de Volkskrant van 02-01-1998, Pagina 27, KUNST & CULTUUR, recensie
Guus Janssen speelt met muzikaal afval
Guus Janssen: Streepjes, Voetnoot 1, Veranderingen, Temet, Octet,
Klotz, door diverse ensembles. Composers' Voice CV 61/Geestgronden GG6.
Muziek is een ernstige zaak, maar bij Guus Janssen krijgt deze ernst zo'n
overrompelend lichte ondertoon, dat je van tijd tot tijd in de lach schiet.
Grappen uitleggen is al onbegonnen werk, en muzikale humor laat zich helemaal
niet in woorden vangen. Laat ik ermee volstaan dat bij Janssen
één enkele noot het effect kan hebben van een pianist die
middenin een verheven adagio plotseling een lange neus tegen het publiek
trekt.
Nogmaals: muziek is een ernstige zaak, ook voor Janssen, en de lange neus is
eerder het bijproduct van een volstrekt eigen kijk op het verschijnsel
muziek. Janssens stukken zijn meestal fragiele, soms doortimmerde bouwwerken,
samengesteld uit het afval van de muziekgeschiedenis waar andere componisten
geen brood van lusten.
Op de cd Chamber & Solo, een coproductie van Donemus en Geestgronden, zijn
zes markante stukken uit het oeuvre van Nederlands op één na
markantste componist bijeengebracht (die ander is Louis Andriessen). Drie
oudere stukken, het Octet, Temet en het onverslijtbare
flageoletten-strijkkwartet Streepjes, waren nodig aan een cd-uitgave toe.
Daarnaast prijken het recente Klotz, waarin de oorspronkelijk voor Gidon
Kremer geschreven vioolpartij het leven zuur wordt gemaakt door een hi-hat,
bespeeld door de componist in eigen persoon, de schizofrene piccolosolo
Voetnoot 1, en het even imposante als dwarskoppige pianoduet Veranderingen.
Onder de vele muzikanten die op deze cd aantreden, leveren vooral fluitiste
Eleonore Pameijer en het Pianoduo Gerard Bouwhuis en Cees van Zeeland
prestaties van de eerste orde. De alleroudste opname (van het Octet) stamt
uit 1982, en geeft enigszins het gevoel dat er meer rammelt dan de componist
gecomponeerd heeft.
Joep Franssens: Echo's, Phasing, Sanctus, door het Nederlands Ballet Orkest
o.l.v. Thierry Fischer. Composers' Voice CV 65.
De muziek van Joep Franssens is iets voor fijnproevers met een voorkeur voor
zoet. Franssens (1955) is een van de weinige componisten in Nederland die
zich verwant voelt met 'nieuwe mystici' als Arvo Pärt en Henryk
Gorécki. De drie werken op deze cd zijn lang, traag en bovenal erg
mooi. Echo's en Phasing, beiden uit de jaren tachtig, worden gekenmerkt door
langzaam in- en uitfadende, soms verrassend chromatische tonen die versmelten
tot een weefsel van een weemoedige schoonheid.
In het orkeststuk Sanctus uit 1996 bewegen de tonen zich stapsgewijs door een
veel diatonischer parcours van modulaties, wat het werk een welhaast
'klassieke' klank geeft. Maar ook hier leiden de uitgesponnen, weldadige
klanken tot muziek met een zeker new age-karakter. Franssens' muziek is
super-mooi. Dat is haar grote verdienste en tegelijkertijd haar gebrek. Want
hoewel er beduidend meer beet aan zit dan aan de liflafjes van
Gorécki, blijft ze wat eenzijdig, in haar schier eindeloze lijnen van
geleidelijkheid.
Peter-Jan Wagemans: Concerto, Het Landschap, door Tomoko Mukaiyama en Fred
Oldenburg. Attacca Babel 9785.
Peter-Jan Wagemans, iets ouder dan Franssens en iets jonger dan Janssen,
maakt in het bij deze cd geleverde credo onderscheid tussen 'vergenoegde' en
'verontruste' componisten. Hij rekent zichzelf tot de laatste soort, die zich
bekommert om de kloof tussen de hedendaagse muziek en het publiek.
'Ik ben ervan overtuigd dat er een groot aantal muzikale gebaren zijn, die in
ons onderbewuste vastgelegde emoties beroeren. Er bestaat niet zoiets als een
neutrale noot', stelt hij. Zijn twee hierboven besproken collega's zullen het
ongetwijfeld met hem eens zijn. Toch is Wagemans' klankwereld weer van een
totaal andere orde dan de hunne. Hij streeft naar een versmelting van de
meest heterogene elementen, van Gregoriaans tot jazzmuziek, van
koraalmelodieën tot verwijzingen naar Strauss. Het resultaat is een
eigenzinnige, soms zeer stekelige, soms zeer ingetogen muziek, zo is te horen
in de pianowerken op deze Attacca-cd. Het zijn schitterende vertolkingen:
Tomoko Mukaiyama doet zowel recht aan de poëtische als de structurele
aspecten van de zevendelige cyclus Het Landschap, en de manier waarop zij en
Fred Oldenburg het veellagige Concerto voor twee piano's het hoofd bieden is
ronduit verbluffend.
Sjostakowitsj: Strijkkwartet no. 15 en Jan van Vlijmen: Trimurti, door het
Schönberg Kwartet. Attacca Babel 9786.
Jan van Vlijmen behoort tot de binnenkort pensioengerechtigde
Notenkrakersgeneratie en zal door Wagemans ongetwijfeld tot de 'vergenoegde'
componisten worden gerekend. Wat niet wegneemt dat hij een aantal bijzonder
goede composities op zijn naam heeft, zoals het strijkkwartet Trimurti. Dit
stuk uit 1980 is, eveneens bij Attacca, op cd verschenen, in een nieuwe
uitvoering door het Schönberg Kwartet. Van Vlijmen exploiteert de
mogelijkheden van het strijkkwartet ten volle, wat leidt tot een idioom vol
flageoletten, col legno's en sul ponticello's, maar komt met dit extreme
materiaal wel tot een stuk dat staat als een huis. De combinatie met het
vijftiende strijkkwartet van Dmitri Sjostakowitsj ligt niet erg voor de hand,
al is ook deze compositie indrukwekkend, juist door haar extreme soberheid,
die bij het Schönberg Kwartet naar mijn smaak iets te veel nadruk
krijgt, zodat ze neigt naar kaalheid.
© Frits van der Waa 2006