de Volkskrant van 08-09-1998, Pagina 12, KUNST, recensie
Renes heeft een
hekel aan teuten
Don Giovanni van W.A. Mozart, door de Nationale Reisopera o.
l. v. Lawrence Renes en Ezio Toffolutti. Stadsschouwburg, Utrecht, 6
september. Tournee.
Een verrassende voorstelling valt de nieuwe Don Giovanni van de
Nationale Reisopera niet te noemen. Regisseur Ezio Toffolutti houdt zich
netjes aan het onverslijtbare draaiboek dat Mozart en Lorenzo da Ponte
meer dan tweehonderd jaar geleden hebben opgesteld. De decors en
kostuums, eveneens van Toffolutti, zijn smaakvol en eenvoudig. Aan de
bordkartonnen kwaliteit van de verschuifbare zuilen en coulissen is te
zien dat hier gewoekerd is met een bescheiden budget. Maar Toffolutti
weet met deze beperkte middelen toch verschillende ruimtes te
suggereren. Een prachtig geschilderde wolkenlucht geeft het toneelbeeld
diepte en maakt zelfs de onvermijdelijke koolzuurmist tot iets
vanzelfsprekends.
Toch is het niet helemaal een doorsnee-Don Giovanni, doordat de
tekening van de karakters hier en daar afwijkt van het stereotype. Zo
geeft tenor Marcel Reijans de doorgaans wat dommige partij van Don
Ottavio nieuwe inhoud. Zijn Ottavio is niet zomaar een besluiteloze
meeloper, maar een zoetgevooisde redenaar die zijn gebrek aan daadkracht
schitterend camoufleert. Reijans staat nog aan het begin van zijn
carrière, maar hij heeft alles in zich een grote zanger te
worden.
Ook het karakter van Donna Elvira, de vrouw die door rokkenjager Don
Giovanni versmaad is maar toch van hem blijft houden, komt in een
ongebruikelijk licht te staan. In de gedaante van de zeer rondborstige
Franse sopraan Isabelle Vernet wordt Donna Elvira niet zo zeer een
tragische als wel een tragikomische figuur - bijna een karakter uit een
Chaplin-film. Dat ligt niet alleen aan haar fysieke gedaante, maar ook
aan haar ietwat flakkerende stem.
Donna Anna is daarentegen een karakter dat je serieus moet nemen, en
dat doet sopraan Elzbieta Szmytka dan ook. Ze stopt er zelfs zo veel
energie in dat haar stem in de hoogte iets schels krijgt, wat afbreuk
doet aan een overigens schitterende prestatie.
Maar de echte helden zijn natuurlijk Don Giovanni (Gidon Saks) en
Leporello (Antonio Abete). Saks is een briljante Don - nu eens een
charmeur, dan weer een bruut, maar altijd meester van de situatie.
Bovendien is hij, vocaal zowel als fysiek, een zanger van formaat,
waardoor Abete, die toch geen kleine jongen is, enigszins in de schaduw
komt te staan.
In grote trekken is het een bezienswaardige voorstelling, maar in
detail beschouwd blijft er wel wat te wensen over. Dat het beeld van de
Commendatore niet, zoals het libretto voorschrijft, met zijn hoofd knikt
is misschien een kwestie van te weinig geld voor een scharniertje, maar
dat Don Giovanni al vlammen ziet voor ze er werkelijk zijn is een
timing-fout, waarvan de voorstelling er wel meer bevat.
Ook schort het hier en daar aan coördinatie tussen de zangers en de
orkestbegeleiding. Waarschijnlijk is dat euvel met nog een paar
voorstellingen verholpen, want voor het overgrote deel staat de muziek
als een huis. Onder aanvoering van zijn jeugdige chef Lawrence Renes
geeft Het Gelders Orkest Mozarts muziek felheid en kleur. Renes houdt
niet van teuten. Daardoor hebben de bezonken momenten soms iets
kortademigs, maar verder komt het de zuigkracht van deze altijd weer
meeslepende opera alleen maar ten goede.
© Frits van der Waa 2006