de Volkskrant van 07-11-1997, Pagina 27, Kunst, interview
Twee keer leuk is vervelend
Smartelijke tekst op onderkoelde muziek - dat is een
combinatie die de componist Rob Zuidam aanspreekt. Zijn eigen werk is vrij
van Hollandse drammerigheid of 'systeemdenken' en bestrijkt vele genres: van
solowerken tot en met opera. Woensdag begint het Rob Zuidam Festival in
Rotterdam.
TOEN HIJ voor het eerst van zich deed spreken, gold Rob Zuidam een beetje als
een punker onder de Nederlandse componisten. Geen wonder, met dat brutale,
ritmische stuk, Fishbone, dat hij voor De Volharding had geschreven. En dan
ook nog dat kekke borstelkoppie. Maar in de tien jaar daarop is gebleken dat
de stukken van de nu 33-jarige Zuidam niet zo makkelijk over
één kam geschoren kunnen worden.
'Ik merkte wel meteen dat ik anders was dan de meeste compositiestudenten op
het conservatorium', zegt hij, terugblikkend. 'Ik zag ze ook nooit in het
nachtleven, of zo. Maar wat ik toen maakte had al niets meer met punk te
maken, dat was allang een gepasseerd station. Ik voel me vaak op een bepaalde
manier aangetrokken tot dingen, maar ik vereenzelvig me er nooit helemaal
echt mee. Daardoor komt het denk ik dat ik makkelijk van het ene eilandje
naar het andere hops.'
Dat doet Zuidam ook in letterlijke zin. Hij is getrouwd met een Amerikaanse
psychiater, met wie hij, pendelend tussen Amsterdam en New York, een
intercontinentale LAT-relatie onderhoudt. Nu is hij weer voor een poosje in
het land, mede met het oog op het driedaagse Rob Zuidam Festival dat volgende
week in Rotterdam plaatsvindt. Het programma vermeldt maar liefst drie
premières, en bevat daarnaast een keuze uit Zuidams vroegere werk, met
het accent op zijn vocale muziek. Dit alles geflankeerd door composities van
gewaardeerde vakgenoten uit heden en verleden: Monteverdi, Skrjabin,
Bernstein, Couperin, Henze, Zappa, een bonte schare met een gemeenschappelijk
kenmerk: het zijn allemaal componisten die niet voor één gat te
vangen zijn. Zuidam: 'Het zijn mensen met respect voor de traditie, die daar
toch op een individuele manier mee omgaan. Ze doen gewoon hun eigen ding.'
En dat doet hijzelf ook, getuige de bonte lijst van werken die hij in de
afgelopen jaren heeft geschreven: korte stukken voor fluit, gitaar, of piano,
een toch al imponerend aantal orkestwerken, en een bescheiden opera, Freeze.
Tussen de bedrijven door schrijft hij ook nog wel eens een artikel voor NRC
Handelsblad, waarin te zien is dat dat hij niet alleen als componist een
vlotte pen heeft: 'Muziek laat zich niet vangen', schreef hij eerder dit
jaar. 'Het verschijnt kortstondig om vervolgens te verdwijnen naar een ons
onbekende bestemming. Evenals een parfum niet in vloeibare vorm in een flesje
gevangen zit, maar ontstaat, op de hals van een dame.'
Het beeld zou bij uitstek op zijn eigen muziek van toepassing kunnen zijn.
Want die heeft altijd iets sensueels en ongrijpbaars, al zit ze nog zo hecht
in elkaar. De calvinistische drammerigheid die zo kenmerkend is voor veel
Nederlandse muziek is hem vreemd. In datzelfde artikel beschrijft hij zijn
verwondering over het taboe op welluidende samenklanken dat hij bij zijn
medestudenten waarnam: 'Het kwam mij vreemd voor dat men zich wilde beperken
tot een muzikaal landschap dat louter uit prangende dissonanten bestond,
alsof van een alfabet alleen van de medeklinkers gebruik kon worden gemaakt.
Wat er moreel onverantwoord kon zijn aan zoiets volkomen legaals als muziek,
verwonderde mij echter het meest.'
'Er zijn wel een aantal technieken of systemen die in mijn muzikale taal zijn
terechtgekomen', zegt hij nu. 'Maar ik heb er geen moeite mee dingen open te
breken. Ik heb niet veel respect voor het eindresultaat van dat systeemdenken
- ten minste niet als ik er zelf mee aan de gang ga. Andere mensen kunnen
daar waarschijnlijk beter mee uit de voeten, maar bij mij levert het niet op
wat ik graag wil.
'Ik vind het leuk als er een soort spanning in zit - mijn muziek heeft
bijvoorbeeld vaak wel tonale elementen, maar het is ook weer nooit helemaal
tonaal. Ook als je gaat zitten spelen met een vrij chromatisch motiefje, kun
je ineens op een grote drieklank uitkomen. Vanochtend gebeurde dat toevallig
nog. Tegelijkertijd sta je voor de vraag: wat doen we er nu mee? Want zo'n
majeur- of mineurakkoord schijnt er in een keer doorheen, zeker in een
omgeving vol dissonanten. Wat ook weer erg pleit voor de drieklank
natuurlijk. Er zijn maar weinig samenklanken die die capaciteit hebben. Dus
soms haal ik hem dan weer weg, en soms laat ik hem staan, en in dat geval
komen er vaak nog meer. Dan kun je weer gaan kijken hoe die verhoudingen zich
ontwikkelen.'
Het stuk waar Zuidam die ochtend aan heeft zitten werken, is het vocale octet
dat op 13 november in première moet gaan. 'Het allerlaatste stukje -
voor de rest heb ik alles af.' De tekst bestaat uit twee fragmenten uit
Dante's Inferno, afgewisseld door het gedicht Metropolitain van Rimbaud. 'Ik
had al wel ideeën voor de muziek, maar nog niet over de tekst', vertelt
hij. 'Maar op een dag ging ik met de metro, van de zomer in New York. Het was
er kokend heet, zo dat het echt langs je rug loopt. En toen ik daar binnen
kwam zat daar een zwerver, met een afgehakt been en een verweerd gelaat. En
toen viel ineens alles op zijn plek.
'Wat dat precies met elkaar te maken heeft, ja, dat is heel erg een
gevoelskwestie. Ik kan zeker niet aanwijzen: dáár, op die plek,
zit Dante in de noten. Maar de atmosfeer van een tekst en die van de muziek
hoeven niet op elkaar aan te sluiten. Ze moeten wel een chemie aangaan. Vaak
is het juist leuker als er een tegenstelling is. Bijvoorbeeld zoals die
bolero's, die Latijns-Amerikaanse smartlappen: het gaat over fatale liefdes
en je van kant maken en zo, en bij die heftige teksten klinkt dan heel
onderkoelde muziek, met zo'n gedempt trompetje erbij.'
Zuidams inspiratie is dikwijls het resultaat van een lang rijpingsproces:
'Alsof ik losse componenten in mijn hoofd heb die dan opeens op elkaar
vallen. Ik schrijf ze niet op, als de ideeën goed zijn blijven ze
automatisch hangen en komen te voorschijn als het moment daar is. En daarna
is het een kwestie van het stuk naar de oppervlakte halen, het gewoon
máken. Ja, bij andere stukken is het weer vreselijk zoeken en
worstelen. . . en daartussen zitten ook weer allerlei gradaties. Maar zelfs
als er iets niet lukt, kan ik er genoegen in scheppen, gewoon doordat je
bezig bent met de vraag waarom het niet lukt, en wat er dan niet aan deugt.'
Zo was zelfkritiek eerder dan tijdgebrek de reden dat de première van
een groot werk voor sopraan, ensemble en twee piano's beperkt bleef tot de
introductie, For Two Pianos. Het stuk, de McGonagall-Lieder, is al een stap
dichter bij voltooiing. Het eerste lied wordt woensdag uitgevoerd in de
Rotterdamse Paradijskerk.
Zuidam trekt een boek uit de kast: 'William McGonagall was een Schotse
dichter uit het Victoriaanse tijdperk. Een wever uit Dundee die op een dag
het licht zag en toen gedichten ging schrijven. The greatest bad verse writer
of his age, noemen ze hem hier op de achterflap. Hij heeft onder andere een
ode aan de brug over de rivier de Tay geschreven: Beautiful new railway
bridge of the silvery Tay, with your strong brick tiers, buttresses in so
grand array!, zo gaat dat maar door. Die brug is een paar jaar na de
ingebruikneming in elkaar gedonderd, en toen heeft hij wéér een
groot vers geschreven, de Tay Bridge Disaster. Dat vormt samen een mooi duo.
Het symboliseert het geloof in de technologische vooruitgang, en de
teleurstelling die dat ook wel eens tot gevolg kan hebben.'
Behalve de twee piano's en de sopraan bestaat de bezetting uit vier celli,
een contrabas en slagwerk. Het stuk gaat de architectuur van de brug
weerspiegelen, met instrumentale gedeelten die als pijlers fungeren. 'Dat dat
toen niet is doorgegaan', zegt Zuidam, 'kwam niet doordat ik niks af had.
Maar ik was er niet tevreden over. Ik had zoiets nog nooit gedaan, met een
tekst die eigenlijk zo krankzinnig slecht is - al heb ik er daardoor juist
ook weer wat mee.
'Ik wilde geen grappig stuk schrijven, want dat is dubbelop. Die tekst is al
zo gek, en als je dan ook nog eens leuk gaat doen wordt het vervelend. Hij
heeft het zelf allemaal serieus bedoeld, en daarom wilde ik ook een serieus
stuk schrijven. Het vinden van de juiste houding was moeilijk, maar intussen
heb ik wel het idee: ja, nu werkt het, nu is het een ding. Dus op dit stuk
heb ik echt zitten zwoegen, al hoor je dat er waarschijnlijk helemaal niet
aan af.'
Voor het derde premièrestuk in het Zuidam Festival, Easy Meat, treedt
een aantal leerlingen van de afdeling Jong Talent van het Koninklijk
Conservatorium aan. 'Een paar jaar geleden vroeg mijn neefje me of ik een
stuk voor hem wilde maken', vertelt de componist. 'Ik vroeg er vijf gulden
voor, die ik geloof ik nog steeds moet krijgen. Daarna heb ik er nog vier
stukjes bij geschreven. Het is wel helemaal mijn eigen muziek, maar dan wat
eenvoudiger - niet speciaal gedacht voor kinderen, maar meer voor de
gevorderde amateur, iemand die een niet te moeilijke Beethovensonate door kan
pingelen. Ik vind het trouwens ook leuk om het zelf te spelen, want zo'n
partij uit For Two Pianos, daar kom ik wel door heen, maar vraag me niet
hoe.' Voorlopig heeft Zuidam genoeg om handen. Er wacht nog een orkestwerk op
voltooiing, er ligt een opdracht voor een ensemblestuk, en er spelen
gedachten aan een nieuw muziektheaterwerk door zijn hoofd. 'Het is een
luxueuze situatie, dat opdrachtgebeuren', vindt hij, 'maar ik hoop de
komende jaren tijd te vinden om eens helemaal uit mezelf een stuk te kunnen
maken. Dat je op een ochtend opstaat en denkt: nu ga ik eens iets doen met
tien basklarinetten en vijf harpen. Een fantasiestuk, zeg maar, waardoor je
hopelijk weer op een andere manier gaat schrijven. Volgens mij is dat de truc
om het op de lange termijn een beetje fris te houden.'
Het Rob Zuidam Festival vindt plaats van 12 tot 14 november in de
Paradijskerk en Zaal de Unie in Rotterdam en wordt deels in verschillende
steden herhaald.
Cd's met werk van Zuidam:
Skiamachia, door het duo Contemporain (OPUS 88).
Fishbone, door Fellows of the Tanglewood Music Center (Composers' Voice
Highlights CV 27).
B'rockque, door Eleonore Pameijer (Attaca Babel 9478).
Three Mechanisms (Fishbone - Chant/Interlude - Hex), door Orkest de
Volharding (Attaca Babel 9380).
Freeze, live-opname tijdens het Holland Festival 1994 (NM Classics 92047).
© Frits van der Waa 2006