Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 24-11-1997, Pagina 9, Kunst, recensie

Ingreep Uchida leidt tot interessante twist

Mitsuko Uchida en het Brentano String Quartet in het Concertgebouw, Amsterdam, 20 en 22 nov.

Het was een interessante controverse, zaterdagochtend in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Wie heeft het laatste woord over de muziek, de muziekwetenschapper of de musicus?

'Deze muziek schreeuwt om een extra octaaf', verdedigde pianiste Mitsuko Uchida haar besluit om een contrabas toe te voegen aan de kamermuziekversie van Beethovens Vierde Pianoconcert.

De ontdekker van deze versie, dr. Hans-Werner Küthen, sputterde tegen: 'Als je een bas toevoegt verander je het karakter van de muziek substantieel; het wordt een soort divertimento.' Uchida kreeg haar zin. Ze was immers het afgelopen weekeinde de hoofdpersoon van een drie concerten omvattende mini-carte blanche.

Voor Küthen moet het even slikken zijn geweest. Dat zijn vondst authentiek is lijkt, gezien de bewijzen die hij aanvoerde, boven discussie. Het gaat om een bewerking die kort na de orkestversie van het pianoconcert ontstaan is. De strijkerspartijen zijn van de de Weense arrangeur Franz Alexander, terwijl Beethoven wijzigingen in de pianopartij aanbracht.

Uchida's ingreep, uit muziekhistorisch oogpunt domweg verwerpelijk, is in muzikaal opzicht op zijn minst aanvechtbaar, zo bleek diezelfde avond. Met zo'n brombeer erbij wint de de muziek wel aan kracht en stevigheid, maar verliest veel van haar intimiteit en scherpte. Niettemin wisten de musici duidelijk te maken dat het om een belangwekkende Beethoven-variant gaat. De luciditeit waarmee Uchida de eerste twee delen gestalte gaf, verdween in het slotdeel helaas bij vlagen.

Hoewel er op hoog niveau gemusiceerd werd was het samenspel van het uitgebreide Brentano String Quartet niet puntgaaf, zeker vergeleken met de werkelijk magistrale vertolking van het strijkkwartet op.130 die daarop volgde. Het betrof de oorspronkelijke versie, een werk, dat dankzij het geacheveerde spel van het kwartet geen moment aan diepgang en spanning inboette.

Ook in haar solo-recital, de avond tevoren, had Uchida Beethoven een belangrijke plaats toegekend. En ook hier waren het de basnoten die roet in het eten gooiden bij haar in overige opzichten glasheldere vertolking van diens laatste pianosonate, opus 111. Maar in het hoge register is Uchida onovertroffen, getuige haar uitvoering van Chopins Nocturnes, op.62, waarmee ze de Grote Zaal enige tijd lang in een resonerend klanklichaam veranderde.


© Frits van der Waa 2006