de Volkskrant van 13-10-1997, Pagina 9, Kunst, recensie
Sublieme klankpoëzie van botsende tonen
Werk van Keuris, De Raaff e.a. door het Radio Kamerorkest o.l.v.
Peter Eötvös. 11 Oktober, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 11
november, 20.00 uur.
Muziek hoeft niet mooi te zijn. De beste muziek - te denken valt aan die van
Bach - dankt haar schoonheid aan het aftasten van de grenzen tussen 'mooi' en
'lelijk'. Muziek die alleen maar mooi is, is meestal behoorlijk vervelend.
Van de vier werken die zaterdag in het wekelijkse Matineeconcert werden
uitgevoerd konden er drie beslist niet 'mooi' genoemd worden. Toch leverde
het eerste stuk op het programma, Varèses Offrandes uit 1921, meteen
al het bewijs dat het gebruik van botsende tonen en heftige contrasten
niettemin een sublieme klankpoëzie kan opleveren.
Sopraan Rosemary Hardy, wier stem niet in alle registers even krachtig genoeg
is om er in Offrandes boven uit te komen, trad nogmaals op in Jonathan
Harveys Song Offerings uit 1985, gebaseerd op teksten van Tagore, die ze
uitermate welsprekend gestalte gaf. Harvey, dit seizoen zo'n beetje de
'huiscomponist' van de Matinee, heeft deze teksten gevat in ijle, nu eens
wemelende, dan weer uitgespaarde strijkersklanken, subtiel bijgekleurd met
fluit, klarinet, en piano. Boventoonmengsels en glissandi verlenen de muziek
een geheimzinnige, onbestendige schoonheid.
Het Radio Kamerorkest, dat onder leiding van Peter Eötvös op hoog
niveau musiceerde, zette zich ook met kracht in voor de twee nieuwe
Nederlandse werken die het hoofdbestanddeel van het programa vormden. Vooral
in Robin de Raaffs Dubbelconcert voor klarinet, basklarinet en orkest moet,
alleen al gezien de hoeveelheid noten, veel repetitietijd gestoken zijn.
De 29-jarige componist heeft zich uitgeleefd in dit op verzoek van de Matinee
geschreven werk. Hoewel de beide solisten, Harmen de Boer en Harry Sparnaay,
volop de gelegenheid krijgen hun kunsten te vertonen heeft dit dubbelconcert
op veel plaatsen het karakter van een Concert voor orkest.
De Raaff hanteert een stekelig, atonaal idioom, dat het oor nauwelijks rust
gunt. Maar hij doseert de ingrediënten van zijn woelig betoog met zekere
hand. Dat blijkt vooral in het vierde en laatste deel, waarin het orkest als
het ware uiteenvalt in een aantal duidelijk te onderscheiden lagen, die
niettemin samen blijven werken, als de onderdelen van een op hol geslagen
machine.
Het Tweede Vioolconcert van de vorig jaar overleden Tristan Keuris is al
enige tijd terug op cd verschenen, uitgevoerd door hetzelfde Radio
Kamerorkest en met dezelfde soliste, maar was nog nooit in een concertzaal
gespeeld. Het werk is een bijna volstrekte tegenpool van De Raaffs stuk. Het
is alleen maar mooi, wat ook voor de estheet die Keuris was een
teleurstellend resultaat genoemd mag worden.
Ondanks het violistisch vuurwerk, gloedvol afgestoken door Yayoi Toda, komt
het stuk drie delen lang maar niet tot de kern; het tolt rond in een
aaneenschakeling van steeds weer dezelfde harmonische progressies. Muziek als
een screensaver: knap gemaakt, leuk om naar te kijken, maar uiteindelijk word
je er geen steek wijzer van.
© Frits van der Waa 2006