering op
Goede Vrijdag in de Naardense Grote Kerk is als altijd de belangrijkste - en
dit jaar meer dan ooit, want het is 75 jaar geleden dat deze traditie een
aanvang nam.
Lof, eer en dank voor de wijze waarop dirigent Jos van Veldhoven en zijn
heerscharen deze drievoudige duurproef hebben doorstaan. Van slijtage is geen
sprake, integendeel - hooguit van enige aanloopproblemen, waarvan Markus de
dupe was. Dat de eerste Johannes-uitvoering met name in de grote koorpassages
niet geheel helder klonk lag uitsluitend aan de problematisch lange
nagalmtijd van de Rotterdamse Laurenskerk, die niettemin de
Wohin?-interrupties van het koor een speciaal cachet gaf.
Van Veldhoven, sinds 1983 artistiek leider van de Bachvereniging, heeft zich
gaandeweg ontwikkeld van een hypercorrecte Kapellmeister tot een bevlogen
Bach-dirigent. Hij wist deze passiereeks tot een ware drieeënheid te
smeden, hierin geschraagd door de constante aanwezigheid van enkele bijzonder
fraaie zangers: tenor Gerd Türk die bij elke volgende evangelistenpartij
door een heiliger vuur gegrepen werd; de bas Peter Kooy, een oorstrelende
rots in de branding; en Andreas Scholl, die laat horen dat je als contratenor
loepzuiver kunt zingen zonder dat dit ten koste gaat van warmte en expressie.
Dit illustere drietal verbleekt echter nog naast Geert Smits (die overigens
niet meezong in de Markus Passion), wiens Christus-recitatieven werkelijk van
een adembenemende schoonheid en waarachtigheid zijn. Ook de overige solisten
- Anne Grimm, Marcel Reijans, Nico van der Meel en de Duitse sopraan Vasiljka
Jezovsek - mogen er wezen.
Samen met het koor en het orkest van de Bachvereniging brengen ze het wonder
tot stand dat toch bij Bach - en bij Bach alleen - zo onafwendbaar is: dat de
muziek, hoe bekend ook, weer totaal als nieuw klinkt. Fantastisch, die
geselende violen in Erbarm es Gott! Hier steht der Heiland angebunden; die
afgelebberde, maar altijd weer bovenaards mooie alt-aria Erbarme dich; die
precaire, maar juist daardoor aangrijpende combinatie van twee oboe da caccia
en een traverso in Aus Liebe will mein Heiland sterben. Of de overrompelende
rolwisseling van het koor, dat na het furieuze Lasst ihn kreuzigen! verandert
in een brave koraalzingende gemeente: Wie wunderbarlich ist doch diese
Strafe.
En het allermerkwaardigste is dat die dweperige teksten met hun bespottelijke
verheerlijking van het lijden door Bachs muziek toch een diepere zin krijgen,
zodat het gevoel zich opdringt dat je, als dat dak niet op de kerk zat, recht
in de hemel zou kunnen kijken.
© Frits van der Waa 2006