de Volkskrant van 04-09-1997, Pagina 12, Kunst, recensie
Industriële klappen afgewisseld met een zwoel middendeel
Internationale Gaudeamus Muziekweek. Concerten door het Doelenensemble o.l.
Lucas Vis, Ensemble de Ereprijs en het Asko
Ensemble o.l.v. Stefan Asbury. 1 en 2 september in de Beurs van Berlage en
Paradiso, Amsterdam.
Wat willen jonge componisten? Gehoord worden natuurlijk. Dus sturen ze hun
partituren naar Gaudeamus, de enige instelling die zich sterk maakt voor deze
intreders op de arbeidsmarkt. De kans dat de muziek wordt uitgevoerd in de
Internationale Gaudeamus Muziekweek is 1 op 20, of minder. De
selectieprocedure, heeft inderdaad iets van een kansspel, aangezien het
godsonmogelijk is om in luttele dagen ruim driehonderd stukken grondig door
te nemen en er bovendien over smaak niet te twisten valt. Gehoord worden is
het eerste doel, maar natuurlijk koestert elk van de zestien componisten die
er dit keer doorheen gerold zijn de heimelijke hoop zondag naar huis te
kunnen gaan met de Gaudemusprijs op zak.
Als de twee Britse stukken die dinsdag werden uitgevoerd in Paradiso
enigszins representatief zijn voor de voorkeur van de jury kon het wel eens
een luidruchtig weekje worden. SAL'S SAX van Joe Cutler, uitgevoerd door
ensemble De Ereprijs, is een stuk in de lijn van Louis Andriessen en Steve
Martland: stuwende, postminimalistische muziek met zware, industriële
klappen, afgewisseld met een wel erg zwoel middendeel. Nog oorverdovender was
Bleeding Chunk, uitgevoerd door het Asko Ensemble, waarin Sam Hayden een
pandemonium ontketent dat in eerste instantie interessant lijkt, maar
uiteindelijk niet verder komt dan op gezette tijden plaats te maken voor
lange, doorklinkende akkoorden.
Zoals altijd heeft Gaudeamus de prijscomposities aangevuld met andere recent
werk. De première van Streams and Chorals van Jos Kunst, was in dat
opzicht een afwijking van de norm, maar was wel een gepaste hommage aan de
vorig jaar op zestigjarige leeftijd overleden componist. Na een lange periode
van stilzwijgen trad Kunst de laatste jaren weer naar buiten met muziek die
weliswaar minder stekelig, maar zeker niet minder raadselachtig was dan zijn
vroegere werk. In Streams and Chorals brengen elf blazers een fata
morgana-achtige aaneenschakeling van diffuse, verglijdende mixtuurklanken ten
gehore, waarin een eenzame altviool (Liesbeth Steffens) haar weg zoekt.
Hoewel de verstrengeling van timbre en toon fascinerend is doet het stuk als
geheel wat monochroom aan.
Het project Het Eerste Doel, is bedoeld als opstapje voor jonge Nederlandse
componisten. De zes stukken die het Doelen Ensemble maandag in de AGA-zaal
ten gehore bracht waren uiteenlopend van karakter. Voor zover er enige
overeenkomst te bespeuren was, viel het zestal uiteen in twee kampen. Aan de
ene kant staan de componisten die uitgaan van tonaal materiaal, zoals Hans
Koolmees die in zijn Tentet een verknipte big band-muziek laat horen, of Bart
de Kemp, wiens dichtgemetselde Between nightbar and factory herhaaldelijk een
gangsterfilm in gedachten riep.
Aan de andere kant staan de verkenners van het dissonante terrein der
chromatiek, dat bij dit concert althans de interessantste resultaten
opleverde. Frantic Mad, een (overigens voortreffelijk gespeeld) strijkkwartet
van Cynthie de Jong is met zijn dynamische versnippering en zijn hoge gehalte
aan secunden en septiemen bijna een stuk 'in oude stijl', maar bevat niets
overtolligs en handhaaft acht minuten lang een grote stuwkracht. De in
Rotterdam studerende Mexicaan Juan Felipe Waller Vigil daarentegen speelt in
zijn Eye Masking een origineel, maar wat wisselvallig spel met de
klankkleuren van elf musici, die gedeeltelijk verborgen zijn achter een
scherm. Allengs neemt het stuk een theatrale wending door de geleidelijke
machtsovername van een aanvankelijk onzichtbare sopraan. Met haar fenomenale
vertolking van deze partij had Barbara Hannigan een belangrijk aandeel in het
welslagen van het stuk.
© Frits van der Waa 2006