Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 05-05-1997, Pagina 8, Kunst, recensie

Hempel slaat zijn vleugels uit voor Rotterdams Philharmonisch

Strauss, Debussy en ander werk door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Jurjen Hempel. De Doelen, Rotterdam, 2 mei.

Het is merkwaardig om te zien wat voor metamorfose een dirigent ondergaat als hij eenmaal voor een groot orkest staat. Jurjen Hempel (36), die afgelopen week debuteerde als assistent-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, kende ik tot nog toe voornamelijk van zijn optredens in het ensemble-circuit: een secure, scherpzinnige dirigent met een voortreffelijke techniek. Niet dat deze eigenschappen Hempel verlaten in het aangezicht van een honderdkoppig gezelschap, maar bij het zakelijke voegt zich dan opeens een zekere bevlogenheid die tot uiting komt in weidse en lossere gebaren. Het is net of hij zijn vleugels uitslaat.

Het repertoire dat Hempel dirigeerde had ook goed aangetroffen kunnen worden in het slotconcert van een directieconcours. De vier composities zijn stuk voor stuk werken waarmee een dirigent kan laten zien wat hij in zijn mars heeft - maar ook behoorlijk onderuit kan gaan. Hempel sloeg zich echter met luisterrijke resultaten door dit examen heen, al slaagde hij er niet voor de volle honderd procent in zijn bevlogenheid in klinkende munt om te zetten.

Zo leverde de synchroniteitstest (Berlioz' ouverture Le carnaval romain) naast soepel genomen bochtenwerk kort voor het slot nog een licht holderdebolder-effect op, en leek het tumult in Strauss' Till Eulenspiegels lustige Streiche gedurende enkele maten bijna uit de hand te lopen. Maar over het geheel genomen wist Hempel, die zo te horen de sympathie van het orkest heeft, de zaken voortreffelijk in de hand te houden. De vloeiende timbres van Debussy's Prélude à l'après-midi d'un faune, die hij met soms cryptische, maar effectieve armzwaaien in de juiste banen leidde, gingen op in een plastisch vormgegeven, zij het nog altijd wat nuchter betoog.

Paganini's eerste vioolconcert werd gedomineerd door het aandeel van de 21-jarige Duitse violiste Viviane Hagner, die imponeerde met haar technisch perfecte uitvoering van de vele halsbrekende capriolen, maar van wier wat eenvormige toon minder verlokking uitging. Hempel toonde zich een bekwaam begeleider, vooral in de spaarzame noten van het tweede deel, waar Paganini het stuntwerk naar de achtergrond verwijst.

Het RPhO is na het Noordhollands Philharmonisch het tweede orkest dat het assistent-dirigentschap in ere hersteld heeft. Een daad van artistiek belang: voor talenten als Hempel is het van vitaal belang om zich verder te kunnen ontwikkelen, en niet afhankelijk te zijn van losse klusjes. Maar het mes snijdt aan twee kanten. Gezien de Razende-Roelandpraktijken van chef-dirigent Valeri Gergjev kan het orkest best iemand gebruiken die tussen de bedrijven door voor enige vastigheid zorgt. Met Hempel heeft het een kundige home-trainer in huis gehaald, die het orkest ongetwijfeld in goede conditie zal weten te houden.


© Frits van der Waa 2006