Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 09-03-1998, Pagina 9, Kunst, recensie

Hogepriester Boulez indrukwekkend

Werken van Webern, Birtwistle, Boulez, Stravinsky en Bartók. Ensemble InterContemporain en BBC Singers o.l.v. Pierre Boulez. 7 maart, Concertgebouw, Amsterdam. Radio 4: 10/3, 20.02 uur. Nederland 3: 22/3, 11.00 uur.

Als Stravinsky, Bartók en Webern de Heilige Drieëenheid van de twintigste-eeuwse muziek zijn, is Pierre Boulez er de hogepriester van. De 72-jarige componist en dirigent droeg zaterdag de eredienst op in het Amsterdamse Concertgebouw, een liturgie waarin overigens een substantiële plaats was ingeruimd voor werk van hemzelf en van zijn jongere collega Harrison Birtwistle.

Het was een schitterend programma, op het eerste gezicht een samenraapsel, maar bij nadere beschouwing een net waarin allerlei draden elkaar kruisten. Zo bevonden alle werken zich op het kruispunt van traditie en vernieuwing, met een duidelijk accent op het laatste aspect. Er liep een lijn van Birtwistle via zijn grote voorbeeld Boulez naar diens grote voorbeeld Anton Webern. Een andere verbindende factor was het belangrijke aandeel van de BBC Singers. Zingen is nu eenmaal de meest elementaire vorm van muziek maken. Een componist mag nog zo radicaal schoon schip willen maken, maar zang, en speciaal koorzang, heeft iets archaisch dat dwingt tot een dialoog met het verleden.

Op het podium waar vorige week nog een compositie werd uitgevoerd met de titel en nergens Bach klonken ditmaal onverwacht veel Bach-echo's door. In de chromatische harmonieën van Weberns vroege koorwerk Entfliesst auf leichten Kähnen, schitterend neergezet door de BBC Singers. In zijn Konzert, opus 24, dat onder de handen van Boulez de gedaante aannam van een dodecafonisch Musikalisches Opfer. En in de vervlochten, gelaagde architectuur van Birtwistles ...agm..., een imposante compositie uit 1978, die door de zangers en de musici van het Ensemble InterContemporain feilloos in elkaar gepast werd.

Niet dat Birtwistles klankwereld verder veel gemeen heeft met Bach. De klanken zijn dissonant en doen denken aan steen of metaal. Maar ondanks de opstapeling van gelijktijdige gebeurtenissen blijft het geheel transparant en is elke noot hoorbaar op een goudschaaltje afgewogen. Dat is natuurlijk evenzeer de verdienste van de dirigent, en het had dan ook iets symbolisch dat Boulez en Birtwistle hand in hand het applaus in ontvangst namen.

Componist en dirigent waren in één persoon verenigd in Boulez' cummings ist der dichter uit 1970. Het is een opvallend welluidend werk, met zijn grote nadruk op tertsklanken, maar niettemin is het moeilijk vat te krijgen op de verglijdende structuren vol innerlijke wemelingen waarin Boulez de versnipperde woorden en fonemen van cummings' poëzie heeft gevat.

Met Stravinsky's Vier Russische boerenliederen en Bartóks Drie dorpstaferelen kwam de traditie - ditmaal die van de volksmuziek - weer volop aan bod en kreeg het concert een bijna lichtzinnige afsluiting. De uitvoeringen waren overigens niet voortdurend van hetzelfde niveau. De zware orkestbegeleiding van Bartóks compositie slibde enigszins dicht, en de snelle delen van Weberns Konzert hadden een schrille bijklank. Maar de zangers waren fenomenaal, en ook is het altijd weer indrukwekkend om Boulez aan het werk te zien, met zijn superieure slagtechniek, waarin bezieling en souplesse op een onnaspeurlijke manier samengaan met machinale precisie. Misschien dat de televisieregistratie van het concert daar over twee weken meer licht op werpt.


© Frits van der Waa 2006