Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant van 01-07-1998, Pagina 14, KUNST, interview

De blokfluit begint nu echt modern te worden

De blokfluit ondergaat een emancipatieproces. Het instrument wordt revolutionair gemoderniseerd, en er komt steeds meer repertoire. In de blokfluitweek, mede- georganiseerd door WALTER VAN HAUWE, wordt de balans opgemaakt.

TIEN JAAR NADAT de IJsbreker in Amsterdam voor het eerst een blokfluitweek organiseerde, is de tijd aangebroken om opnieuw de balans op te maken. De blokfluit is de kindertijd, waarmee hij door toedoen van de muziekpedagoog Carl Orff jarenlang werd geassocieerd, inmiddels wel ontwassen, maar de emancipatie van het instrument is nog steeds in volle gang.

In een bestek van vijf dagen brengt een stoet van blokfluitspelers en andere musici bijna tachtig nieuwe stukken voor of met blokfluit tot klinken. Daarbij krijgt de combinatie van blokfluit en elektronica speciale aandacht.

'Omdat het geluid van een blokfluit veel lijkt op een simpele sinustoon sluit het heel goed aan bij de elektronica', zegt programmeur Walter van Hauwe, 'en er zijn steeds meer componisten die dat ontdekken. Om de drempelvrees voor die apparaten weg te nemen hebben we vier workshops georganiseerd, onder leiding van Paul Jeukendrup. Het begint met microfoontechniek en eindigt met harddisk editing. Dat loopt storm: we hadden aanvankelijk op acht mensen gerekend, maar nu zijn er al veertig inschrijvingen.'

Van Hauwe, zelf een gevierd blokfluitist, zet zich al dertig jaar in voor de ontwikkeling van het instrument. De afgelopen tien jaar werkte hij onder andere aan een uitgebreide catalogus van eigentijdse blokfluitmuziek. Sinds vorige week is die toegankelijk via Internet (www.blokfluit.org). Van Hauwe: 'Ik heb nu 18 honderd titels met over de veertig informatievelden per titel, compleet met muziekvoorbeelden en later ook audio-fragmenten. Bij de eerste blokfluitweek bleek dat er veel behoefte was aan zo'n inventaris. Verder rees de vraag: waarom spelen we die muziek op een historisch instrument, dat zich sinds de achttiende eeuw niet verder heeft ontwikkeld? Er is de laatste jaren sprake van een tamelijk revolutionaire ontwikkeling in de blokfluitbouw.'

'Dit instrument' - hij slaat een koffertje open - 'is nog niet eens echt af. Twee jaar geleden kwam de bouwer er mee aan, en hij zit er nog eindeloos aan te sleutelen. Er zijn wereldwijd maar acht of tien mensen die zo'n ding hebben.'

De nieuwe blokfluit onderscheidt zich op het oog vooral door een paar extra kleppen. 'Dat is alleen maar ondersteunend', licht van Hauwe toe. 'Het verandert aan de klank niets. De belangrijkste eis was dat het een blokfluit moest blijven. Maar wat we graag wilden was een instrument met een grotere omvang, dat gelijkzwevend gestemd zou zijn en dynamisch meer mogelijkheden had. En ook wilden we graag af van die traditionele c- en f-stemmingen uit de Renaissance. Dat laatste is bijna zo ver, de andere dingen zijn er nu.'

Nu de blokfluit werkelijk een modern instrument begint te worden pleit Van Hauwe ervoor de Engelse benaming recorder te vervangen door blockflute: 'Recorder is een belachelijke term uit de achttiende eeuw. Engelse dames hadden toen blokfluitjes waarmee ze vogeltjes in kooitjes bepaalde geluiden voorspeelden. Die moesten dat dan nadoen - echt de omgekeerde wereld.' De fluit werkte dus als een 'inprenter', een recorder. Van Hauwe: 'Omdat de verwarring met tape-recorder zo groot was heb ik al vijftien jaar geleden de term blockflute verzonnen. Dat is geen nieuw woord, het is ook een register in Engelse orgels. Het lag er gewoon. En nu we een modern instrument hebben, met nieuwe grepen, een nieuwe blaastechniek, een nieuwe articulatietechniek, wordt het tijd dat het een nieuwe naam krijgt.'

Het programma van de blokfluitweek bevat tevens veel stukken voor de combinatie van blokfluit en andere instrumenten. Zo brengt Van Hauwe samen met het ensemble The Interval Chamber twee nieuwe werken van Rafael Reina en André Douw ten gehore, waarin uitheemse blaasinstrumenten als een taragato en een nagaswaram te horen zijn. 'Het stuk van Reina is gebaseerd op Indiase raga-stemmingen', vertelt Van Hauwe. 'Het octaaf is in 98 stapjes verdeeld. Dat is om gek van te worden, je moet je oren ontzettend scherpen. Het is niet specifiek voor dit nieuwe instrument geschreven, maar ik kan met niet meer voorstellen dat ik dat op een historisch gebouwde fluit zou spelen.'

Bekende componisten ontbreken nagenoeg in het programma van de blokfluitweek, omdat Van Hauwe ditmaal een lans wil breken voor onbekend repertoire. Bij vrijwel alle concerten treden twee of drie blokfluitisten op. Diversiteit staat voorop. 'Ik heb het een beetje gespreid, anders krijg je van die blokvorming', zegt Van Hauwe. 'De bedoeling is dat je ziet: dit is de stand van zaken, vlak voor de eeuwbreuk. Het zijn heel verschillende stukken, maar je kunt wel zeggen dat het niveau gestegen is. Er gaan steeds betere componisten voor het instrument schrijven, omdat er steeds betere spelers zijn. Dat is echt verbijsterend. Ik word links en rechts ingehaald door mijn eigen leerlingen - wat ook de bedoeling is natuurlijk.'

De toekomst van de blokfluit mag rooskleurig zijn, voor de spelers is dat allerminst het geval. Vooral in de sector van de barokmuziek is de malaise groot. Van Hauwe: 'Het grote barokpubliek zit allang weer naar Schubert te luisteren. Ton Koopman en Frans Brüggen hebben het hele publiek meegenomen, de negentiende eeuw in. Zo is de goede barokke kamermuziek weer een beetje underground geworden. Dat wordt wel weer leuk, met nieuwe kleine ensembles, maar dat duurt zeker nog even. Het is een golfbeweging. En intussen trekt dat hele leger zeer capabele blokfluitspelers zich de haren uit het hoofd, want die hebben geen baan, geen concerten.

'Op het Sweelinck Conservatorium werken we er zelfs aan om het hoofdvak blokfluit om te zetten in de specialisatie 'barokblazer' - dus dat je bijvoorbeeld barokhobo, traverso en blokfluit beheerst. Net zoals het vroeger was. En het hoofdvak blokfluit zal zich gaan richten op moderne muziek, met ondersteuning van barokke of traditionele technieken. Daar ligt de enige kans om het vol te houden.'

De Blokfluitweek, 3 t/m 8 juli, IJsbreker Amsterdam.


© Frits van der Waa 2006