de Volkskrant van 28-08-1998, Pagina 29, KUNST & CULTUUR, recensie
'Serious fun' van
Lawrence-King
lust voor het oor
Ludus Danielis. The Harp Consort o.l.v. Andrew Lawrence-King. DHM
05472 77395 2.
Het liturgisch drama Ludus Danielis, het Spel van Daniël, stamt uit
de late twaalfde eeuw, en is opera avant la lettre, zoals de bijbelse
profeet Daniël een superheld avant la lettre is. Met de hulp van God,
uiteraard. Ludus Danielis beschrijft in weelderige, rijkgeschakeerde
gezangen twee episodes uit het leven van Daniël: hoe hij de betekenis
van het raadselachtige Mene tekel weet te duiden, en vervolgens hoe
hij een nachtje in de leeuwenkuil overleeft.
In het bijna achthonderd jaar oude manuscript zijn alle melodieën
eenstemmig genoteerd. Andrew Lawrence-King, de joyeuze harpist die
een graag geziene gast is bij het Festival Oude Muziek, is echter van
mening dat daar in de praktijk veel aan werd opgesierd.
Zijn cd-registratie van Ludus Danielis is daar een klinkend bewijs
van. Lawrence-King trekt alle laatjes open: toegevoegde stemmen in
organum-stijl, geïmproviseerde versieringen, en een keur aan
instrumenten verlenen zijn interpretatie een bijna orkestrale pracht.
Vooral in de strofische gezangen leidt het gaandeweg opstapelen van
stemmen tot imposante climaxen, die een theatraal contrast opleveren met
de sobere, introverte passages.
Het is eigenlijk te mooi om waar te zijn. Elke uitwerking is op
zichzelf verantwoord, maar het is tegelijkertijd onaannemelijk dat het
Daniël-spel ooit zo heeft geklonken. Maar daar is het Lawrence-King
ook niet om begonnen. Hij wil de muziek tot leven brengen, en gaat
daarbij doelbewust tot de grens van wat mogelijk is.
Het resultaat is hoe dan ook een lust voor het oor, met zijn
voortdurende afwisseling tussen volkse uitbundigheid en verstilde
devotie. Serious fun, zoals Lawrence-King het zelf omschrijft.
The Cello and the King of Prussia. Anner Bijlsma, Kenneth Slowik en
Stanley Hoogland. Sony SK 63360.
Na Frederik de Grote, aan wie we onder andere Bachs Musikalische
Opfer te danken hebben, regeerde Friedrich Wilhelm II over Pruisen. Ook
hij was een groot muziekliefhebber. Hij speelde behoorlijk goed cello,
en er zijn dan ook vele componisten, onder wie Mozart en Haydn, die
werken aan hem opdroegen of speciaal voor hem componeerden.
Cellist Anner Bijlsma heeft een aantal componisten uit Friedrich Wilhelms kennissenkring
op cd bijeengebracht. Of de vorst deze werken ook zelf heeft gespeeld
is niet bekend; sommige waren vast en zeker te moeilijk voor hem, zoals
de twee onwaarschijnlijk rappe Exercises voor twee celli van Jean-Louis Duport, waar helaas verder weinig aan te beleven valt.
Veel leuker is een sonate voor twee celli en eenhandig bespeelde
piano van zijn oudere broer Jean-Pierre. Door die pianopartij, die bijna
onhoorbaar tussen de twee celli doorkruipt, krijgt de muziek een heel
wonderlijke textuur.
Hoewel het werk van Bernard Romberg en Luigi Boccherini zeker het
aanhoren waard is, zijn de leukste stukken in deze collectie toch weer
twee veelgespeelde variatiewerken van de jonge Beethoven. Bijlsma en
zijn partners Kenneth Slowik en Stanley Hoogland leveren elkaar
uitstekend partij. Jammer alleen van dat gesnuif.
Scarlatti-sonates, door Godelieve Schrama. Vanguard Classics 99147.
Brandschoon is de opname die harpiste Godelieve Schrama maakte van
veertien van Scarlatti's Sonatas, stukken die oorspronkelijk voor een
klavierinstrument zijn geschreven, maar het op de harp ook uitstekend
doen.
Het is geen geringe opgave het typische toetsen-idioom van deze
stukken te vertalen naar een zo heel ander instrument. Wie deze
transcripties gemaakt heeft wordt niet vermeld, dus het zal Schrama zelf
wel geweest zijn. Ze zijn in elk geval even meesterlijk als Schrama's
spel.
Scarlatti's muziek komt mede dankzij het grote dynamische bereik van
de harp in een nieuw licht te staan. Tegelijk is dat ook de keerzijde:
de pianissimo's zijn vaak zo extreem dat de muziek in een soort mist
verdwijnt, vooral wanneer er ook nog krachtige tegenstemmen in het spel
zijn.
Camille Saint-Saëns: Mélodies sans paroles. Bart Schneemann
en Paolo Giacometti. Mastertone 0372.
Hoboïst Bart Schneemann en pianist Paolo Giacometti hanteren een
nog curieuzer vorm van transcriptie. Hun cd Mélodies sans paroles
bevat een keus uit de liederen van Camille Saint-Saëns, waarin de
hobo de rol van zanger op zich neemt. Dat is Schneemann, met zijn ronde,
expressieve toon wel toevertrouwd. Giacometti voorziet de overwegend
weemoedige melodieën van fraaie, warmgetinte decors. De verzwegen
woorden zijn te vinden in het boekje, zodat we toch weten waarover het
gaat.
Saint-Saëns was een veelzijdig componist, maar eigenlijk is hij het
best op de korte afstand. Vergeleken met de liederen maakt de Sonate
voor hobo en piano waarmee de cd besluit een gekunstelde indruk, met
uitzondering van het middendeel, waar de componist blijkbaar zijn
inspiratie hervond.
© Frits van der Waa 2006